18 11 20 Flashcards
les deux-roues
tweewieler motor scooter (gemotoriseerd)
les quatre-roues
vierwieler auto
la joaillerie
juwelen, juwelier, juwelierskunst, juweliersvak
le pelage
huid, vacht, pels, vel; het schillen en pellen
amorcer (ww)
beginnen, starten, in beweging zetten, de aanzet geven tot; opstarten, rebooten
repousser
terugdrijven, terugduwen, afstoten, afslaan; afstoten, afwijzen; terugschuiven (meubels)
puisque
aangezien
engouement (le)
bevlieging, kortdurende opwelling, begeerte, geestdrift; verstopping van een pijp of orgaan, constipatie, hardlijvigheid
asseoir (ww)
(neer)zetten; vestigen, grondvesten, gronden
j’en suis assis; ça m’assoit
ik sta paf/perplex; dat zou me verbazen
en amont de
voorafgaand aan/in de aanloop naar
s’assouplir
soepel/zacht/buigzaam worden; handelbaar/gedwee worden; afgezwakt/versoepeld worden
s’emparer
zich meester maken van (ook fig); overmeesteren, bemachtigen, (stad etc) innemen
tweewieler motor scooter (gemotoriseerd)
les deux-roues
vierwieler auto
les quatre-roues