13. Internationale communicatie Flashcards

1
Q

Waarom is internationale communicatie noodzakelijk?

A

Om goede relaties met stakeholders in het buitenland op te bouwen en in stand te houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de definitie van internationale communicatie?

A

Het intentionele contact tussen ene organisatie en haar internationale stakeholders dat met behulp van communicatiemiddelen wordt ingezet om bepaalde doelstellingen te bereiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

In welke twee hoofdgroepen kunt u de internationale stakeholder indelen?

A
  • Internationale consumenten

- Internationale zakenrelaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is straight extension?

A

Zowel het product als de productcommunicatie wordt zowel in het moederland als in alle andere landen waarin het product verkocht wordt gebracht. Bijv. Bennetton, Chanel, Coca cola en Levi’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is productadaptatie?

A

In sommige gevallen kan het beter zijn om het product aan te passen terwijl de communicatiestrategie hetzelfde blijft. Bijv de naam Oil of Olaz, of kleur geel wijzigingen in Aziatische landen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is communicatieadaptatie?

A

Wijzigingen om de communicatiestrategie geschikt te maken voor een bepaald land. Bijv. nasynchronisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is duale adaptatie?

A

Zowel het product als de communicatieactiviteiten worden aangepast ter promotie van het product. Bijv Mac Donalds. Producten zijn aangepast aan de culinaire smaak van elk land. Think global, act local.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Door welke factoren leert een mens een cultuur aan?

A
  • Het land waar u bent opgegroeid
  • De buurt of stad waar u vandaan komt
  • De opleiding die u hebt genoten
  • Uw opvoeding
  • De vrienden waar u mee omgaat.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is volgens Hofstede mentale programmering?

A

Het referentiekader. Alle patronen van denken, voelen en handelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke definitie geeft Hofstede aan cultuur?

A

De collectieve mentale programmering die de leden van een groep of categorie mensen onderscheidt van die van andere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke 3 niveaus binnen de mentale programmering onderscheidt Hofstede?

A
  • De menselijke natuur: datgene wat alle mensen met elkaar delen en erven via onze genen.
  • De cultuur: Cultuur is aangeleerd en niet aangeboren; cultuur wordt overgedragen via onze sociale omgeving.
  • De persoonlijkheid: een individuele combinatie van natuur en cultuur.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Uit welke elementen bestaat cultuur?

A

-Het manifesteert zich in symbolen, helden, rituelen en waarden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke 6 niveaus van cultuur zijn er?

A
  • nationaal
  • regionaal, etnisch, religieus en/of taalniveau
  • sekseniveau
  • generatieniveau
  • socialeklassenivau
  • organisatie en/of afdelingsniveau (mensen met een baan)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Beschrijf het 5-D model van Hofstede

A

Vijf dimensies die verschillen in gedrag tussen verschillende culturen verklaren.

  • Machtsafstand
  • Individualisme vs. collectivisme
  • Masculiniteit vs. femininiteit
  • Onzekerheidsvermijding
  • Lange termijn vs. korte termijn oriëntatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke 3 struikelblokken kent effectieve interculturele communicatie?

A

1 mensen zijn zich onbewust van de eigen normen, waarden, codes en regels die ons tijdens de socialisatie zijn bijgebracht. Zo bestaat de neiging om de eigen normen en waarden te universaliseren.
2 mensen hebben de neiging de eigen normen en waarden en percepties aan anderen toe te schrijven. Alsof andere mensen precies zo denken en voelen als zijzelf.
3 mensen maken de eigen wensen, beperkingen en grenzen onvoldoende en of niet tijdig aan elkaar duidelijk, juist vanweg de onbekendheid van eigen en andermans communicatiecodes en normen en waarden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke drie stappen moet u volgens Pinto nemen om effectief intercultureel te communiceren?

