12. Hiërarchie van ideeën Flashcards
1
Q
Abstractieniveaus van taal
A
Abstractieniveaus van taal = chunken = in brokken verdelen
2
Q
Lateraal chunken
A
Schakelen op hetzelfde abstractieniveau, waarbij zijwaarts wordt gezocht naar voorbeelden die zijwaartse informatie geven. Voorbeeld: team A, team B, team C zijn voorbeelden van bijvoorbeeld 1 afdeling of 1 organisatie.
<i>Ook verhalen, metaforen en andere voorbeelden…</i>
<b>Miltontaal = gebruik van hyponotisch taal = vaag = up ofwel ‘Waar gaat het precies over?’</b>
<b>Metataal = vragen naar de kern van de zaak = specifiek = down of wel ‘Hoe precies?’</b>