6. Arts En Patiënt Flashcards

1
Q

Veranderingen in relatie tussen arts en patiënt

A
  1. Relatie is langduriger door evolutie van infectieziektes naar chronische ziekte
  2. Van ontmoeting tussen deskundige en leek naar meeting between experts
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Redenen van veranderingen in relatie tussen arts en patiënt (3)

A
  1. Stuiten op beperkingen, belang van zorg en sociale steun
  2. Leken hebben meer kennis en meer verantwoordelijkheid
  3. Kritische consumenten —> arts is minder hiërarchisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Parsons functionalistische theorie over rol van de arts

A

Arts heeft verantwoordelijkheid om mensen zo snel mogelijk terug te doen keren naar hun functie
Rol van arts
1. Universalisme: past algemeen geldende medische-wetenschappelijke kennis toe op het probleem
2. Functionele specificiteit: beperkt zich tot het eigen vakgebied
3. Affectieve neutraliteit: gaat zakelijk om met patiënt
3. Oriëntatie op collectiviteit: weegt belang van patient zwaarder door dan eigenbelang
5. Verworven positie/rol: rol is verworven door lange en intensieve opleiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Rol van arts volgens Parsons is ideaaltype

A

Ideaaltype is niet hetzelfde als het ideaal voor de maatschappij, het is eigenlijk een methodologisch instrument (Max Weber)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ideaaltype volgens Max Weber

A

Mentale constructie voor het nauwkeurig en systematisch karakteriseren van een concrete situatie. Het is een methodologisch hulpmiddel om sociale werkelijkheid te begrijpen en te analyseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kritiek op Parsons artsenrol (2)

A

Ideaaltype en ideaal van artsenrol worden verward, het feitelijk gedrag van een arts is particularisme is niet altijd idealisme (objectief gezien zou er geen verschil tussen landen mogen zijn)
Arts is toch bezig met menselijke en sociale niet medische problemen en gaan ook gevoelsmatige te werk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Arts en ziekte als onvermogen

A

Consensuszoekers: arts en patiënt zijn het er over eens welk gedrag ze van elkaar kunnen verwachten, deze verwachtingen zijn cultureel aangeleerd
1. Ziekte is een onvermogen dus misbruik en uitbuiting moet worden voorkomen (zelf niet verantwoordelijk voor ziekte)
2. Zieke moet hulp zoeken, arts moet zich door belang van patiënt laten leiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Parsons en arts en ziekte als onvermogen

A

Kenmerken van artsenrol maken dat er een stabiele, harmonische art-patiënten relatie is
1. Wederkerig: zelfde doel
2. Asymmetrisch: arts heeft erkend gezag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ziekte en arts als gemotiveerde afwijking

A

Ziekte als onbewuste terugtrekking uit sociale verplichtingen.
Parsons: medische praktijk omvat altijd aspect van onbewuste psychotherapie
3 types van arts-patient relatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Types van arts-patient relatie

A
  1. Activiteit/passiviteit
  2. Leiding/medewerking
  3. Wederzijdse participatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Contractuele model

A

Wanneer het gaat over een passieve arts en actieve patient omdat deze dingen vraagt.
Patiënt ziet arts als iemand die hem/haar een dienst moet bewijzen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vier factoren die rol spelen bij types van arts-patient relaties

A

Freidson
1. Eisen van het werk
2. Manier waarop er op diagnose wordt gereageerd
3. Culturele factoren
4. Structurele factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Doelgerichte zorg

A

Zorg aanpassen aan de levensdoelen van de patient

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Compliance en concordance

A

Compliance = therapietrouw maar term wordt problematisch (bevel van arts) dus concordance = overeenstemming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Drie opvattingen over sociale klassen an arts-patiënt relatie

A
  1. Sociale afstand (kan vergemakkelijken of vermoeilijken)
  2. Verschil in kennis, attitudes en opvattingen3.
  3. Positie van client tov deskundige: professionele controle
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly