1.A.7 - HC.6 Fysiologie van de ademhaling Flashcards
Is ademhaling een automatisch of vrijwillig systeem?
Automatisch met vrijwillige componenten
eupneu
regelmatig patroon van in- en uitademen
dyspneu
ademnood
apneu
ademstilstand
Cheyne Stokes
snel ademhalen, daarna niks
apneusis
lange, diepe inademing, snelle uitademing
Op welke systemen berust het ademhalingssysteem?
- ventilatie (in- en uitademen)
- diffusie (overdracht O2 en CO2)
- perfusie (uitwisselen zuurstofrijk bloed aan organen)
- transport (van moleculen)
Hoe komt de inspiratie tot stand?
Als de intercostaalspieren en de spieren in het diafragma aanspannen, wordt het volume van de long groter. Hierdoor daalt de druk. Er ontstaat een onderdruk ten opzichte van de atmosferische druk, waardoor er lucht wordt aangezogen.
Hoe komt de expiratie tot stand?
de druk in de longen wordt groter dan de atmosferische druk, waardoor lucht de longen uitstroomt
Waar vindt de overdracht van O2 en CO2 plaats in de longen?
Alveoli
Welke eigenschappen zijn belangrijk voor een efficiënte overdracht van O2 en CO2?
oppervlaktevergroting en daling in de snelheid
Wat is beter oplosbaar in vloeistof; CO2 of O2
CO2
Is het verschil in partiële druk van O2 in de alveoli groot of klein?
groot (104 mmHg in de lucht en 40 mmHg in het bloed)
Is het verschil in partiële druk van CO2 in de alveoli groot of klein?
Klein (40 mmHg in de lucht en 45 mmHg in het bloed)
is diffusie een actief of een passief proces?
passief