5. Leken En Ziekte Flashcards

1
Q

Ziekte-gedrag als sociaal probleem

A

Het opheffen van financiële drempels is niet voldoende om mensen medische zorg te doen gebruiken. Mensen gaan lang niet met elke klacht naar de gezondheidszorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Onderconsumptie

A

Mensen met ernstige klachten die niet naar de dokter gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Overconsumptie

A

Mensen zonder ernstige klachten gaan wel naar de dokter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Redenen voor onderconsumptie (6)

A
  • Verschil tussen professionele ziekteopvatting en opvatting van leken
  • Sociologie-culturele factoren
  • Geen toegang tot gezondheidszorg
  • Interventie niet beschikbaar
  • Interventie wordt niet aangeboden door arts
  • Patients is het niet eens, non-adherence
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ziektegedrag

A

De wijze waarop symptomen worden waargenomen en geëvalueerd worden, en hoe men er al dan niet op reageert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gezondheidsgedrag

A

iedere activiteit die iemand onderneemt om de gezondheid te behouden en/of het ontstaan van ziekte te vermijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Drie niveaus van preventie

A
  1. Primaire prevenentie: voorkomen dat een aandoening zich manifesteert door voornamelijk risicofactoren voor het gezondheidsprobleem te verkleinen of uit te sluiten
  2. Secundaire preventie: aan doening wordt in vroege fase ontdekt en behandeld, vaak voordat er symptomen zijn
  3. Tertiaire preventie: een bestaande, meestal chronische, aandoening wordt onder controle gehouden om verder functieverlies te voorkomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Mantelzorg

A

Zorg die niet in kader van een beroep of van het georganiseerd vrijwilligerswerk wordt gegeven aan een huisgenoot, familielid, vriend, kennis of buur, die zorg nodig heeft own ziekte, handicap, of ouderdom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vormen van zorg

A

Zelfzorg, mantelzorg/informele zorg, professionele zorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Factoren die een impact hebben op de haalbaarheid van mantelzorg (8)

A
  1. Familiale zorgindex (gezinsvereniging)
  2. Aantal alleenwonende stijgen
  3. Mantelzorgers worden ouder
  4. Veranderende familierelaties (2e demografische transitie)
  5. Veranderingen op arbeidsmarkt
  6. Verandering in waar we werken en wonen
  7. Zorgsysteem (wachtlijsten, kost en acceptatie van mantelzorger)
  8. Veranderende verwachtingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Determinanten van medische consumptie

A
  1. Economische benadering
  2. Sociaal-demografische benadering
  3. Sociaal culturele benadering
  4. Sociaal psychologische benadering
  5. Organisatorische of aanbod benadering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Economische benadering

A

Nadruk op financiële barrières, maar die verklaren slechts een deel van de onder- en overconsumptie.
Er zijn sociaal economische verschillen in de toegankelijkheid van gezondheidszorg
- samenhang tussen opleidingsniveau en perceptie van uitgaven voor gezondheidszorg
- samenhang tussen het uitstellen van medische consumptie en opleidingsniveau
Verschillende systemen: maximumfactuur, derdebetalersregeling en verhoogde tegemoetkoming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Sociaal demografische benadering

A

Gebruik van medische diensten hangt samen met leeftijd, geslacht, opleiding, religie, behoren tot een bepaalde etnische groep en sociaal-economische status

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Sociaal psychologische benadering

A

Health belief model: Mensen schakelen alleen medische hulp in als ze gemotiveerd zijn om gezond te blijven of te worden en als ze van die hulp baat verwachten.
Wisselwerking tussen sociaal-culturele factoren en sociaal-psychologische factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Sociaal culturele benadering

A

Samenhang tussen waarden, normen, overtuigingen en levensstijlen. Dit geldt voor zowel het herkennen van symptomen als het ondernemen van de gepaste actie.
Groepen uit verschillende culturen zijn gevoelig voor verschillende triggers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Organisatorische of aanbodbenadering

A

Effecten van de organisatie van de gezondheidszorg.
Sociale klasse verschillen tussen aanbieder van zorg en de zorgvrager

17
Q

Model van Andersen

A

Overkoepelende benadering
1. Noodzaak factoren/behoeften factoren: definitie van gezondheidstoestand door het individu
2. Geneigdheidsfactoren: kennis, gewoontes, attitudes, verwachtingen, opvattingen
3. Mogelijkheidsfactoren: kosten, toegankelijkheid, nabijheid
4. Systeem factoren: kenmerken van het gezondheidszorgsysteem

18
Q

Bismarck

A

Sociale zekerheidssysteem waarvan de financiering gedragen wordt door werknemers en -gevers. De uitkering is afhankelijk van loon
Vb in BE: pensioenen, werkloosheidsuitkering, ziekteverzekering

19
Q

Beverigde

A

Totale bevolking heeft recht op bestaanszekerheid, dus eenzelfde forfaitaire uitkering voor elke burger via belastingen
Vb. In BE: kinderbijslag, leefloon, terugbetaling ziekenhuiskosten

20
Q

Lekennetwerk

A

Geheel van contacten waardoor individuen hun sociale identiteit handhaven, emotionele steun, materiële hulp, diensten en informatie ontvangen en nieuwe sociale contacten ontwikkelen

21
Q

Door wat wordt lekenverwijssysteem bepaald?

A
  1. Cultuur of kennis
  2. Netwerk —> wederzijdse betrekking tussen leken aan wie advies wordt gevraagd
22
Q

Zelfhulpgroepen

A

Verenigt mensen met een gemeenschappelijk probleem of die in dezelfde situatie zitten om samen beter te worden

23
Q

Sociale beweging mbt gezondheid

A

Groepering die op de grond van gemeenschappelijke waarden en overtuigingen, via gemeenschappelijke actie, ernaar streeft om maatschappelijke ontwikkeling te beïnvloeden door verandering te bevorderen of juist tegen te houden