1.A.7 - HC.2 - Anatomie hart Flashcards

1
Q

Waar ligt het hart?

A

In het mediastinum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Mediastinum

A

Holte tussen linker- en rechterlong, borstbeen en wervelkolom

  • bevindt zich in het transversale vlak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

4 compartimenten mediastinum

A
  1. mediastinum superior (craniaal, boven het hart)
  2. mediastinum anterior (ruimte voor het hart)
  3. mediastinum medium
  4. mediastinum posterior (ruimte achter het hart)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

In welk compartiment van het mediastinum bevindt het hart zich?

A

mediastinum medium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ligging van de longen

A

Aan de zijkanten van de thorax in de pleuraholten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Pericard

A

Het hartzakje om het hart heen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

2 lagen pericard

A
  1. fibreuze pericard: aan buitenzijde, stevig, bestaat uit collagene vezels
  2. sereuze pericard: aan binnenzijde, dubbelgevouwen zak om de hartspier, bestaat uit 2 lagen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

2 lagen sereuze pericard

A
  • pariëtaal blad (buitenste, vergroeid aan fibreuze pericard
  • Visceraal blad (binnenste, ligt direct om hart heen, ook wel epicard
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Sinus obliquus

A

ruimte tussen de venen uit de longen binnen in de pericardholte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Sinus transversus

A

doorgang binnen het pericard tussen de grote venen en arteriën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

4 ruimtes in het hart (vierkamerhart)

A

2 atria en 2 ventrikels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Voorlopers vierkamer hart

A
  • Tweekamer hart
  • Driekamer hart
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Tweekamer hart

A

Bloed vanuit het lichaam in het atrium en vanuit het ventrikel naar de kieuwen (vis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Driekamer hart

A
  • 2 atria en 1 kamer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

verschil driekamer hart en vierkamer hart

A

Een driekamer hart heeft geen septum interventriculare, waardoor zuurstofrijk en zuurstofarm bloed wordt gemengd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kleine bloedsomloop

A

via de longen, zuurstofarm bloed wordt zuurstofrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Grote bloedsomloop

A

Gaat langs alle organen om zuurstof af te geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Route van het bloed na de grote bloedsomloop aan de rechterkant

A
  • Het bloed komt in het rechter atrium via de vena cava inferior of superior
  • Vanuit het rechter atrium stroomt het bloed naar de rechter ventrikel
  • Vanuit de rechter ventrikel kan het bloed via de truncus pulmonalis naar de longen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Route van het bloed van de longen tot de rest van het lichaam

A
  • Zuurstofrijk bloed komt via de vv. polmonales in het linker atrium
  • Het bloed stroomt door naar de linker ventrikel
  • Vanuit de linker ventrikel kan het bloed via de aorta naar de rest van het lichaam worden gepompt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Ontwikkeling van het hart

A

het hart ontstaat uit een buis waar zich een wand ontwikkelt, waarna het hart wordt dubbelgevouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe is de ventrale zijde van het hart te bepalen?

A

Aan de auricula (oortjes) van de atria

22
Q

De wand van welk ventrikel (links of rechts) is dikker en waarom?

A

De wand van de linker ventrikel is dikker, omdat het linker ventrikel bloed door het hele lichaam moet pompen en het rechter ventrikel alleen naar de longen

23
Q

Hoe worden de kleppen genoemd die tussen atrium en ventrikel zitten?

A

atrioventriculaire kleppen

24
Q

Hoe wordt de klep tussen het rechter atrium en het rechter ventrikel genoemd?

A

Valva tricuspidalis
(valva atrioventricularis dextra)

25
Q

Hoe wordt de klep tussen het linker atrium en linker ventrikel genoemd?

A

Valva mitralis

26
Q

Waaruit bestaan atrioventriculaire kleppen?

A

slippen (cuspis)

27
Q

Hoe zitten de kleppen vast?

A

Elke slip is bevestigd aan een papillairspiertje

28
Q

Wat is de stand van de atrioventriculaire kleppen bij de diastole?

A

valva tricuspidalis en valva mitralis zijn open

29
Q

Hoe worden de kleppen tussen ventrikel en arterie genoemd?

A

Arteriële kleppen

30
Q

Waarvoor dienen de Arteriële kleppen?

A

Ze voorkomen terugstroming vanuit de arterie naar de ventrikel

31
Q

Hoe wordt de klep tussen de rechter ventrikel en de truncus pulmonalis genoemd?

A

valva trunci pulmonalis

32
Q

Hoe wordt de klep tussen de linker ventrikel en de aorta genoemd?

A

valva aortae

33
Q

Waaruit bestaan arteriële kleppen?

A

Halvemaanvormige zakjes (valvula semilunaris)

34
Q

Wanneer openen de arteriële kleppen?

A

Als de druk in het ventrikel groter is dan in de arterie

35
Q

In welke hartfase staan de arteriële kleppen open?

A

systole

36
Q

Wat is het ventiel vlak?

A

doorsnee die door alle vier de kleppen van het hart gaat

37
Q

Diastole

A

het ontspannen van de ventrikels

38
Q

Systole

A

Het moment dat de ventrikels samentrekken

39
Q

Sinus coronarius

A

veneuze afvoer van het hart zelf

40
Q

Auscultatie

A

Het beluisteren van de harttonen

41
Q

lub-dub geluid

A
  • lub-toon (S1 toon): wordt veroorzaakt door het sluiten van de atrioventriculaire kleppen (einde diastole)
  • dub-toon (S2 toon): wordt veroorzaakt door het sluiten van de arteriële kleppen (einde systole)
42
Q

Waar wordt de prikkel in het hart opgewekt?

A

In de SA-knoop (sinusknoop)

43
Q

Route van de prikkel in het hart

A

SA-knoop –> AV-knoop (houdt de prikkel even vast) –> Bundel van his –> vertakt tot purkinjevezels

44
Q

hartskelet

A

Bestaat uit bindweefsel en hart vet
- Dit zorgt voor onderbreking van de prikkel bij de AV-knoop

45
Q

Coronairvaten

A

Zorgen voor bloedtoevoer aan het hart zelf

a. coronaria sinistra en dextra

46
Q

Waarin splitst de a. coronaria sinistra?

A

ramus circumflexus
ramus interventricularis anterior

47
Q

Waarin splitst de a. coronaria dextra?

A

Ramus interventricularis posterior

48
Q

Wat voor bloedvaten lopen er in de navelstreng?

A

2 arteria (zuurstofarm!) en 1 vene (zuurstofrijk!)

49
Q

Er komt zuurstofrijk bloed via de vena cava inferior het hart in. Hoe komt dit bij de aorta? (2 manieren)

A
  1. Het komt in de tractus pulmonalis. Vanuit daar kan het via de ductus arteriosus naar de aorta
  2. Het stroomt van het rechter atrium naar het linker atrium via het foramen ovale
50
Q

Hoe is het foramen ovale nog zichtbaar in een volwassen hart?

A

littekenweefsel, het fossa ovale

51
Q

Hoe is de ductus arteriosus nog zichtbaar?

A

Ligament tussen aorta en truncus pulmonalis: ligamentum arteriosum