1.A.9 - HC Beroepsethiek 1+2 Flashcards

1
Q

Wat is beroepsethiek?

A

Vorm van ideologie die met het beroep van een professional gepaard gaat

Het geheel van waarden, normen, gedragingen en verhoudingen met de samenleving dat het vertrouwen van de mensen in artsen ondersteunt en rechtvaardigt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarover gaat medische ethiek?

A

Over de goede manieren van handelen van artsen in de gezondheidszorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar komt beroepsethiek tot uiting?

A

Opleidingen
Beroepsverenigingen
Beroepsopvattingen
Richtlijnen
Wetten
Artseneed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wie was er als eerste met beroepsethiek bezig?

A

Hippocrates

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarvoor is de eed van Hippocrates bedoeld?

A

Onderscheid maken tussen kwakzalvers en echte genezers die het vertrouwen van de patiënt verdienen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar tussen maakt de eed van Hippocrates onderscheid?

A

mythologie en echte geneeskunde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat staat er in de eed van hippocrates?

A

collegialiteit, onderlinge verhoudingen, verbod op euthanasie, abortus en snijden, beroepsgeheim

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat staat er in de Wet uitvoering geneeskunst?

A

Korte artseneed waarin staat dat je naar je beste eer en geweten arts zal zijn. Alleen het beroepsgeheim is hierin behouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Soorten verantwoordelijkheden

A
  • Persoonlijk (relaties, persoonlijke opvattingen, eigen normen en waarden)
  • professioneel (beroepsgroep, gedragscodes, collega’s, professionele standaard)
  • Functioneel (instituut, instelling, collegialiteit, werkrelatie, huisregels)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat was een omslag in het denken?

A

WWII nazi-experimenten met mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat gebeurt er na WWII nazi-experimenten met mensen?

A

Meer aandacht voor patiënt, de gevaren van de geneeskunde en de gevaren van wetenschappelijk onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De moderne artseneed

A

niet meer verplicht, geen verbod meer op euthanasie en abortus, patiënt speelt centrale rol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

4 principes:

A
  • niet schaden
  • weldoen
  • respect voor autonomie
  • rechtvaardigheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn algemene normen over het gedrag van artsen?

A

artseneed, algemene gedragscodes KNMG, internationale regels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn voorbeelden van specifieke wetten?

A

Euthanasie, orgaandonaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn voorbeelden van algemene wetten?

A

BIG, WGBO

17
Q

Wat is de professionele standaard?

A

algemeen aanvaarde opvattingen van de geneeskunde

18
Q

Professionaliteit

A

de arts oefent geneeskunde uit naar de gebruikelijke ethische normen van het beroep

19
Q

Bedreigingen beroepsethiek

A
  • schaarste donororganen
  • beschikbaarheid van dure medicijnen
  • patiënt mijdt zorg om de kosten van het eigen risico
  • toenemende diversiteit met patiënten die anders denken
  • Marktwerking hoeft niet altjid in het voordeel van de patiënt te zijn
  • De eisende patiënt respecteren
  • Artsen moeten handelen in het belang van de patiënt
  • solistisch werkende artsen
  • Het beroepsgeheim staat onder druk
20
Q

Een goede arts

A
  • Heeft een morele houding/sensitiviteit: het herkennen van morele dilemma’s
  • Heeft kennis van de ethiek en ethische vraagstukken
  • heeft de vaardigheid een moreel vraagstuk te analyseren
  • is een professional en kan houding, kennis en vaardigheden beheersen/balanceren
21
Q

Risicogroepen

A
  • Mensen met obesitas
  • Comazuipers
  • Rokers
  • Boksers (kan leiden tot hersenschade)
22
Q

Wat kunnen maatregelen zijn voor risicogroepen?

A
  • Straffen of uitsluiten van behandeling (retributief, achteraf)
  • Premies aanpassen (prospectief, vooraf)
23
Q

Competenties van de arts

A
  • communicator
  • medisch deskundig
  • samenwerker
  • academicus
  • beroepsbeofeneaar
24
Q

Argumenten voor de maatregelen voor risicogroepen

A
  • Argumenten gebaseerd op het belang van het individu
    –> paternalisme
  • Argumenten gebaseerd op belangen van derden
    –> Onbekenden en bekenden
25
Q

Paternalisme

A

ingrijpen op iemands leven op grond van zijn welbegrepen eigenbelang

  • Zwak: wil van de persoon is onbekend
  • Sterk: tegen de wil van de patiënt in
26
Q

Wat is het marmot review?

A

bevat theorieën die bijdragen aan een veel gezondere samenleving

27
Q

Uitsluiten medische behandelingen

A
  • retrospectief: het is je eigen schuld en dit is je straf. Is dit rechtvaardig?
  • Prospectief