1.A.7 - HC.3 fysiologie hart Flashcards
longcirculatie
Zuurstof opnemen, de kleine circulatie
lichaamscirculatie
zuurstof afgeven, grote circulatie
druk in de longcirculatie
Kleine afstand en veel diffusie, dus lage druk in de arteriën
druk in de lichaamscirculatie
Grote afstand, druk in arteriën relatief hog
Atrioventriculaire kleppen (waar liggen ze en soorten) (AV-kleppen)
instroomkleppen
- Tussen atrium en ventrikel in
- valva tricuspidalis (rechts)
- Valva mitralis (links)
arteriële kleppen (ligging en soorten) (semilunaire/ SL-kleppen)
uitstroomkleppen
- Voorkomen terugstroming van de aorta en truncus pulmonalis naar de ventrikels
- Valva pulmonalis
- Valva aortae
2 fasen van de hartcyclus
diastole en systole
diastole (fasen)
- ventrikels in rust, atriums contraheren
- gestart met isovolumetrische relaxatie fase (ventrikels ontspannen, volume blijft hetzelfde)
- daarna snelle ventriculaire vullingsfase (ventrikel vult zich)
- daarna langzame ventriculaire vullingsfase
- eindigt met atriale systole (boezems trekken samen)
systole (fasen)
- ventrikels trekken samen en atriums in rust
- start met isovolumetrische contractiefase (volume binnen ventrikel blijft hetzelfde
- gevolgd door snelle ejectiefase (volume gaat eruit)
- eindigt met langzame ejectiefase
Ventriculaire vullingsfase (diastole)
-Begin + eind
Begin: openen instroomkleppen
eind: sluiten instroomkleppen
Isovolumetrische contractiefase (systole)
-Begin + eind
Begin: sluiten instroomkleppen
eind: openen uitstroomkleppen
Ejectiefase (systole)
-Begin + eind
Begin: openen uitstroomkleppen
Eind: sluiten uitstroomkleppen
- isovolumetrische relaxatie fase (diastole)
- Begin+ eind
Begin: sluiten uitstroomkleppen
Eind: openen instroomkleppen
Slagvolume (SV)
Hoeveelheid bloed dat per helft per cyclus wordt gepompt
- SV= EDV - ESV
Hartminuutvolume (HMV)
HMV= SV x HF
Wat gebeurt er bij inspanning?
hartfrequentie en contractiekracht gaan omhoog
ECG (toppen en complex)
- P-top: contractie van het atrium, einde diastole
- QRS-complex: contractie van de ventrikels, begin systole
- T-top: repolarisatie van de ventrikels, einde systole
Harttonen
eerste harttoon:
- veroorzaakt door sluiting atrioventriculaire kleppen
- Begin systole
Tweede harttoon:
- veroorzaakt door sluiting arteriële kleppen
- einde systole
Geleiding van prikkels in het hart
- Een actiepotentiaal wordt gevuurd door de sinoatriale knoop (SA-knoop)
- impulsen komen bij de AV-knoop, de AV-knoop houdt de impulsen even vast
- Vervolgens komen de impulsen bij de bundel van His
- De bundel van His takken af tot het netwerk van purkinje
3 fasen in de elektrische activiteit van de SA-knoop
Nulde fase: depolarisatie door openen Ca2+ kanalen waardoor calcium de cel in gaat
Derde fase: repolarisatie door openen K+ kanalen waardoor kalium de cel uit gaat
Vierde fase: diastolische depolarisatie fase door prikkeling van de If (funny current) waardoor er natrium de cel in komt
Wat doet de AV-knoop?
Vertraagt de impulsgeleiding, zodat de ventrikel kunnen volstromen met bloed
Welke verbindingen zijn er tussen de hartspiervezels?
Desmosomen (zorgen ervoor dat de spiervezels goed op hun plek worden gehouden) en gap-junctions (zorgen voor prikkelgeleiding)
Fasen elektrische activiteit van het spierweefsel
Nulde fase: snelle depolarisatie door openen Na+ kanalen
tweede fase: plateaufase: fase waarin membraanpotentiaal ongeveer hetzelfde blijft, doordat de actiepotentiaal lang duurt, dit gebeurt door Ca2+ kanalen
derde fase: repolarisatie door activatie K+ kanalen
Effect van het parasympathische zenuwstelsel op de SA-knoop
Hartfrequentie daalt
Effect van het sympathische zenuwstelsel op de SA-knoop
Hartfrequentie omhoog