9. Het Consult En Daarna Flashcards
Fasen consult
- Zorgverlener gaat werkrelatie aan met patiënt
- Zorgverlener probeert te achterhalen wat reden is van het consult
- Zorgverlener onderzoekt de patiënt (vraaggesprek en/of lichamelijk onderzoek)
- Zorgverlener en/of patiënt bespreken de aandoening
- Zorgverlener en/of patiënt bespreken verdere behandeling of aanvullend onderzoek
Gezamenlijke besluitvorming - stappen
Keuze: patiënt informeren dat en meerdere behandelingsopties zijn
Opties: gedetailleerde informatie over verschillende opties
Beslissing: ondersteunen afwegen voor- en nadelen en besluitvormi
Factoren van invloed op consult
Werkrelatie en samenwerking
Communicatievaardigheden zorgverlener
Eigenschappen zorgverlener
Taalgebruik zorgverlener
Taal en cultuur
Verschillende doelstellingen kunnen impact hebben op hoeveelheid en soort
informatie die gedeeld wordt:
Zorgverleners focust op louter medische informatie;
Patiënt voelt zich niet begrepen in eigen bezorgdheden;
Patiënt gaat minder delen; waardoor zorgverlener mogelijk belangrijke informatie
mist
Reflectie
parafraseren en herformuleren van gevoelens patiënt om empathie en
begrip te tonen
Spiegelen
herhalen van sleutelwoorden of laatste woorden van patiënt,
uitnodiging om verdere informatie te delen
Patroonherkenning
patronen van symptomen vergelijken met ziekteprototypen van de zorgverlener. Goede manier om eenvoudige diagnoses te stellen
Gebruik heuristieken
intuïtieve beslissingen gemaakt op basis van beschikbare
vuistregels (meest vatbaar voor biases)
Beschikbaarheidsbias
sneller diagnosticeren van ziekte die meer ‘paraat’ is in het
geheugen (bv. op basis van eerdere diagnoses, diagnoses collega’s, media)
Representativiteitsbias
diagnose maken o.b.v. veralgemeningen van
ziekteprototypes van de arts
Ankerheuristiek
diagnose maken o.b.v. enkele bron van informatie, zonder andere
informatie te overwegen
Confirmatiebias
selectief informatie zoeken en opnemen die initiële diagnose
bevestigen
Overmoedigheidsbias
actief verwerpen van alternatieve diagnoses door overmoed
in eigen initiële besluitvorming
Slechtnieuwsgesprek
gesprek tussen zorgverlener en patiënt (en/of naasten) waarin
‘slecht nieuws’ gegeven wordt (bv. ernstige diagnose en/of slechte prognose)
Zeer stressvol voor patiënt én zorgverlener
SPIKES-model slechtnieuwsgesprek
- Het gesprek voorbereiden
- De perceptie van patiënt evaluaren
- Een uitnodiging van de patiënt krijgen
- Kennis en informatie verstrekken
- Omgaan met emoties van patiënt door empathische reacties
- Strategie en samenvatting
Compliantie
opvolgen adviezen zorgverlener (biomedisch perspectief;
paternalistisch)
Adherentie
= opvolgen adviezen vanuit meer gelijkmatige relatie patiënt-
zorgverlener (rekening houden met individuele- of omgevingsfactoren)
Concordantie
= gezamenlijk bereikte overeenkomst nadat patiënt volledig
geïnformeerd is over voor- en nadelen gedrag (gezamenlijke besluitvorming)
Zelfcontrolestrategieën
Leren gepaste doelen stellen
Zelfmonitoringsvaardigheden
Doelen opschrijven
Motiverende strategieën
Graduele/stapsgewijze vooruitgang
Gebruik maken van sociale steun
Zelfbeloning bij succes
Verschillende paradigma’s of benaderingen ten opzichte van aanpassing:
Medisch perspectief: symptoomreductie of fysieke aanpassing
Psychologisch perspectief: emotioneel welzijn, afwezigheid van lijden, cognitieve adaptatie, psychiatrische morbiditeit
Biopsychosociaal perspectief: sociale aanpassing en dagelijks functioneren
Gefaseerde ziekterespons model Morse & Johnson
Fase 1: Onzekerheid.
Fase 2: Ontwrichting.
Fase 3: Streven naar herstel.
Fase 4: Herstel van welzijn.
Fasen rouwverwerking
Fase 1: Ontkenning.
Fase 2: (onderdrukte) woede.
Fase 3: Onderhandeling.
Fase 4: Depressie.
Fase 5: Aanvaarding.
5 domeinen van posttraumatische groei:
Verbeterde persoonlijke relaties
Meer waardering voor het leven
Gevoel van toegenomen persoonlijke kracht
Hogere mate van spiritualiteit
Verandering in persoonlijke waarden, prioriteiten en doelen