9. Interpretatie bloedgassen Flashcards

1
Q

Wat zijn de beste plekken voor slagaderlijke bloedafname?

A

Elleboog (brachiale arterie), pols (radiale arterie), lies (femorale arterie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke twee analyses voer je uit bij bloedgasinterpretatie?

A

Zuur-base-evenwicht: Analyseer pH, PaCO₂, en HCO₃⁻ om de zuurgraad van het bloed te beoordelen.

Zuurstofvoorziening/Oxygenatie: Analyseer PaO₂ en O₂-saturatie om te beoordelen of er voldoende zuurstof in het bloed is (gaswisseling)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom zijn zuur-base-evenwicht en oxygenatie belangrijk in bloedgasanalyse?

A

Zuur-base-evenwicht: Houdt de pH binnen normale grenzen, essentieel voor celwerking.
Oxygenatie: Zorgt voor voldoende zuurstoftoevoer naar de weefsels en afvoer van CO₂.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekent pH in de context van bloedgassen en wat is de normaalwaarde van ph?

A

pH is een maat voor de zuurgraad van het bloed.
Normaal: 7,4
Acidose: pH < 7,35.
Alkalose: pH > 7,45.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is PaO₂ en wat zijn normale waarden?

A

PaO₂: Arteriële zuurstofdruk, maat voor zuurstofoverdracht.
Normaal: 75-100 mmHg.
Lager dan 60 mmHg: Hypoxemie (zuurstoftekort in bloed).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verschil tussen centrale en perifere cyanose, en wat zijn de belangrijkste oorzaken?

A

Centrale cyanose:
Oorzaak: Lage PaO₂ (systeemprobleem, bijvoorbeeld hypoxemie door longziekte).
Uiterlijk: Blauwkleuring van lippen en tong.

Perifere cyanose:
Oorzaak: Normale PaO₂, maar lokaal verminderde doorbloeding (bijvoorbeeld vaatproblemen).
Uiterlijk: Blauwkleuring van vingers en tenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe identificeer je respiratory failure en onderscheid je tussen eenzijdig en tweezijdig ademhalingsfalen?

A

Controleer PaO₂: Respiratory failure wordt gekenmerkt door een lage PaO₂ (< 60 mmHg).

Discrimineren tussen typen ademhalingsfalen:

Eenzijdig falen:
Lage PaO₂, normale of lage PaCO₂.
Oorzaak: Problemen in gasuitwisseling (bijv. V/Q mismatch, shunting).

Tweezijdig falen:
Lage PaO₂ én hoge PaCO₂.
Oorzaak: Ventilatieproblemen (bijv. hypoventilatie door COPD, neuromusculaire aandoeningen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een stappenplan voor bloedgasinterpretatie?

A
  1. Analyseer zuur-base-evenwicht:
    Is de pH normaal? Is de oorzaak respiratoir (PaCO₂) of metabool (HCO₃⁻)?
  2. Analyseer oxygenatie:
    Is de PaO₂ abnormaal?
    Type ademhalingsfalen bepalen (eenzijdig of tweezijdig).
    Gebruik de P(A-a)O₂-gradiënt:
  3. Differentieer oorzaken van hypoxemie (bijv. V/Q mismatch of shunting).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly