4. Longfunctie Flashcards

1
Q

Wat zijn de belangrijkste types longfunctiestoornissen?

A

Obstructief: Vernauwing van de luchtwegen (bijv. astma, COPD, cystic fibrosis).
Restrictief door verminderde thoraxbeweging (bijv. scoliose, neuromusculaire aandoeningen). (zit buiten de longen)
Restrictief door stugge longen (aangedaan longparencym). pulmonale fibrose, silicose, antracose (zit in de long)
Vasculair: Problemen in het vaatbed (bijv. pulmonale hypertensie, longembolie). (zit in de bloedbanen/ bloedtoevoer)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke test wordt gebruikt om obstructieve longziekten te meten?

A

Spirometrie (FEV1/FVC).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe worden restrictieve longziekten gemeten?

A

Bodybox voor totale longcapaciteit (TLC).
CO-diffusie (DLCO) voor gasuitwisseling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe worden vasculaire longproblemen gedetecteerd?

A

CO-diffusietest (DLCO).
Echografie van het hart om overbelasting te evalueren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de kenmerken van astma?

A
  • Probleem zit in de luchtwegen (obstructief)
  • Luchtwegwand (bronchiën) is verdikt/ opgezwollen.
  • Mucus productie
  • Door gladde spiercontractie nog meer vernauwd, door medicijnen (innelatoren) kunnen ze
    ontspannen.
  • Probleem met uitademing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is chronische bronchitis en hoe beïnvloedt het de luchtwegen?

A

Chronische bronchitis is een langdurige ontsteking van de luchtwegen, gekenmerkt door:

Overmatige slijmproductie.
Verdikking van de luchtwegwand.
Het leidt tot ademhalingsproblemen en valt onder COPD.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is emfyseem en hoe beïnvloedt het de longblaasjes?

A

Emfyseem is een beschadiging van de longblaasjes (alveoli), wat leidt tot:

Uitgezette alveoli met minder elasticiteit.
Minder effectieve gasuitwisseling.
Een lagere drukgradiënt, wat zorgt voor een verminderde luchtstroom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is spirometrie en waarvoor is het nuttig?

A

Longfunctietest die de luchtstroom meet.
Meest gebruikte longfunctietest
Handig voor obstructieve stoornissen zoals astma en COPD.
Minder geschikt voor restrictieve en vasculaire aandoeningen.

Patiënt moet eerst heel diep inademen. Vanaf meest diepe inademing zo krachtig mogelijk
uitademen. Gegevens worden weergegeven in een flow-volume diagram.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een bodybox en waarvoor wordt deze gebruikt?

A
  • Persoon zit in een afgesloten cel en is met de mond aangesloten op een manometer en
    volumemeter.
  • Er zit ook een manometer op de cabine zelf aangesloten.
  • Bij ademhaling vindt er druk- en volumeverandering plaats.
  • D.m.v. de wet van Boyle kan er gekeken worden naar de volumina in de borstkas van de
    patiënt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is CO-diffusie en waarvoor wordt deze test gebruikt?

A

Een test die meet hoe goed koolmonoxide (CO) door de longmembraan diffundeert, gebruikt voor het evalueren van gasuitwisseling bij restrictieve en vasculaire aandoeningen.

  • Niet invasief makkelijk onderzoek, kan zelfs bij kinderen.
  • Patiënt krijgt een kleine hoeveelheid CO aangeboden bij inademing.
  • Diep inademen en 10 sec adem vasthouden en dan weer uitademing.
  • CO concentratie wordt gemeten bij in en uitademing.
  • Verschil zegt iets over hoe goed CO is opgenomen in het bloed.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een bronchoprovocatietest?

A
  • Aantonen van overgevoeligheid van de luchtwegen, de reacties zijn vooral het gevolg van de
    gladde spieren in de luchtwegen.
  • Vindt plaats door inhalatie van opklimmende reeks aan dosis van een prikkelende stof.
  • Na iedere inhalatie wordt de longfunctie gemeten → weergegeven in een diagram
  • Stoppen als 20% daling van FEV1 is bereikt.
  • Daarna luchtwegverwijder toedienen om de patiënt weer bij te laten komen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe hangen chronische bronchitis en emfyseem samen met COPD?

A

Beide aandoeningen vallen onder COPD en veroorzaken obstructie in de luchtwegen, met moeite bij uitademen als gevolg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom is fietsergometrie belangrijk?

A

Voor het meten van maximale inspanningscapaciteit en het bepalen van inspanningsbeperkingen.
- Pre-operatief
- Pre-revalidatie
- Evaluatie van de aandoening
- Om vast te stellen hoeveel zuurstof er gegeven moet worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke tests ondersteunen de behandeling van astma door inzicht te geven in triggers en ontstekingsgraad?

A

Allergietest: Identificeert allergenen die astma kunnen verergeren.
Metacholine provocatietest: Toont de gevoeligheid van de luchtwegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke tests meten ontsteking in de luchtwegen bij astma?

A

Stikstofoxide (FeNO): Meet de mate van luchtwegontsteking via uitgeademde lucht.
Geïnduceerd sputum: Analyseert slijm voor ontstekingscellen en -type.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly