4. Communicatiebeleid en ethiek Flashcards
Naast communicatie kan een organisatie twee andere beleidsinstrumenten inzetten om het gedrag van mensen te beïnvloeden. Welke zijn dan?
- voorzieningen
- dwang
Wat is de definitie van strategie?
- Het bepalen van de langetermijndoelstellingen van een organisatie en het plannen en ondernemen van actie om die doelstellingen te bereiken (waarbij je een keuze moet maken tussen de bronnen die je ter beschikking staan.)
Welke twee belangrijke eigenschappen heeft strategie?
- Richting geven
- Alle neuzen dezelfde kant op.
Wat dient er in de besluitvorming binnen organisaties door het topmanagement vanaf het eerste moment te worden meegenomen?
- de communicatieve kant. (Anders wordt het paard achter de wagen gespannen.)
Waarom is het commitment van de leiding belangrijk in het communicatiebeleid?
- Omdat anders geen enkele communicatieactiviteit op strategisch of beleidsmatig niveau kan worden uitgevoerd.
Welke 4 communicatiestrategieën kent het communicatiekruispunt?
- Informeren | Gecontroleerd eenrichtingsverkeer + Bekendmaking
- Overreden | Gecontroleerd eenrichtingsverkeer + Beïnvloeding
- Dialogiseren | Tweerichtingsverkeer + Bekendmaking
- Formeren | Tweerichtingsverkeer + Beïnvloeding
Wat is het verschil tussen strategie en tactiek?
- Strategie, gaat het om het bepalen van langetermijndoelstellingen en een paar jaar vooruitkijken.
- Tactiek heeft met de kortere termijn te maken; tactiek vormt de optelsom van een aantal activiteiten om een strategische doelstelling te kunne bereiken.
Noem de 4 stappen uit het cyclische proces van strategisch communicatieplanning.
- Probleem definiëren
- Wat gebeurt er nu?
- Situatieanalyse (zowel in als extern) - Planning en programmering
- Gewenste situatie?
- Welke stakeholders?
- Welke doelen? - Actie/uitvoering
- Actiestrategieën
- Communicatiestrategieën - Evaluatie
- Evaluatie
- Feedback en aanpassing
Wat staat er in een probleemstatement?
- Wat is de bron van het probleem?
- Waar is het een probleem?
- Wanneer is het een probleem?
- Wie is er betrokken bij het probleem?
- Op welke manier?
- Waarom is het een probleem voor de organisatie en haar publiek?
De Probleemdefinitie komt in wisselwerking en in samenhang met de situatieanalyse van dat moment tot stand. De situatieanalyse omvat alles achtergrondinformatie van elk onderdeel van het probleemstatement.
Wat omschrijft u in de fase van planning en programmering?
Wat is de gewenste situatie? Is het probleem dermate belangrijk dat het helemaal moet verdwijnen of zijn er bepaalde compromissen mogelijk?
Wat is moraal?
Het geheel van morale regels (essentiële gedragsregels) en principes die mensen er als individu of als groep op nahouden en waaraan zij zich gebonden achten.
Wat is een waarde?
Een principe waarmee uitgedrukt wordt waaruit een goed leven en een goede maatschappij bestaan.
Wat is een norm?
Een norm, geformuleerd als ene morele regel of als een moreel recht, is een gebod of verbod waarvan de naleving wezenlijk is voor het samenleven van mensen.
Wat is ethiek?
Ethiek is de wetenschap die zich bezighoudt met de bestudering van moraal. Deze bestudering kan zowel descriptief, dat wil zeggen beschrijvend, als prescriptief, dat wil zeggen voorschrijvend, van aard zijn.
Wat is individuele ethiek?
Alle ethiek begint bij het individu: de communicatiefunctionaris in dit geval.