6.2 De uitkomsten van de markt Flashcards

1
Q

Wat willen consumenten graag?

A

Veel producten kopen tegen lage prijzen. Dat is goed voor hun welvaart.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat geeft de WELVAART aan?

A

In welke mate mensen in staat zijn om hun behoeften aan schaarse goederen en diensten te bevredigen. En omdat de behoeften altijd groter zijn dan de middelen ligt het voor de hand dat de welvaart stijgt als mensen meer schaarse goederen kunnen kopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een NEGATIEF EXTERN EFFECT?

A

Extern effect waarbij de welvaart daalt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Productie en consumptie brengen ook POSITIEVE EXTERNE EFFECTEN met zich, wat zijn dat?

A

Extern effect waarbij de welvaart stijgt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat probeert de overheid?

A

De negatieve externe effecten te beperken. Zo worden de negatieve externe effecten van autorijden beperkt door autorijders per litr benzine een bedrag accijns te laten betalen. Dit heeft twee voordelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke twee voordelen heeft dit?

A
  • Autorijders moeten nu de negatieve externe effecten vis de accijns zelf betalen.
  • De opbrengst aan accijns kan de overheid gebruiken om de negatieve gevolgen van het autorijden te bestrijden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

extern effect

A

Een ‘bijwerking’ van de markt (een gevolg van vraag of aanbod waar geen prijs voor betaald wordt.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

negatief extern effect

A

Extern effect waarbij de welvaart daalt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

positief extern effect

A

Extern effect waarbij de welvaart stijgt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welvaart

A

De mate waarin mensen in staat zijn om hun behoeften aan schaarse goederen en diensten te bevredigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly