151-175 Flashcards

1
Q

Rage

A

de hype

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

veronderstelling

A

de hypothese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

weerslag, invloed

A

de impact

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

stilzwijgend, tussen de regels door

A

impliciet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

prikkel, stimulans

A

de impuls

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

aan de opwellingen van het ogenblik gehoor gevend

A

impulsief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

in het midden van de zaak

A

in media res

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

niet bekwaam

A

incapabel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

onvoorziene gebeurtenis, storend voorval

A

het incident

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

toevallig, nu en dan

A

incidenteel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

periode tussen besmettingen uitbreken van een ziekte

A

de incubatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

aanwijzing

A

de indicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

eigen aan, onlosmakelijk verbonden met

A

inherent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

begin, introductie

A

de initiatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

invoeren, in gang zetten

A

initiëren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

invoering van een nieuwigheid

A

de innovatie

17
Q

vernieuwend

A

innovatief

18
Q

tekort, ontoereikend

A

insufficiëntie

19
Q

tussenbeide komen, bemiddelen

A

interveniëren

20
Q

tussenkomst

A

de interventie

21
Q

innerlijk, wezenlijk

A

intrinsiek

22
Q

naar binnen kijken en waarnemen hoe we innerlijk functioneren

A

de introspectie

23
Q

opmerking, voorbehoud

A

de kanttekening

24
Q

zonder na te denken

A

klakkeloos

25
Q

iemand die verkeerde dingen binnen een organisatie naar buiten brengt

A

de klokkenluider