1.A.7 - HC.10 Embryologie hart- en vaatstelsel Flashcards

1
Q

Wanneer begint de hartbuis te pompen?

A

In de vierde week

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het hart is als … pomp aangelegd, maar functioneert tot de geboorte als … pomp

A

dubbele
enkele

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar worden bloedcellen gevormd in een embryo?

A
  • Aan het begin de dooierzak
  • Als de dooierzak verdwijnt, wordt het overgenomen door de placenta en de AGM
  • Daarna worden de meeste bloedcellen gemaakt in de lever en in de milt
  • Na 3 maande begint de bloedcelaanmaak in het beenmerg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

In welke structuur van het embryo begint de ontwikkeling van bloedvaten?

A

In de dooierzak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat vormt het extra-embryonale mesoderm rond de dooierzak?

A

bloedeilandjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat wordt er gevormd uit bloedeilandjes?

A

Bloed(stam)cellen en bloedvaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waaruit bestaan bloedeilandjes?

A

gedifferentieerde mesodermcellen (hemangioblasten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat ontstaat er uit de perifeer gelegen hemangioblasten?

A

Endotheelcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat ontstaat er uit de centraal gelegen hemangioblasten?

A

Bloedcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Door welke 2 processen worden bloedvaten gevormd?

A
  1. vasculogenese
  2. angiogenese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vasculogenese

A

Bloedvaatjes ontstaan via de vorming van bloedeilandjes
- endotheelblaasjes ontstaat, die fuseren tot vaatjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Angiogenese

A

Vanuit bestaande vaten kunnen nieuwe vaten ontstaan door spreiding uit bestaande vaatjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waardoor wordt angiogenese gestimuleerd?

A

Bij zuurstoftekort in een weefsel worden er signaalmoleculen uitgezonden (VEGF in combinatie met VEGF-receptoren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doet VEGF?

A

delta-like 4 expressie wordt aangezet, waardoor notch receptoren worden geactiveerd. Deze activeren aanliggende cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat doet de transcriptiefactor Prox1?

A

lymfevaten vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat gebeurt er bij afwezigheid van Prox1?

A

mutanten zijn opgezwollen door de ophoping van vocht (door de afwezigheid van lymfevaten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn de belangrijkste arteriën van het vroege embryo (vanaf 4 weken)

A
  • dorsale aorta
  • ventrale aorta
  • kieuwboogarteriën

de dorsale aorta is verbonden met het hart door de kieuwboogarteriën en de ventrale aorta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn de belangrijkste venen van het vroege embryo (vanaf 4 weken)

A
  • vena cardinalis communis
  • vena cardinalis anterior
  • vena cardinalis posterior
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waaruit bestaat het bloedvatenstelsel rond de dooierzak

A

vena vitellina
arteria vitellina

20
Q

Waaruit bestaat het bloedvatenstelsel van de navelstreng?

A

vena umbilicalis
arteria umbilicalis

21
Q

Wat worden de vena en arteria umbilicalis na de geboorte?

A

Ligamenten in de buikwand

22
Q

Wat ontstaat er uit de v. vitellina na de geboorte?

A

de v. portae

23
Q

Wat ontstaat er uit de a. vitellina na de geboorte?

A

a. mesenterica superior

24
Q

Wat is de ductus venosus?

A

Een tijdeljike verbinding tussen de v. umbilicalis en de v. cava

25
Q

Wat wordt de ductus venosus na de geboorte?

A

Ligamentum venosum

26
Q

Hoe gaat de ontwikkeling van buis naar vierkamer hart?

A

Buit kromt –> er ontstaan een linker en een rechter buis

27
Q

Wat is er aan de hand bij de aangeboren afwijking persisterende truncus arteriosus?

A

De aorta en de truncus pulmonalis zijn niet gescheiden

28
Q

Wat is er aan de hand bij verkeerde aansluiting? (hartafwijking)

A

de aorta zit aan het rechterventrikel, in plaats van aan het linker

29
Q

Het hart werkt in de foetale periode als enkele pomp, hoe wordt de rechterventrikel toch getraind?

A

Het rechterventrikel ontvangt bloed, dit gaat naar de truncus pulmonalis en dan via de ductus arteriosus naar de aorta.
Of het bloed gaat vanuit het rechter atrium naar het linker atrium via het foramen ovale

30
Q

Wat vormt de ductus arteriosum na de geboorte?

A

Ligamentum arteriosum

31
Q

Wat is een persisterende ductus arteriosum?

A

Niet gesloten ductus arteriosum na de geboorte

32
Q

Wat is het atrium septum defect?

A

Het foramen ovale is niet gesloten

33
Q

Wanneer ontstaat de hartbuis?

A

Aan het einde van de derde week, tijdens de gastrulatie

34
Q

Hoe wordt de aanleg van het hart genoemd?

A

cardiogeen mesoderm (cardiogene plaat)

35
Q

Uit welke 3 lagen bestaat de primaire hartbuis?

A
  • endocard (binnenkant)
  • endocardgelei (tussenin)
  • myocard (buitenkant)
36
Q

Wat is de veneuze pool?

A

de instroom van het hart

37
Q

Zit de instroom van het hart craniaal of caudaal? en de uitstroom?

A

Instroom: caudaal
uitstroom: craniaal

38
Q

kromming en specialisatie van de hartbuis:

A
  • IFT: instroomkanaal
  • ERA en ELA: linker en rechter embryonale atria
  • AVC: atrioventriculaire kanaal
  • ELV en ERV: linker en rechter embryonale ventrikels
  • OFT: uitstroomkanaal
39
Q

waarvoor zorgen endocard kussens?

A

Deling van atrium en ventrikel

40
Q

waarvoor zorgen de endocard richels?

A

deling van de uitstroomkanalen (door septum spirale)

41
Q

Wat ontstaat er uit de endocard kussens en richels?

A
  • Het hartskelet (bestaat uit bindweefsel)
  • De AV- en semilunaire kleppen
42
Q

Er worden 2 septa naast elkaar gevormd. welke zijn dit?

A

Septum primum en septum secundum

43
Q

Welk septum zit aan de kant van het linker atrium?

A

Septum primum

44
Q

Welke gaten zitten er in het septum primum?

A

Ostium primum
Ostium secundum

45
Q

Welk septum ontstaat er rechts van septum primum?

A

Septum secundum

46
Q

Welk gat ontstaat er in het septum secundum?

A

Foramen ovale

47
Q

Welke veranderingen vinden plaats na de geboorte?

A
  • Foramen ovale gaat dicht (lagere druk in rechter arterie)
  • Ductus arteriosus sluit snel (onder invloed van zuurstof)
  • Ductus venosus sluit (vormt lig. venosum)
  • V. umbilicalis: wordt lig. hepatis teres
  • A. umbilicalis: wordt lig. umbilicalis medialis