7. Voeding bij (hoofd-hals)kanker Flashcards

1
Q

vormen v therapie bij kanker (4) =

A
  1. operatie en/of
  2. chemo en/of
  3. bestraling en/of
  4. hormoontherapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

voeding bij kanker heeft (directe) invloed op: (5)

A
  1. ernst postoperatieve complicaties
  2. ernst en duur bijwerking vd behandeling
  3. wondheling
  4. afweermechanisme
  5. QOL
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat verstaan we onder hoofd-halskanker?

A

alle kankers boven het sleutelbeen

muv hersentumoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

2 soorten tumoren (hoofd-hals)

A
  1. plaveiselcelcarcinoom

2. kliercelcarcinoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

een andere/engelse naam voor plaveiselcelcarcinoom =

A

squamous cell carcinoma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waar komt de plaveiselcelcarcinoom vooral voor in het hoofd-halsgebied?

A
  • lip
  • mondholte
  • larynx
  • farynx
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

een andere naam voor kliercelcarcinoom =

A

adenocarcinoma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waar komt de kliercelcarcinoom onder andere voor in het hoofd-halsgebied?

A

o. a. :
- speekselkliercarcinoom
- neusholtecarcinoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

op welk nummer staat hoofd-halskanker in de lijst van meest voorkomende kankers?

A

6e meest voorkomende kanker
(5% v tumoren hoofd-hals is kwaardaardig;
75% van alle patienten roken én drinken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kenmerken risicogroepen hoofd-halskanker (9)

A
  1. leeftijd; hoogste incidentie bij 60-74jarigen
  2. 3x zoveel bij mannen dan bij vrouwen
  3. slechte orale hygiëne
  4. HPV (nieuwe causale factor)
  5. uv-straling - lipkanker
  6. rokers
  7. drinkers
    8 mensen die weinig tot geen groente en fruit eten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is HPV =

A

= humaan papillomavirus
(groep virussen die huid en slijmvliezen van de aarsstreek en van de geslachtsorganen van mannen en vrouwen kan besmetten. soms ook mondslijmvlies en stembanden, - orale seks)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waar staat HPV voor?

A

humaan papillomavirus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

kenmerken en klachten hoofd-halskanker (m9)

A

symptomen afhankelijk van tumorlocatie

  1. slijm/bloed in keel
  2. mondulceraties
  3. slikklachten
  4. brok in de keel
  5. rauw gevoel
  6. heesheid
  7. pijn in mond/keel
  8. slijmvliesbeschadiging
  9. moeilijk passende prothese
    - vermoeidheid
    - koorts
    - ongewenst gewichtsverlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

oorzaken hoofd-halskanker (2)

A
  1. overmatig gebruik alcohol en tabak (combinatie) (hoog alcoholpercentage = hoger risico)
  2. voedingsfactoren (groente en fruit: beschermend effect)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

onderzoeksmethoden (4)

A
  1. visueel onderzoek (alg. anesth.)
  2. biopsie
  3. radiologisch oz (CT, MRI, thorax)
  4. bloedonderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Classificatie via TNM =

A
T = grootte en doorgroei vd tumor (T1-T4)
N = betrokkenheid lymfeklieren (N0-N3)
M = aanwezigheid metastasen op afstand (M0, M1)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Stadia via TNM =

A
- Vroeg (1/3) 
I = T1, N0
II = T2, N0
- lokaal gevorderd (2/3)
III = T1-3, N0-1
IV = T1-3, N2-3  /  T4, Nalle
- metastasen (1/10)
M1
18
Q

Behandeling bij vroeg stadium =

A

chirurgie + radiotherapie

19
Q

behandeling bij lokaal gevorderd stadium =

A

chirurgie + radiotherapie + chemo

20
Q

voedingsproblemen bij hoofd-halsoncologie (9) =

A
  1. slik/kauwproblemen
  2. pijnlijke mond/keel
  3. droge mond / hinderlijke slijmvorming
  4. reuk/smaak vermindering/verandering
  5. misselijkheid/ braken
  6. verminderde voedingsinname;
  7. ongewenst gewichtsverlies;
  8. verminderde voedingstoestand (=verminderde heling/afweer)
  9. verhoogd risico op bijwerkingen, vermindering QOL, weerstand
21
Q

veel voorkomende klachten bij (algemene!) kanker (9+)

A
  1. anorexie
  2. smaakverandering
  3. mondproblemen
  4. slik- en passageklachten
  5. verteringsstoornissen
  6. absorptiestoornissen
  7. misselijkheid
  8. vermoeidheid
  9. constipatie of diarree
22
Q

anorexie =

A

gebrek aan eetlust

23
Q

ondervoeding =

A

tekort aan energie & voedingsstoffen

24
Q

cachexie =

A

= progressief verlies v skeletspiermassa, met of zonder verlies v vetmassa.

  • > multifactorieel
  • > bij 50% vd patienten m kanker
25
kenmerken cachexie (3)
1. niet volledig omkeerbaar door voedingsinterventie 2. progressieve functionele achteruitgang 3. negatieve eiwit- en energiebalans door verminderde voedselinname en abnormaal metabolisme
26
geef de 'metabolisme-problemen' bij kanker (4)
1. Hoog energieverbruik (therapie, stress, consultatie) 2. hoog energieverlies (wondherstel..) 3. lage energie-inname (pijn, smaakveranderingen, hospitalisatie, tumorplaats) 4. verminderd functioneren (verstoorde stofwisseling, afname spiermassa en spierkracht)
27
voedingsmaatregelen bij (hoofd-hals)kanker (5)
(individueel+ klachtgerelateerd) 1. voeding verrijken: energie- en eiwitrijk 2. bijvoeding (fortimel, resource etc) 3. ondersteunend sondevoeding (bv snachts) 4. volledige sondevoeding 5. TPN (voeding rechtstreeks in bloedbaan)
28
TPN =
= totale parenterale nutritive | = voeding rechtstreeks in bloedbaan
29
veel voorkomende mondproblemen bij tumoren in regio hoofd-hals, slokdarm en long (4) =
1. xerostomie 2. mucositis/stomatitis 3. kauw-/slik-/passageproblemen 4. pijnlijke mond
30
advies bij droge mond (6)
(vaak sondevoeding) 1. drinken bij de maaltijden 2. ruim saus en jus gebruiken 3. maaltijdsoep, smeuïg beleg, veel boter 4. pap/vla/yoghurt, evt met cornflakes 5. kauwgum en zure voedingsmiddelen stimuleren speekselproductie 6. kunstspeeksel
31
gradatie Mucositis =
``` 0 = geen klachten 1 = roodheid vd slijmvliezen, eten/drinken mogelijk. 2 = kleine ulceraties, eten/drinken mogelijk maar pijnlijk. 3 = ulceraties in elkaar overlopend met witte vlekken, niet eten wel drinken mogelijk. 4 = ulceraties met bloeding, eten/drinken onmogelijk ```
32
voedingsadvies bij mucositis (7)
1. smeuïge/zachte/vloeibare voeding 2. GEEN scherpe/zure/sterk gekruide voeding 3. GEEN hele zoete voeding + aandacht voor melk (slijmerig gevoel achterlaten, muv zure zuivel) 4. producten op kamertemp. 5. vermijd alcohol en koolzuurhoudende dranken (ananas-/bosbessensap kan sijmoplossend werken) 6. vocht + vaste voeding combineren 7. rietje
33
mogelijk(!) verzachtende (maar geen preventieve) voedingsstoffen bij mucositis (6)
1. bèta-caroteen 2. kamille 3. kauwgom 4. honing 5. zink 6. kleine dosering vit. E vermindert stralingsschade (7. ijs/koeling voorafgaand aan chemo helpt muco tegen te gaan)
34
algemeen(!) advies bij pijnlijke mond of keel (4)
1. goede pijnmedicatie/ anti-schimmelmedicatie 2. vermijden v scherpe/zure/zoute/etc.. hete/hele koude voedingsmiddelen 3. vermijden v alcohol 4. aanpassen v voeding (gemalen/vloeibaar/kunstmatig)
35
koolzuurhoudende dranken kunnen de mondpijn verzachten. Waar dient er op gelet te worden??
enkel mogelijk als slijm NIET PIJNLIJK IS
36
voedingstips i.v.m. vermoeidheid (4)
1. kleine frequente maaltijden: verschuiving maaltijdmomenten 2. aanpassing consistentie 3. geen inspanningen vlak voor maaltijd 4. huishoudelijke organisatie/ (half)klare producten/ maaltijdservice
37
mogelijke gevolgen langdurige constipatie (5)
1. pijnlijke en opgezette buik 2. krampen 3. misselijkheid/ braken 4. verminderde eetlust 5. suf/slaperig
38
standaard advies constipatie (4) (niet altijd standaard, afh. v. medicatie, tumor etc)
1. vezelrijke voeding (volkoren producten, groenten, fruit, noten/rozijnen/vijgen) 2. peperkoek, speculaas 3. voldoende vocht (min 1,5 l/dag) 4. stoelgangpatroon
39
kenmerken diarree (4)
1. meerdere malen stoelgang per dag 2. uitdrogingsverschijnselen/ dehydratatie 3. waterige/vette stoelgang 4. typische geur (mogelijk pijn en minder eetlust)
40
standaard advies diarree (6) (niet altijd standaard, afh. v. medicatie, tumor etc..)
1. 1,5 - 2 L vocht per dag 2. geen gasvormende voeding 3. goed verteerbare voeding (fijn snijden,kauwen) 4. voeding mag peristaltiek niet verhogen 5. voldoende natrium! 6. voldoende kalium! (7. lactose?!)
41
aanpak diagnose voedingsprobleem (3) =
1. herkennen (voedings-)probleem: - kijken, vragen, meten 2. oorzaak zoeken 3. doorverwijzen!