2. Culturele diversiteit Flashcards

1
Q

gevolgen van opvoedonzekerheid

A

Meer internaliserende problematiek bij sommige groepen (o.a. meisjes)
* Meer externaliserende problematiek bij jongens
* Specifieke problematiek zoals LHTBQI+ (taboes)
* Stress en psychische problematiek bij ouders (o.a. armoede, vluchtgerelateerd,
eenouderschap, werkloosheid, opvoedstress)
* Mentale problematiek en ongelijkheid toegenomen door Corona

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

worden ouders en jongeren goed ondersteund?

A
  • minder bereik lichtere jeugdhulp (o.a. buitenlanders)
  • oververtegenwoordiging jeugdbescherming/ zwaardere vormen van zorg
  • deels minder effectiviteit van hulp
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waar gaat het mis? ouders/jongeren

A
  • ervaren afstand
  • wantrouwen / angst
  • schaamte
  • onbekendheid
  • taal
  • minder manifeste vragen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waar gaat het mis? (voorzieningen)

A
  • handelingsverlegenheid profs
  • gebrekkige kennis/vaardigheden
  • weinig aandacht voor diversiteit
  • weinig onderzochte methodieken
    en diagnostiek die aansluiten
  • focus op moeders
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

visie zorgstandaard diversiteit GGZ

A
  • van diversiteit naar inclusie: iedereen wordt even goed bereikt en ondersteund
  • relatie tussen hulpverlener en cliënt is cruciaal
  • er kan een verschil zijn in opvattingen over het probleem, verklaringen, klachten, hulpzoekgedrag, etc.
  • de invloed van cultuur is geen statistisch gegeven
  • intersectionaliteit: verschillende vormen van discriminatie of privilege beïnvloeden elkaar
  • meer aandacht voor ongelijkheden (kansen, macht, ras, micro agressie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is belangrijk? mbt cultuur

A
  • kennis over verschillende referentiekaders
  • voorkom stereotypen en generaliseren, kijk naar context van individu
  • vind een behandeling voor het individu, zonder dat het deel uitmaakt van een culturele groep
  • vraag breed uit, gebruik CFI
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is belangrijk mbt houding

A
  • open, onbevooroordeelde houding
  • interesse en respect
  • aandacht op bewustwording
  • let op taalgebruik
  • extra tijd voor vertrouwensband opbouwen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

bruikbare begrippen

A
  • wissel expertise en exploratie af (niet te snel adviseren, eerst luisteren)
  • verwante begrippen: decentering - recentering (even opzij stappen)
  • professionele intimiteit: maak verbinding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

methodieken en werkwijzen met minorities

A
  • reguliere interventies niet getest op migranten of praktisch opgeleiden
  • wisselende inzichten over cultuurspecifieke methodieken
  • tailoring kan nuttig zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

diversiteits team

A
  • matching volgens onderzoek niet altijd gewenst
  • wel belangrijk: divers personeel
  • blijven werken aan culturele sensitiviteit en inclusieve werkcultuur
  • bereik en effect monitoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly