13. Metamodel, o.a.: definitie taalpatronen, welke vragen stel je... Flashcards

1
Q

Definitie van Metamodel

A

Verzameling taalpatronen met bijhorende vragen bedoeld om specifieke informatie te verkrijgen en om de ander te helpen zijn wereldmodel weer met zijn concrete ervaring te verbinden.

Het Metamodel identificeert vervormingen, generalisaties en weglatingen die de oorspronkelijke betekenis verbergen.
<i>Bijvoorbeeld: ‘Hoe bedoelt u?’, ‘Waarvoor precies?’, ‘In vergelijking waarmee?’, ‘Met name wat?’, ‘In welk opzicht?’.</i>

Metaprogramma’s kennen drie grote filterpatronen: vervormen, generaliseren en weglaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Taalpatronen,

A

<b>Vervormingen:</b> gedachten lezen, verloren performatief, O->G, complexe equivalentie, vooronderstellingen.

<b>Generalisaties:</b> universele waarheden, modal operators (mogelijkheid/noodzakelijkheid).

<b>Weglatingen:</b> nominalisaties (kunnen niet in kruiwagen), niet gespecificeerde werkwoorden, simpele weglatingen (geen referentieindex en vergelijkende weglatingen)

<i>Het Metamodel is bedoeld om indien de cliënt de - oppervlakte structuur (gesproken taal) ‘Pff, het was druk’ aanbiedt waarin het één en ander is weggelaten doormiddel van vraagstellingen de ontbrekende delen uit de dieptestructuur (de oorspronkelijke ervaring ‘er waren wel honderd mensen en…’ te achterhalen. (Ofwel van oppervlakkig/vaag naar diepte/specifiek).</i>

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Metamodel III (oefening)

A
  1. Denk aan het probleem dat je hebt.
  2. Den aan de hulpbronnen die er zijn geweest.
  3. Merk op wat het met je doet dat alle hulpbronnen, die je nu hebt er in de toekomst zullen zijn.
  4. Kom terug naar het nu; Wat heb je ervaren?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Metamodel III met gerichte vragen (van probleem naar oplossing)

A
  1. Wat scheelt eraan?
  2. Wat was de oorzaak van dit probleem?
  3. Hoe ben je tekort geschoten dit op te lossen?
  4. Hoe kun je bij de oplossing van dit probleem komen?

<b>Flip naar oplossing</b>

  1. Wat zou je graag willen veranderen?
  2. Wanneer stop je ermee dit nog een beperking te laten zijn?
  3. Hoeveel manieren ken je waarop je dit opgelost hebt?
  4. Merk eens op dat je aan het veranderen bent en dat je de zaken anders ziet?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly