8 - Tegenwoordige tijd van werkwoorden op -ere Flashcards
blijven
rimanere
kiezen
scegliere
losmaken, smelten
sciogliere
houden
tenere
verwijderen, uittrekken
togliere
het vuur
il fuoco
dirigeren, beheren
dirigere
de fabriek
la fabbrica
de haast
snel
la fretta
in fretta
winnen
vincere
het stof, het poeder
la polvere
de pasgeborene (m/v)
il neonato / la neonata
huilen
piangere
lachen
ridere
het sap
het versgeperst sap
il succo
la spremuta
de strip
il fumetto
de knoop
il nodo
glimlachen
sorridere
het onkruid, de wiet
l’erbaccia (f)
de pil
la pastiglia
het donker
il buio
een fout begaan
commettere un errore
bakken, frituren
friggere
melken
mungere
verbergen
nascondere
de prooi
la preda
schijnen, stralen
splendere
de rivier
il fiume
stromen, vloeien
scorrere
Verdomme!
Accidenti!
de misdaadfilm
il film giallo
mompelen
borbottare
het blikje
la lattina
de schaamte
la vergogna
onwetend
ignorante
corrigeren
correggere
het orkest
l’orchestra (f)
de matroos
il marinaio
het tapijt
il tappeto
Ik ben weg!
Vado via!
het leger
l’esercito (m)
binnenvallen
invadere
vijandig
nemico / nemica
bestaan
esistere