10. Longfalen Flashcards
Hoe identificeer je respiratory failure en onderscheid je tussen eenzijdig en tweezijdig ademhalingsfalen?
Controleer PaO₂: Respiratory failure wordt gekenmerkt door een lage PaO₂ (< 60 mmHg).
Discrimineren tussen typen ademhalingsfalen:
Eenzijdig falen type 1:
Lage PaO₂, normale of lage PaCO₂.
Oorzaak: Problemen in gasuitwisseling (bijv. V/Q mismatch, shunting).
Tweezijdig falen type 2:
Lage PaO₂ én hoge PaCO₂.
Oorzaak: Ventilatieproblemen (bijv. hypoventilatie door COPD, neuromusculaire aandoeningen).
Wat behandel je bij Type 1 (eenzijdig) longfalen?
Bij Type 1 longfalen behandel je hypoxemie door zuurstof toe te dienen om de PaO2 te normaliseren.
Wat behandel je bij Type 2 longfalen?
Bij Type 2 longfalen behandel je hypercapnie door CO2 af te voeren/ draineren via kunstmatige beademing (non-invasief of invasief).
Wat zijn de behandelmogelijkheden bij Type 1 longfalen?
Bij Type 1 longfalen behandel je hypoxemie door zuurstoftherapie met:
Nasale canule (max. 45% FiO2).
Gezichtsmasker (max. 60% FiO2).
Non-rebreather masker (max. 100% FiO2).
Venturi masker (precisie zuurstoftitratie).
Transtracheale zuurstoftherapie (langdurige zuurstoftoediening).
Wat behandel je bij Type 2 longfalen?
Bij Type 2 longfalen behandel je hypercapnie door CO2 af te voeren via kunstmatige beademing (non-invasief, masker of invasief, endotracheale tube),