51-100 Flashcards

1
Q

berekening

A

de calculatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

berekenen

A

calculeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

breekbaar, ook: bits, nijdig

A

cassant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

oorzakelijk

A

causaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

chartervlucht, ook: contract, oorkonde

A

het charter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

voor korte tijd huren, de hulp inroepen van

A

charteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

zuren, vitten

A

chicaneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

stiekem, in het geheim

A

clandestien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

het vreedzaam naast elkaar bestaan

A

de co-existentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

gelijktijdig samen bestaan

A

co-existeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

opschudding, onrust

A

de commotie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ter zake kundig, bekwaam

A

competent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

bevoegdheid

A

de competentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

verzameling bijeengebrachte geschriften, werken

A

compilatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

overeenkomst waarbij twee partijen iets toegeven, water bij de wijn doen

A

de compromis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

in opspraak brengen, aan blaam blootstellen

A

compromitteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

toegeving

A

de concessie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

noodzakelijke voorwaarde

A

conditio sine qua non

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

vertrouwelijk

A

confidentieel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

vertrouwen,vrijmoedigheid

A

de confidentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

volgens, in overeenstemming met

22
Q

zich schikken naar de heersende mening

A

conformeren

23
Q

fase in de economische ontwikkeling

A

de conjunctuur

24
Q

gewetensvol, nauwgezet

A

consciëntieus

25
samenhangend, vast
consistent
26
vasthouden ,bewaren, bestendigen, laten voortduren
consolideren
27
opschudding, verbijstering
de consternatie
28
behorend tot het vasteland
continentaal
29
onafgebroken
continu
30
het niet veranderen, hetzelfde blijven
de continuïteit
31
tegenstrijdigheid, in tegenspraak met
de contradictie
32
strijd, tegenstelling
de controverse
33
tweestrijd, discussie oproepend
controversieel
34
overeenkomst, verdrag, het geheel van als passend aanvaarde vormen en gebruiken
de conventie
35
door de gewoonte voorgeschreven
conventioneel
36
systeem waarbij leden van bv. een vereniging zelf nieuwe leden kiezen en aanwijzen
de coöperatie
37
uitkiezen, zelf nieuwe leden kiezen
coöpteren
38
gezet, dik
corpulent
39
overeenkomen, samenhangen
correleren
40
gebruikelijk, regelmatig voorkomend
courant
41
beslissend, doorslaggevend
cruciaal
42
bebouwen van landbouwgrond, verdelen en verfijnen
cultiveren
43
verering
de cultus
44
oproepen om voor het gerecht te verschijnen
dagvaarden
45
oproep om voor de rechtbank te verschijnen
de dagvaarding
46
feitelijk
de facto
47
verordening, besluit, wet die is uitgevaardigd door een gewestraad of een gemeenschapsraad
het decreet
48
logisch afleiden
deduceren
49
logische afleiding, conclusie
de deductie
50
psychisch afgetakeld
dement