A

Stap 1: Leer je eigen normen waarden kennen en wees hiervan bewust.
Stap 2: Het leren kennen van de normen en waarden van de ander. Mening loslaten en de feiten onderzoeken.
Stap 3: Vaststellen van de wijze waarop mensen in de gegeven situatie met de geconstateerde verschillen in normen en waarden omgaan. Vervolgens stelt u vast waar de eigen grenzen liggen voor wat betreft de aanpassing aan en acceptatie van de andere partij. Deze grenzen worden tijdig aan de ander duidelijk gemaakt op een wijze die aansluit bij die ander.

17
Q

Wat ondergaan expats als ze in een nieuwe cultuur terechtkomen?

A

-Dat ze mentaal weer een kind worden en dat ze de meest eenvoudige dingen weer opnieuw moeten leren.

18
Q

Door welke fases gaat een expat in een nieuwe cultuur?

A
  • euforie, alles is nieuw
  • cultuurschok, mensen voelen zich ontheemd
  • acculturatieperiode, de buitenstaander begint grip te krijgen op zijn nieuwe situatie.
  • evenwicht, hij krijgt zekerheid over zijn gevoelens. Kan postitief en negatief uitvallen
19
Q

Noem non-verbale gebieden waarop u cultuurverschillen kunt aantreffen.

A
  • uiterlijk
  • lichaamshouding
  • beweging en gebaren
  • gelaatsuitdrukkingen
  • oogcontact
  • stemtaal
  • aanraken en afstand tussen personen
  • ruimte- en tijdhantering
20
Q

Welke rol speelt het uiterlijk in non-verbale communicatie?

A

Ze vertellen veel over de persoon.

ander ras, geslacht, leeftijd.

21
Q

Hoe herkent u een dominante houding en hoe een onderdanige houding?

A

Dominante Herkent u aan mensen met het hoofd achterover en het lichaam recht
Onderdanig: mensen buigen het hoofd naar voren en slaan de ogen neer, buigen of knielen benadrukt de onderdanigheid van personen.

22
Q

Wat is lichaamstaal?

A

Ze vormen een echte taal, met een woordenschat en een soort grammatica.

23
Q

Welk gebied in het gezicht is het meest expressief?

A

Rond de ogen en de mond

24
Q

Wat willen we met oogcontact?

A
  • We willen de reactie van de ander op onze woorden of daden zien.
  • De ander willen laten spreken
  • Kennis maken of elkaar beter willen leren kennen.
  • Domineren, in geval van wedijver of woede, en we de ander zijn blik willen laten afwenden.
25
Q

Wat is stemtaal?

A

Omvat alle aspecten van de gesproken taal en de geluiden eromheen, met uitzondering van de woorden zelf. Het gaat er niet om wat er gezegd wordt, maar hoe het gezegd wordt.

Stemtaal omvat, volume, toonhoogte, articulatie, stemkwaliteit, spreeksnelheid, ritme
Zuchten, keel schrapen, snuiven, lachen, giechelen, huilen, geeuwen, ehs, hmms aarzelingen, pauzes en beklemtoningen.

26
Q

Welke twee hoofdvormen kent lichamelijk contact?

A
  • Aanraking (zorg en intimiteit, agressie en overheersing)

- Afstand tussen personen.

27
Q

Welke rol heeft u persoonlijke afstand?

A

Om mensen op hun gemak te stellen, het is de priveruimte.

Door de verkeerde afstand te kiezen, vooral als deze te klein is voelen mensen zich niet op hun gemakt.
Aan de andere kant brengt u door ver weg te blijven staan, direct een boodschap van afkeer over.

28
Q

Uit welke elementen is internationale communicatie opgebouwd?

A
  • De inhouden (wat wordt vervoerd, bijv nieuws)
  • De deelnemers (wie, actoren, bijv commerciële deelnemers)
  • De voertuigen (hoe, bijv postduif en satellieten)
  • De bedoelingen (waarom, bijv om te overreden)
  • De effecten (bijv oorlog of conflict)