8 - Metabool syndroom Flashcards

1
Q

Waardoor wordt het metabool syndroom gekenmerkd?

A

Insulineresistentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar wordt met een insulineresistentie voornamelijk op gelet?

A

Op de bloedsuikerspiegel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke 4 mechanismen zijn er die tot insulineresistentie kunnen leiden?

A
  • Pre-receptor: insuline kan niet aan de receptor binden of wordt weggevangen
  • Receptor: verlaagd receptor aantal of verlaagt de affiniteit
  • Postreceptor: abnormale signaaltransductie of fosforylatie -> meest voorkomend!
  • Glucose-transporter: verlaagd aantal GLUT-4 transporters
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom komen patiënten met diabetes snel aan door behandeling met insuline?

A

Spieren hebben minder insuline nodig om vet op te nemen dan glucose. Door een hoge insulineconcentratie als gevolg van insulineresistentie zal vel meer voedsel worden opgenomen in de vetcel dan in de spiercel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de kern van de Raeven hypothese?

A

Alle factoren van het metabool syndroom worden veroorzaakt door insulineresistentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly