1.1 Organisatiestructuur Flashcards
Wat is een organisatie?
- Sociale entiteit
- Doelgericht
- Bewust gestructureerd en gecoördineerd
- In relatie tot externe omgeving
Wat is een organisatiestructuur?
Vijf structurele dimensies
- Formalisatie
- Specialisatie
- Gezagshiërarchie
- Complexiteit
- Centralisatie
- elke dimensie kunnen uitleggen
Voordelen en nadelen centralisatie
Voordelen
o Eenheid van leiding en bevel (duidelijk en krachtdadig optreden)
o Beschermen van het algemeen organisatiedoel
o Uniformiteit, gelijke behandeling
o In overheid: laat sterke politieke aansturing toe
Nadelen
o Niet flexibel
o Overbelasting van topmanagement
o Topmanagement heeft niet altijd overzicht
Voordelen en nadelen decentralisatie
Voordelen
o Sneller en flexibel werken
o Hogere leercapaciteit van lagere niveaus
o Inspelen op lokale behoeften
Nadelen
o Belangen van centrale en decentrale diensten kunnen verschillen
o Mogelijk grotere weerstand bij verandering
o Stimuleert diversiteit i.p.v. gelijkheid
o Gemiste schaaleffecten (en dus hogere kosten door kleinere schaal)
Het organogram
- Visuele weergave van de formele structuur van een organisatie
- Vaak moeilijk/gevoelig om te wijzigen
- Verschilt van de feitelijke relaties en verhoudingen
Verticale verbindingen
o Door doorgeven van vragen en antwoorden
o Door regels en plannen
o Door verticale informatiesystemen
Horizontale verbindingen
o Informatiesystemen om vanuit verschillende afdelingen samen een dossier op te volgen
o Overleg via verbindingsmanagers
o Tijdelijke task forces rond een bepaald thema
o (Virtuele) teams met medewerkers uit verschillende diensten
o Een cultuur met heel vlotte, probleemoplossende communicatie over afdelingen heen
Veel moeilijker te lezen in organogram, maar heel belangrijk
Organisatiemodellen
- Eenvoudige structuur
- Functionele structuur
- Divisiestructuur
- Matrixstructuur
Eenvoudige structuur
- Zeer kleine organisaties
- Weinig specialisatie: organisatie is te klein om taken te kunnen opdelen in afdelingen
- Geen bijzondere focus om activiteiten te groeperen op basis van producten, diensten en/of klanten
- Kan goede structuur zijn, maar succes hangt sterk af van leidinggevende
Functionele structuur
- Specialisatie op basis van functies/taken
- Coördinatie hoofdzakelijk aan de top van de organisatie
- Sterkten
o Schaalvoordelen binnen elke afdeling
o Ontwikkeling gespecialiseerde vaardigheden
o Goed voor de functionele doelen - Zwakten
o Moeilijke horizontale coördinatie tussen afdelingen
o Afdelingen meer gericht op hun eigen functionele doelen dan op organisatiedoelen
o Veranderingen die coördinatie vereisen zijn moeilijk
o Risico op information overload bij topmanagement
o Deels op te vangen door horizontale verbindingen
Divisiestructuur
- Verschillende functies clusteren in divisies
- De functionele diensten zitten verspreid over de divisies
- Sterkten
o Sterke coördinatie tussen functies binnen 1 divisie
o Klanttevredenheid dankzij gerichtheid op doel van de divisie
o Flexibiliteit in onstabiele omgeving
o Decentralisatie van besluitvorming - Zwakten
o Schaalvoordelen van functies vallen weg
o Minder gespecialiseerde vaardigheden binnen de functie
o Moeilijke coördinatie of zelfs competitie tussen divisies
Matrixstructuur
- Combinatie van functionele en divisiestructuur
- Duaal management met gelijkwaardig zeggenschap
- Verschillende varianten mogelijk
- Sterkten
o Efficiëntie en flexibiliteit
o Sterke coördinatie
o Veel kansen voor medewerkers om functionele en managementvaardigheden te ontwikkelen - Zwakten
o Duaal management kan leiden tot frustraties, verwarring en conflict
o Tijdrovend: veel vergadertijd
o Kan leiden tot overwicht van één van de twee kanten
Recente organisatiemodellen
- Horizontale structuur
- Netwerkorganisatie
Horizontale structuur
- Gestructureerd rond kernprocessen i.p.v. functies
- De klant staat centraal
- Verticale hiërarchie en afdelingen vallen weg: medewerkers vormen zelfsturende teams en leggen als groep verantwoording af over het proces
- Niet evident in publieke sector omwille van verantwoording, belang politieke sturing
- Bv. studentenvereniging
- Sterkten
o Flexibiliteit
o Klantgerichtheid
o Efficiëntie
o Gerichtheid op doelen van de organisatie en op samenwerking
o Empowerment: nadruk op eigen verantwoordelijkheid van medewerkers - Zwakten
o Bepalen van kernprocessen moeilijk en tijdrovend
o Mogelijke weerstand bij managers en medewerkers
o Kan een beperking vormen voor de ontwikkeling van vaardigheden
Netwerkorganisatie
- Steeds meer nood aan betere samenwerking tussen organisaties in de netwerksamenleving
- Sommige auteurs spreken ook over de ‘netwerkorganisatie’ als een organisatiemodel en dus een netwerkstructuur binnen organisaties
o Sterk horizontaal georganiseerd
o Veel en intensieve verbindingen met actoren buiten de organisatie
o Veel empowerment van medewerkers, veel zelfsturing