151-175 Flashcards
1
Q
Rage
A
de hype
2
Q
veronderstelling
A
de hypothese
3
Q
weerslag, invloed
A
de impact
4
Q
stilzwijgend, tussen de regels door
A
impliciet
5
Q
prikkel, stimulans
A
de impuls
6
Q
aan de opwellingen van het ogenblik gehoor gevend
A
impulsief
7
Q
in het midden van de zaak
A
in media res
8
Q
niet bekwaam
A
incapabel
9
Q
onvoorziene gebeurtenis, storend voorval
A
het incident
10
Q
toevallig, nu en dan
A
incidenteel
11
Q
periode tussen besmettingen uitbreken van een ziekte
A
de incubatie
12
Q
aanwijzing
A
de indicatie
13
Q
eigen aan, onlosmakelijk verbonden met
A
inherent
14
Q
begin, introductie
A
de initiatie
15
Q
invoeren, in gang zetten
A
initiëren