A&O lec8 Flashcards
Wat voor categorisatie vindt er plaats bij resume screening?
- stereotypering
- intersectionaliteit
2. = mensen die tot bepaalde soort gestigmatiseerde groepen horen
wat zijn 3 theorieën over discriminatie?
- The ethnic prominence hypothesis (EP)
- Multiple minority status hypothesis (MMS)
- Subordinate male target hypothesis (SMT)
The ethnic prominence hypothesis (EP)
Etniciteit heeft grootste invloed op discriminatie, vanwege grote zichbaarheid en groter conlfict en bedreiging geassocieerd met etniciteit, in vergelijking met andere gestigmatiseerde kenmerken
Multiple minority status hypothesis (MMS)
Tot hoe meer stigmatiserende groepen je behoort, hoe meer je gediscrimineert wordt (bijv het zijn van ethnic minority EN je bent een vrouw –> meer gediscrimineert)
Subordinate male target (SMT)
mannen van ethnic minority worden het meest gediscrimineert, omdat bedreiging en conflict het meest wordt geassocieerd met intergoup competition tussen mannen in de samenleving (etniciteit x sekse)
- mannen met ethnic minority worden eerder gezien als een threat en daarom zullen zij meer disciminatie ondervinden
waar gaan de 3 studies over behandeld in deze lecture?
- etniciteit
- externe motivatie om om vooroordelen als moderator te beheersen
- expliciete/impliciete vooroordeel als moderator
studie 1 samengevat
3 hyp, methode, resultaten, conclusie
hyp1: arab men krijgen meer afwijzingen dan dutch men
hyp2: gender modereert relatie tussen etniciteit en evaluaties
hyp3: SES modereert relatie tussen etniciteit en evaluaties
methode: neppe CV met arab en dutch namen, man/vrouw en adres/school veranderen (SES)
resultaten: arab men gediscrimineerd (obv naam)
conclusie: hyp 1 ondersteund, hyp2&3 niet
studie 2 samengevat
hyp, methode, resultaten, conclusie
hyp6: moderatie van relatie tussen etniciteit en evaluaties door level van externe motivatie om vooroordeel naar Arabs toe te controleren –> Arabs krijgen lagere scores dan dutch wanneer de level van externe motivatie om vooroordeel naar Arabs toe te controleren van beoordelaars laag is
methode: neppe CV, arab vs dutch
resultaten: hoofdeffect voor etniciteit en 2way interactie tussen etniciteit en externe motivatie
conclusie: Arabs minder geschikt gezien voor banen, maar niet als level van beoordelaar hoog was
studie 3 samengevat
hyp, methode, resultaten, conclusie
hyp7: 2way interactie tussen etniciteit en sekse en baangeschiktheid, gekwalificeerd door expliciete/impliciete vooroordeel –> Arabfemales krijgen lagere scores op baangeschikheid dan dutch applicants en arab males wanneer vooroordeel hoog is
methode: field experiment, echte recruiters; meten van vooroordelen recruiter
resultaten: 3way interactie, bij hoge vooroordelen kregen arabs lagere scores dan dutch, vooral arab females
conclusie: hyp1&7 ondersteund, arab females kregen laagste score & support voor MMS hypothese
welke hypotheses werden ondersteund (door de 3 studies)?
Ethnic prominence en Multiple minority status hypotheses
role congruity theory
vooroordeel naar vrouwelijke leiders toe is het gevolg van incongruentie tussen traditionele karakteristieken van een vrouw en verwachtingen van leiderrollen
(over algemeen: vrouwen gentle aardig, mannen dominant)
descriptive stereotypes
hoe we verwachten en denken hoe vrouwen/leiders zijn
prescriptive stereotypes
hoe we verwachten dat vrouwen/leiders moeten zijn
welk stereotype overlapt meer met het leiderstereotype, man of vrouw?
Stereotype van mannen overlapt bijna helemaal met stereotype van leaders
double blind
doordat het stereotype van een vrouw incongruent is met die van een leider, geef je een vrouw óf het stereotype van een vrouw, óf het stereotype van een leider