126-150 Flashcards

1
Q

Aandelen die toegewezen zijn voor export

A

exportquota

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ervaring of gebeurtenis waardoor je ineens iets begrijpt wat je nog niet wist of bestefte

A

De eyeopener

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

dienstverlenend, met een ondersteunende functie

A

facilitair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

dingen die het bestaan, verblijf, etc. vergemakkelijken

A

faciliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

verzinsels, literatuur met verzonnen elementen

A

fictie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

verzinnen, veinzen, doen alsof

A

fingeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

opvallend

A

frappant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

bedrog gepleegd door vervalsing van administratie

A

de fraude

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

met bedrog gepaard gaan

A

frauduleus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

nietig, nietswaardig

A

futiel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

kleinigheid

A

de futiliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

voordeel hebben van iets

A

gebaat zijn met

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

royaal, vrijgevig

A

genereus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

vooringenomen zijn, maar aan een ding denken

A

gepreoccupeerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

continu, aanhoudend

A

gestaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

zich op zijn gemak en voor zijn plezier met iets bezighouden

A

grasduinen

17
Q

het merendeel

A

het gros

18
Q

eigenwijs, koppig

A

halsstarrig

19
Q

overzicht bewaren over het geheel

A

de helicopterview

20
Q

ontbrekend deel

A

de/het hiaat

21
Q

lachwekkend

A

hilarisch

22
Q

vrolijkheid, gelach

A

de hilariteit

23
Q

van dezelfde soort, gelijkmatig van samenstelling

A

homogeen

24
Q

het opgebouwd zijn uit gelijke delen, kenmerken of elementen

A

de homogeniteit

25
Q

Menslievend

A

Humanitair