1. Communicatie en organisatie Flashcards
Over welke soort communicatie gaat het deze module
Corporate communicatie
Geef de definitie van de soort communicatie die u bij vraag 1 hebt genoemd.
Is het intentionele contact tussen een organisatie en haar stakeholders dat met behulp van communicatiemiddelen wordt ingezet om bepaalde doelstellingen te bereiken.
Waarom hebben mensen tegenwoordig behoefte aan duidelijke waarden en normen?
Als reactie op het al tientallen, of misschien al honderden jaren oude proces van secularisering (begonnen in de 17e eeuw)
Geef de definitie van de term vermaatschappeling
Het proces van de winnende invloed van het algemeen belang op terreinen waar vroeger het individueel of groepsbelang de doorslag gaf.
Tijdperk van “ the public be damned”
1865- 1900 Er werd nog geen rekening gehouden met het publiek.
Tijdperk van “ the public be informed”
1900-1918 Ivy Lee opende het eerste pr-bureau en ging er vanuit dat het publiek geïnformeerd moest worden over allerlei ontwikkelingen binnen de organisatie.
Tijdperk van “ the public be educated”
1918-1945 Een periode waarin het publiek ook gerespecteerd of geschoold moest worden.
Tijdperk van “ the public be known”
1945-1968 communicatiewetenschappers komen tot de ontdekking dat mensen in het geheel niet zo gemakkelijk te beïnvloeden zijn. De wens en noodzaak ontstaan om het publiek eerst maar eens goed te leren kennen.
Tijdperk van “ the public be involved”
Vanaf eind jaren zestig geldt dat het publiek ook bij het organisatiebeleid betrokken dient te worden.
1995 nieuwe periode: the public is partner in business.
Waarom wordt een communicatiedeskundige weleens een bruggenbouwer genoemd?
De communcatiedeskundige staat op de drempel tussen eigen organisatie en de maatschappij.
Waarom is communicatie ook belangrijk om de continuïteit van een organisatie te waarborgen?
Omdat goede communicatie ook belangrijk is bij financiële stakeholders
Wat was een belangrijke verandering voor de overheid in het denken over communicatie?
Dat burgers meer klanten waren geworden.
Wat is een organisatie?
Een organisatie kent een invoer, een doorvoer en een uitvoer. Een organisatie als open systeem bestaat uit een constante cyclus van activiteiten.
Welke drie centrale organiseerprocessen zijn er?
a. Externe afstemmingsprocessen zijn gericht op de afstemming tussen de organisatie en haar omgeving.
b. Interne afstemmingsprocessen vooral de leidingevenden zijn bezig met het op gang brengen, onderhouden en coördineren van de verschillende werkzaamheden van de organisatieleden en middelen die nodig zijn om goederen en diensten te produceren.
C. Structurering. Het management is bezig met het geven van een duurzame, inzichtelijke en beheersbare vorm aan de steeds terugkerende werkzaamheden in de organisatie.
Waar streeft een organisatie voortdurend naar?
te voorzien in bestaande behoeften binnen de maatschappij door het leveren van producten of diensten.