A&O lec8 Flashcards

1
Q

Wat voor categorisatie vindt er plaats bij resume screening?

A
  1. stereotypering
  2. intersectionaliteit

2. = mensen die tot bepaalde soort gestigmatiseerde groepen horen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn 3 theorieën over discriminatie?

A
  1. The ethnic prominence hypothesis (EP)
  2. Multiple minority status hypothesis (MMS)
  3. Subordinate male target hypothesis (SMT)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

The ethnic prominence hypothesis (EP)

A

Etniciteit heeft grootste invloed op discriminatie, vanwege grote zichbaarheid en groter conlfict en bedreiging geassocieerd met etniciteit, in vergelijking met andere gestigmatiseerde kenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Multiple minority status hypothesis (MMS)

A

Tot hoe meer stigmatiserende groepen je behoort, hoe meer je gediscrimineert wordt (bijv het zijn van ethnic minority EN je bent een vrouw –> meer gediscrimineert)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Subordinate male target (SMT)

A

mannen van ethnic minority worden het meest gediscrimineert, omdat bedreiging en conflict het meest wordt geassocieerd met intergoup competition tussen mannen in de samenleving (etniciteit x sekse)
- mannen met ethnic minority worden eerder gezien als een threat en daarom zullen zij meer disciminatie ondervinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waar gaan de 3 studies over behandeld in deze lecture?

A
  1. etniciteit
  2. externe motivatie om om vooroordelen als moderator te beheersen
  3. expliciete/impliciete vooroordeel als moderator
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

studie 1 samengevat

3 hyp, methode, resultaten, conclusie

A

hyp1: arab men krijgen meer afwijzingen dan dutch men
hyp2: gender modereert relatie tussen etniciteit en evaluaties
hyp3: SES modereert relatie tussen etniciteit en evaluaties
methode: neppe CV met arab en dutch namen, man/vrouw en adres/school veranderen (SES)
resultaten: arab men gediscrimineerd (obv naam)
conclusie: hyp 1 ondersteund, hyp2&3 niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

studie 2 samengevat

hyp, methode, resultaten, conclusie

A

hyp6: moderatie van relatie tussen etniciteit en evaluaties door level van externe motivatie om vooroordeel naar Arabs toe te controleren –> Arabs krijgen lagere scores dan dutch wanneer de level van externe motivatie om vooroordeel naar Arabs toe te controleren van beoordelaars laag is
methode: neppe CV, arab vs dutch
resultaten: hoofdeffect voor etniciteit en 2way interactie tussen etniciteit en externe motivatie
conclusie: Arabs minder geschikt gezien voor banen, maar niet als level van beoordelaar hoog was

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

studie 3 samengevat

hyp, methode, resultaten, conclusie

A

hyp7: 2way interactie tussen etniciteit en sekse en baangeschiktheid, gekwalificeerd door expliciete/impliciete vooroordeel –> Arabfemales krijgen lagere scores op baangeschikheid dan dutch applicants en arab males wanneer vooroordeel hoog is
methode: field experiment, echte recruiters; meten van vooroordelen recruiter
resultaten: 3way interactie, bij hoge vooroordelen kregen arabs lagere scores dan dutch, vooral arab females
conclusie: hyp1&7 ondersteund, arab females kregen laagste score & support voor MMS hypothese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke hypotheses werden ondersteund (door de 3 studies)?

A

Ethnic prominence en Multiple minority status hypotheses

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

role congruity theory

A

vooroordeel naar vrouwelijke leiders toe is het gevolg van incongruentie tussen traditionele karakteristieken van een vrouw en verwachtingen van leiderrollen

(over algemeen: vrouwen gentle aardig, mannen dominant)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

descriptive stereotypes

A

hoe we verwachten en denken hoe vrouwen/leiders zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

prescriptive stereotypes

A

hoe we verwachten dat vrouwen/leiders moeten zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

welk stereotype overlapt meer met het leiderstereotype, man of vrouw?

A

Stereotype van mannen overlapt bijna helemaal met stereotype van leaders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

double blind

A

doordat het stereotype van een vrouw incongruent is met die van een leider, geef je een vrouw óf het stereotype van een vrouw, óf het stereotype van een leider

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is het gevolg van double blind?

A

door double blind wordt vooruitgang van de vrouw tot machtige posities verhindert

17
Q

zijn gender stereotypen stabiel over de tijd heen of juist niet?

A

wel stabiel

18
Q

welke twee traits worden de laatste 10 jaar als belangrijker gezien als traits voor leiders?

A

communal en vriendelijke traits

19
Q

glass cliff phenomenon

A

vrouwen en andere minorities worden gepromoveerd tot management posities in tijden van crisis (intern, binnen de organisatie)