5. Feedback Flashcards

1
Q

Algemene regels bij het ‘geven’ van feedback

A
  • begin en eindig positief
  • spreek in ik-taal
  • gebruik ‘en’ ipv ‘maar’
  • gebruik zintuiglijke waarneming: ik zag, hoorde
  • geef alternatieven/tips
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Algemene regels bij het ‘ontvangen’ van feedback

A
  • luister zorgvuldig en sta open
  • niet defensief of ja maar
  • vraag om verheldering
  • verwelkom info als gelegenheid om te leren en te groeien
  • verzamel info ook bij anderen
  • bedank voor feedback en doe er je voordeel mee
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Effectief feedback geven

A
  • beschrijvend en niet oordelend of veroordelend
  • meer specifiek en algemeen
  • zinvol voor de ontvanger
  • uitnodigend in plaats van belastend
  • goed getimed
  • kan gecontroleerd worden op duidelijkheid en begrip
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vormen van feedback

A
  • sandwich feedback
    wat ik vind dat je specifiek goed doet…
    en wat je mogelijk zou kunnen verbeteren…
    over het algemeen genomen vind ik het… (iets positief)
  • interactieve feedback
    de cliënt geeft weer wat de effecten zijn van het gedrag van de feedbackgever op hem zelf.
  • 360 gr. feedback
    een aantal personen rondom de ontvangende persoon geeft feedback vanuit verschillende invalshoeken over hetzelfde gedrag.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly