5. caries, tanderosie en monddroogte Flashcards
waarom hadden de mensen vroeger (jagers, verzamelaars) minder tot geen caries?
- > meer beweging
- > minder calorie-rijk, minder verzadigd vet
- > meer eiwitten
- > voldoende vitaminen en mineralen
- > lokale en seizoensgebonden producten
kenmerken caries (3)
- ontstaat door inwerking v zuren, geproduceerd door bacteriën
- start als doffe witte vlekken in glazuur (demineralisatie, poreuzer)
- snelheid v ontstaan is afhankelijk v meerdere factoren (speeksel, poetsgedrag, suikers)
snelheid van ontstaan caviteit is afhankelijk van (3) =
- speekselsecretie
- poetsgedrag / frequentie
- inname suikers
klachten caries (3)
- verkleuring tanden, doffe plekken
- gevoelig voor warm-koud
- gevoelig voor zoet-zuur
wat gebeurt er indien glazuur aangetast is en niet wordt behandeld?
- bacteriën en hun afvalstoffen bereiken de pulpa van de tand
- veroorzaakt ontsteking met (milde) pijnreactie tot gevolg.
hoe ontstaan wortelcaries?
- tandwortel ligt bloot van tandvlees als gevolg v parodontitis of terugtrekkend tandvlees
- gevoeliger omdat er geen glazuur maar wortelcement rond zit
- > aantasting vanaf pH v 6,2
wat is caries voor ziekte?
multifactoriele infectieziekte
oorzaak v caries is multifactorieel (5) =
- plaquebacteriën op tandoppervlak
- hoge beschikbaarheid v fermenteerbare suikers in voeding
- hoge innamefrequentie v suikers
- consumptietijd en verblijfsduur in mond
- het ontbreken vd stimulatie v speekselproductie door kauwen (frisdrank, sportdrank)
wat is ± de pH van speeksel
6,5
wat is ± de pH van frisdranken
±2,5 (< 4)
geef het demineralisatie proces
- na eten van suikers worden de koolhydraten gefermenteerd door bacteriën i/h tandplaque
- pH daalt onder 5 (ontstaan v zuur milieu)
- bij een pH van 5,2 of lager gaat tandmineraal in oplossing: demineralisatie
wat is de kritiek pH voor demineralisatie?
pH van 5,2 of lager
wat is de minimale tijd voor het bufferen van zuur? (remineralisatie)
30-60 minuten
consumptietijd =
de tijd dat iemand bezig is met het consumeren van eten en drinken
verblijfsduur =
de tijd dat voedingsmiddelen achterblijven in de mond, zonder dat de persoon zich hiervan bewust is
hoe kunnen voedingsmiddelen buiten de maaltijd de cariogeniteit verhogen?
-> verhoging aantal eet- en drinkmomenten
-> verhoging aantal zuuraanvallen
= verhoging cariogeniteit
hoe zorgt kauwen ervoor dat de cariogeniteit verlaagt? (2)
-> kauwen verhoogt de speekselsecretie
-> bufferende werking van speeksel op pH
+ natuurlijke reiniging
wie behoren tot de risicogroepen betreft caries? (6)
- mensen met >7 eet-en drinkmomenten per dag (duursporters, zwangeren)
- orthodontie-patiënten
- patienten die last hebben v droge mond (ouderen, zieken)
- verstandelijk gehandicapten
- kinderen (vnl uit lage SES)
- Diabetes Mellitus-patiënten
basisadvies voeding en caries (4)
- max. 7 eet-en drinkmomenten per dag
- na eten en drinken minstens 2 uur niets meer consumeren
- een uur voor het tandenpoetsen geen zure producten consumeren
- geen producten (uitgezonderd water) na het laatste tandenpoetsen nuttigen
hoe voedingspatroon tandvriendelijker maken?
inzetten op volwaardige hoofmaaltijden
-> minder tussenmaaltijden -> meer tussentijd -> meer tijd voor remineralisatie
wat bepaalt de cariogeniteit van koolhydraten?
de ketenlengte
- > hoe kortere keten, hoe meer cariogeen
- > kleverige voedingsmiddelen (bv vetarm, wel kleverig)
verband vitamine D en caries =
hoge inname vitamine D = minder caries
verband selenium en caries =
gebieden met hoog seleniumgehalte = meer prevalentie v caries
verband zink en caries =
zinkdeficiëntie maakt patienten caries gevoeliger
verband fluoride en caries =
fluroride versterkt de tanden omdat het de plaats van calcium inneemt