6 - Lichaamssamenstelling Flashcards

1
Q

Met welke formule wordt de BMI berekend?

A

gewicht (kg) / lengte^2 (m)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe is de mortaliteit bij mannen en vrouwen in het geval van over- en ondergewicht?

A

Mannen met overgewicht hebben een hogere mortaliteit dan vrouwen met overgewicht. Vrouwen met ondergewicht hebben een hogere mortaliteit dan mannen met mortaliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarvan is de BMI onafhankelijk?

A

Sekse, leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarvan is de BMI afhankelijk?

A

Etniciteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de limitatie van de BMI?

A

Lichaamsgewicht is beïnvloed door andere factoren dan vet, zoals botten, plasma volume en spiermassa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de definitie van vrije vetmassa?

A

Niet-essentieel vet + opgeslagen vet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de definitie van lean body mass?

A

Weefsel met essentieel vet -> spiermassa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat doet de model body composition 1?

A

Deze maakt onderscheid tussen vrije vetmassa en lean body mass.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een nadeel van de model body composition 1?

A

Dit is moeilijk te meten in de praktijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de definitie van vetmassa?

A

Vetmassa inclusief essentieel vet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de definitie van vetvrije massa?

A

Overig weefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat doet de model body composition 2?

A

Deze maakt onderscheid tussen vetmassa en vetvrije massa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de belangrijkste factor die het gewicht bepaalt?

A

Water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waaruit bestaat vetvrije massa?

A

Water, glycogeen en eiwitten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoeveel procent van het lichaam bestaat uit water?

A

60%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoeveel procent van het water in het lichaam bevindt zich intracellulair?

A

34%

17
Q

Wat is de definitie van niet-essentieel vet?

A

Het niet-essentiële vet is opslag vet wat je niet direct nodig hebt.

18
Q

In welke vorm worden niet-essentiële vetten opgeslagen?

A

In de vorm van triglyceriden.

19
Q

Wat zijn de 5 functies van essentieel vet?

A
  1. Geeft steun aan organen in de buik.
  2. Heeft een beschermend effect.
  3. Biedt lichaamsisolatie.
  4. Is een belangrijke energiebron.
  5. Het is een bron van hormonen en cytokines die belangrijk zijn voor het functioneren van het lichaam.
20
Q

Wat zijn de voordelen van vet?

A

Het is een goede bron van energie die weinig ruimte kost.

21
Q

Waar spelen essentiële vetten een grote rol in bij vrouwen?

A

Bij de voortplanting van vrouwen, het vet is nodig om de zwangerschap tot een goed einde te brengen.

22
Q

Wat is het percentage essentieel vet van het totale lichaamsgewicht bij vrouwen en mannen?

A

Vrouwen: 8-12%
Mannen: 3-5%

23
Q

Waar liggen de 5 vetdepots waar vet wordt opgeslagen in het lichaam?

A
  1. Subcutaan
  2. Intermusculair
  3. Intramusculair
  4. In de buikholte
  5. In de borstholte
24
Q

Welke 4 methoden kunnen gebruikt worden om de lichaamssamenstelling van een patiënt te benaderen?

A
  1. Huidplooidiktemeting
  2. Lichaamsomtrek meting
  3. Bio-elektrische impedantie analyse (BIA)
  4. Beeldvormende technieken (CT, MRI en DEXA)
25
Q

Wat zijn nadelen van de huidplooimeting?

A

De test is moeilijk reproduceerbaar en vertelt niet of er veel vet rond de ingewanden zit (visceraal vet).

26
Q

Waar geeft de waist-hip ratio informatie over?

A

Dit geeft informatie over de vetverdeling in het lichaam.

27
Q

Bij welke WHR is er een significant gevaar voor mannen en wanneer voor vrouwen?

A

Mannen: >0,95
Vrouwen: > 0,80

28
Q

Wat is het verschil tussen vetcellen rondom de buik en vetcellen rondom de dijen?

A

Vetcellen rond de buik zijn insulineresistent en geven meer vrije vetzuren en cytokines af na stimuli. Vetcellen rondom de dijen zijn insuline sensitief en minder gevoelig voor stoffen die vet kunnen vrijmaken zoals adrenaline en glucagon.

29
Q

Waarom is het voordelig dat vetcellen rondom de dijen ongevoelig zijn voor stoffen die vet kunnen vrijmaken?

A

Hierdoor zijn er minder vrije vetzuren in het bloed aanwezig.

30
Q

Wat zijn de risico’s bij een hoge heup-taille ratio?

A
  • Een relatief hogere insulineresistentie
  • Een neiging tot hogere bloeddruk
  • Hoge cholesterolspiegels
  • Hogere kans op HVZ
  • Meer kans om over korte of lange termijn te sterven
31
Q

Wat is het tweecompartimenten model?

A

De Fat Mass (FM) kan berekend worden wanneer de Fat Free Mass (FFM) van het lichaamsgewicht wordt afgetrokken: lichaamsgewicht - FFM = FM.

32
Q

Wat zijn de beste technieken om de lichaamssamenstelling te bepalen?

A

CT-scan en MRI.

33
Q

Wat is de functie van leptine?

A

Deze zet in de puberteit de menstruatie in gang.