6. Organisatietheorieën Flashcards

1
Q

Klassieke organisatieleer

A
  • Hoe kan men komen tot efficiënte en effectieve organisatie?
  • De organisatie als machine
    o Alles wordt toegespitst op productiecapaciteit
  • Geloof in maakbaarheid op grond van wetenschappelijke kennis
  • Drie bekende benaderingen
    o Wetenschappelijk management van Taylor
    o Administratief management van Fayol
    o Bureaucratie van Weber
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wetenschappelijk management

A
  • Arbeid moet op wetenschappelijk gefundeerde manier worden georganiseerd
  • Sterk doorgedreven taakverdeling
  • Standaardisatie
  • Prestatiebeloning
  • Mensbeeld met 3 centrale assumpties
    o modale mens heeft afkeer van werken
    o om tot prestaties te komen moet mens gedwongen of verleid worden
    o modale mens neemt liever geen verantwoordelijkheid en heeft weinig ambitie

Positief
- einde aan willekeur
- hogere efficiëntie en effectiviteit

Kritiek
- onmenselijk
- naïef geloof in kracht van de wetenschap
- te veel nadruk op productieproces en te weinig op het algemene management

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Administratief management

A
  • Sterke nadruk op management
  • 6 functies binnen organisatie
  • 5 hoofdtaken leidinggevende functie: prévoir, organiser, commander, coordiner, contrôler
  • 14 managementprincipes

Kritiek
- te veel belang aan management
- self-serving attributions door management
- management als puur rationele aangelegenheid klopt niet met de realiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De bureaucratie

A

Kritiek op organisatieleer
- te weinig aandacht voor mens als sociaal wezen
- negatief mensbeeld
- gevaar voor vervreemding, demotivatie
- geen aandacht voor intuïtieve kant vh management
- te weinig aandacht voor omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Conclusies Hawthorne experimenten

A
  • Aandachtseffect: door verhoogde status en aandacht gaan mensen beter presteren
  • Werknemers reageren niet enkel als individu maar als groep
  • Methodologisch: ook luisteren naar organisatieleden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Human Relationsbeweging

A
  • Welke rol spelen sociale factoren in de totstandkoming van arbeidsprestaties?
  • De organisatie als gemeenschap van mensen
  • De wijze waarop leiding wordt gegeven en informele groepsnormen hebben een cruciale invloed op prestaties

Kritiek
- te eenzijdige aandacht voor sociale aspecten
- te weinig aandacht voor:
o het werk zelf
o de herschikking van taken
o de belangen vh individu
o de omgeving vd organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Revisionisme of humaniseringsbeweging

A
  • Aandacht voor werkomgeving en werkinhoud
  • Integratie van mens en omgeving
  • Verwante benaderingen: sociotechniek en arbeidsprocesbenaderingen
  • Theory X en Y, 2 factoren theorie ((dis)satisfiers)

Kritiek
- niet alle mensen zijn gelijk en passen in X of Y
- mensen veranderen
- veel taken hebben weinig motiverend potentieel
- te weinig aandacht voor bredere economische context

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Contingentiebenadering

A

De aangewezen organisatievorm hangt af van kenmerken van de omgeving, van de te vervullen taken, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly