6. Stress Flashcards
Verschillende benaderingen stress
- Stress als reactie op een externe stimulus
- Stress als lichamelijke of fysiologische reactie
- Stress als transactie
Stress als reactie op stimulus
Focus op stressoren (= externe potentieel stressvolle gebeurtenissen of stimuli)
Onderzoek gericht op identificeren en objectief meten van stressoren en bepalen
impact van deze gebeurtenissen
Verschillende soorten stressoren
- Catastrofale gebeurtenissen (bv. pandemie, aardbevingen, overstromingen, etc.)
- Belangrijke levensgebeurtenissen (bv. werkloosheid, ziekte, overlijdens, etc.)
- Dagelijkse bekommernissen/frustraties (bv. financiële zorgen, ruzie met partner,
werkstress, etc.)
Stress sensitisatie hypothese
vaak vastgestelde lineaire relatie tussen ervaren
stressoren en mentale en fysieke gezondheidsproblemen
Hoe meer stressoren iemand heeft meegemaakt, hoe groter de kans op gezondheidsproblemen
Stress inoculatie hypothese
recente inzichten tonen curvilineaire (U-vormige)
relatie tussen ervaren stressoren en mentale en fysieke gezondheidsproblemen
Ervaring met ‘gematigd’ aantal stressoren leidt tot betere gezondheidsuitkomsten,
in vergelijking met geen of veel ervaren levensgebeurtenissen
Beperkingen stress als stimulus
- Focus enkel op externe stimuli, niet persoonlijke ervaringen
- Kan verband tussen stressoren en gezondheid aantonen, maar niet verklaren
- Geen aandacht voor individuele verschillen: niet iedereen reageert op dezelfde
manier op gebeurtenissen
Stress als lichamelijke reactie
Focus op neurologische, biologische en fysiologische processen bij stress en invloed
op mogelijke ziekten
“Stress als de niet-specifieke respons van het organisme op verstoring van lichamelijke homeostase” (Hans Selye)
Allostase
anticipatief regulerend vermogen om tegemoet te komen aan vereisten
van omgeving en terug te keren naar staat van homeostase
Fysiologische stress respons
Mobilisatie van energie
Verhogen spierspanning, bloeddruk, ademhaling
Onderdrukken van spijsvertering
Onderdrukken van groei
Onderdrukken voortplanting
Kortstondig versterken immuunsysteem
Verhogen van cognitieve alertheid, aandacht, geheugen
Activatie autonoom zenuwstelsel
- Stress is activatie sympatisch zenuwstelsel
- Verhogen ‘arousal’ waardoor fight-or-flight reactie ontstaat
- Afgifte catecholaminen adrenaline &
noradrenaline
(Sympathisch-adrenomedullaire systeem;
SAM)
HPA-systeem
- SAM-systeem kortdurend
- Hypothalamus-hypofyse-bijnier (HPA) systeem zorgt voor langer durende reactie respons
- Afgifte van glucocorticoïden (cortisol) in
bijnierschors - Remt opname glucose en vet in weefselcellen,
zodat het gebruikt kan worden als energie - Remt werking immunsysteem
allostatic load of allostatische overbelasting
Fysiologische systemen worden overbelast als gevolg van herhaalde acute stress of chronische stress waardoor terugkeer naar homeostatis steeds moeilijker wordt (allostatic load of allostatische overbelasting)
Langdurig verhoogde cortisolwaarden
geassocieerd met:
Onderdrukking immunsysteem
Toegenomen LDL-cholesterol &
vorming plaques
Veroudering
Depressie
Ziekte van Cushing
Langdurige afgifte adrenaline en
noradrenaline geassocieerd met:
Verhoogde bloeddruk
Vorming van tromboses
Hartritmestoornissen
Slaapproblemen
Beperkingen stress als fysiologische reactie
Geen aandacht voor individuele verschillen: niet iedereen reageert op dezelfde manier op gebeurtenissen
Niet-specifieke respons → beleving van verschillende stressoren (bv. fysieke versus psychologische) compleet anders
Verklaring voor directe relatie tussen stress-gezondheid; maar niet noodzakelijk voor
de indirecte relatie
Stress als transactie
Stress is subjectieve ervaring -> of een stressor al dan niet als stressvol wordt
ervaren is een kwestie van beoordeling
Stress is resultaat van dynamische interactie (transactie) tussen…
- Externe of interne gebeurtenissen (stressoren)
- Iemands persoonlijke eigenschappen en beoordelingen
- Interne of externe hulpmiddelen waarover iemand beschikt
Transactionele stressmodel van Richard Lazarus
Primaire beoordeling - Verschillende soorten beoordelingen
- Situatie beoordelen als gunstig / irrelevant (positieve of
neutrale gebeurtenis) - Situatie beoordelen als verlies (schade of mislukking heeft reeds plaatsgevonden)
- Situatie beoordelen als bedreiging (verwachting van toekomstige schade)
- Situatie beoordelen als uitdaging (kans voor persoonlijke groei)
Secundaire beoordeling
Samen met primaire beoordeling, zal er een inschatting plaatsvinden van hulpmiddelen en eigen vermogen om met een stressor om te gaan -> inschatting vermogen tot coping
Ingeschatte hulpmiddelen kunnen intern of extern zijn
Eustress
Eustress = stess die gepaard gaat met overwegend positieve gevoelens, positieve
spanning, betere prestaties of een toestand van gezondheid
Distress
Distress = stess die gepaard gaat met overwegend negatieve gevoelens, negatieve
spanning, slechtere prestaties of een verstoring van lichamelijke toestand
Wet van Yerkes - Dodsen
- Een bepaald niveau van arousal (= spanning als gevolg van stress) kan positieve impact hebben op prestaties
- Te weinig en te veel stress zullen negatieve
impact hebben op prestaties - Optimale spanningsniveau afhankelijk van persoon en uit te voeren taak
Type a persoonlijkheid
gerelateerd aan toegenomen
hart- en vaatziekten
=>
Competitiegeest
Gedreven
Gehaast gedrag
Gemakkelijk geërgerd
Ongeduldig
Vijandigheid
Coping
Coping is een dynamisch proces van cognitieve, emotionele en gedragsmatige reacties die ontstaan uit primaire en secundaire beoordelingen en die gericht zijn op het verminderen van de invloed van een feitelijke of subjectief ervaren stressor
Functies coping
- Effect van schadelijke externe omstandigheden verminderen
- Tolereren of zich aanpassen aan stressvolle gebeurtenissen
- Behouden van een positief zelfbeeld
- Behouden van emotioneel evenwicht en het verminderen van emotionele
impact van stress - Behouden van bevredigende relatie met de omgeving en met anderen
Opdeling dimensies van coping
- Probleem-gerichte coping
- Emotie-gerichte coping
- Vermijdende coping
Probleem - gerichte coping
actieve coping gericht op het verminderen van de eisen van een stressor of het vergroten van de eigen mogelijkheden om met de stressor om te gaan (
Emotie - gerichte coping
Emotie-gerichte coping = actieve coping gericht op het omgaan met gedachten en gevoelens die stressor oproept (bv. accepteren, emotionele steun inroepen, mediteren)
Vermijdende coping
Vermijdende coping = passieve coping gericht op het vermijden of minimaliseren van een stressor (bv. situatie vermijden, afleiding zoeken, middelengebruik)
Directe effecten hypothese
sociale steun is gunstig, ongeacht ervaren stress
Sociale steun kan gezond gedrag zoals stoppen met roken of therapietrouw
bevorderen
Sociale steun if gerelateerd aan hoger psychosociaal welzijn bij zowel gezonde als
ongezonde populaties (ook wanneer gecontrolleerd voor ervaren stress)
Bufferingshypothese
Bufferingshypothese = sociale steun beschermt tegen de negatieve effecten van stress
Ervaren sociale steun zorgt voor positievere resultaatverwachtingen en beoordelingen bij stressvolle gebeurtenissen
Sociale steun kan proactieve coping stimuleren
PTSS
Stoornis die een reactie vormt op het ervaren van een traumatische gebeurtenis = ervaring waarbij er ernstige dreiging aanwezig was voor de fysieke integriteit en het leven van de persoon zelf of iemand anders (bv. ongeluk, natuurrampen, oorlog, …)
Type I traumatische gebeurtenissen:
Type I traumatische gebeurtenissen: gebeurtenissen die éénmalige acuut
optreden, onverwacht zijn en van korte duur (bv. ongeluk, getuigen zijn van overlijden)
Type II traumatische gebeurtenissen
herhaalde traumatisering
Symptomen ptss
Herbeleving van traumatische gebeurtenis (bv. terugkerende dromen, flashbacks, plotse
angstaanvallen, …)
Vermijden van stimuli die in verband staan met trauma (bv. specifieke mensen of locaties
vermijden, onvermorgen trauma te herinneren, verminderd toekomstperspectief, …)
Langdurige symptomen van spanning die niet aanwezig was voor het trauma
(bv. slaapproblemen, prikkelbaarheid, moeilijk kunnen concentreren)
Burnout
Toestand van mentale en fysieke uitputting ten gevolge van chronische stress
Vaak gezien als resultaat van langdurige, chronische beroepsmatige stress
Kernsymptomen burnout
- Fysieke, mentale en emotionele uitputting; gebrek aan energie
- Depersonalisatie of cynisme; afstandelijke en cynische houding t.o.v. werk of
collega’s - Verminderd gevoel persoonlijke prestaties en verminderde effectiviteit in het werk
Job demands resources model
- Werkgerelateerde stressoren
- Werkgerelateerde bronnen
- persoonlijke bronnen
SAM
Sympathisch-adrenomedullaire systeem
Algemeen aanpassingssyndroom fases
- alarmfase
- weerstandsfase
- uitputtingsfase
alarmfase
- stressvolle verandering
- shockfase
- countershock