7.2 Ondernemingen in de tijd Flashcards

1
Q

Wat is investeren?

A

Dat is een voorbeeld van ruilen over de tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat moeten bedrijven constant doen?

A

Aan de toekomst denken, want de concurrent denkt ook aan de toekomst. Om de concurrent bij te houden, moeten bedrijven dus vooruitdenken en steeds in nieuwe kapitaalgoederen investeren om de concurrentie geen voorsprong te geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat levert investeren in principe op?

A

RENDEMENT, er zijn altijd risico’s verbonden met investeren, omdat je niet weet hoe groot het rendement zal zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is INNOVATIE?

A

Een vorm van investeren. Met behulp van de afdeling RESEARCH & DEVELOPMENT werken bedrijven aan innovaties. Een innovatie kan kostenbesparend zijn. Bij een lagere kostprijs kan het bedrijf extra klanten winnen en zo MARKTAANDEEL veroveren ten koste van de nadere bedrijven op de markt. Een innovatie kan ook betekenen dat het product vernieuwd wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe noem je het als een product wordt vernieuwd?

A

Productinnovatie, de manier waarop een product wordt gemaakt wordt dan vernieuwd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe noem je innovaties die heel belangrijk zijn, omdat ze andere innovaties mogelijk maken?

A

BASISINNOVATIES

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat gebruiken bedrijven?

A

Eigen geld en geleend geld om kapitaalgoederen te kopen. Het eigen geld dat op deze manier in het bedrijf geïnvesteerd wordt, zou ook tegen rente op een spaarrekening gezet kunnen worden. Maar een bedrijf wil met de investeringen een rendement halen dat boven de rente op een spaarrekening ligt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat moet een bedrijf doen, als een investering met geleend geld wordt betaald?

A

Dan moet het bedrijf rente betalen. Ook in dit geval wilt het bedrijf een rendement behalen dat boven de te betalen rente ligt. Zo houdt het bedrijf, na het betalen van de rentekosten, nog rendement over dat aan de winst toegevoegd kan worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

basisinnovaties

A

Belangrijke innovatie die ook andere innovaties mogelijk maakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

innovatie

A

Vernieuwing van producten, productieprocessen of kapitaalgoederen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

marktaandeel

A

Het deel van de markt(omzet) dat in handen is van één bedrijf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

rendement (van een investering)

A

De extra winst als gevolg van een investering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Research & Development

A

Onderzoek en ontwikkeling (O&O); Speur- en ontwikkelingswerk (S&O).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly