12. Implantologie Flashcards

1
Q

Wat is een tandheelkundige implantaat?

A

Een tandheelkundig implantaat is een medisch hulpmiddel dat dient als kunstmatige vervanging van een tandwortel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is osseointegratie

A

Het proces waarbij het implantaat ingroeit in het bot. et groeit er niet aan vast, maar stak ertegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke eigenschappen heeft Titanium Ti-22 (4)

A
  1. hoge sterkte, stijfheid, taaiheid
  2. lage dichtheid
  3. goede corrosieweerstand
  4. niet giftig en biologisch verenigbaar met menselijke
    weefsels en botten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarbij wordt zirconiumdioxide gebruikt?

A

Bij de wens van een metaal-vrij lichaam (soort keramiek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Aan welke eisen moet een implantaat voldoen? (6)

A

a. Moet van een biocompatibel (materiaal vervaardigd zijn
b. Moet met behulp van een minimaal traumatische operatie te plaatsen zijn
c. Is verkrijgbaar in verschillende lengtes en diameters
d. Veroorzaakt tijdens verblijf in de mond geen schade
e. Is zonder grote schade te veroorzaken te verwijderen
f. heeft een vorm die röntgenologische en klinische controle mogelijk maakt;

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waardoor kan je een hedendaagse implantaat herkennen? (6)

A
  1. Van titanium;
  2. Schroefvormig ontwerp;
  3. Oppervlakteruwheid;
  4. de hals van het implantaat eindigt op
    botniveau (“bone level implantaat”);
  5. er is sprake van een platform-switch tussen implantaat en opbouw;
  6. een intern schroefdraad ter bevestiging van de opbouw.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn bone level implantaten?

A

Bone level implantaten staan alleen in het bot en eindigen met hun hals op botniveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar begint de opbouw van een bone level implantaat?

A

De opbouw begint op botniveau. Het onderste deel van de opbouw bevindt zich dus in de permucosale
doorgang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn tissue level implantaten?

A

Tissue level implantaten staan in het bot en de hals van het implantaat passeert tevens de permucosale doorgang en eindigen op mucosaniveau.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar begint de opbouw van een tissue level implantaat?

A

De opbouw begint op mucosaniveau.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk implantaat wordt bij voorkeur bij een overkappingsprothese gebruikt en waarom?

A

Een implantaat wordt gebruikt dat eindigt op mucosaniveau (“tissue level implantaat”)

in verband met het voordeel van ontbreken van een randspleet op botniveau

(niet van invloed op esthetiek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is platform-switching?

A

Concept dat een opbouw met een smallere diameter dan het implantaat wordt geplaatst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het doel van platform-switching?

A

Botverlies rondom de hals van het implantaat te beperken. Door platform-switching toe te passen komt
de connectie meer naar binnen te liggen, zo kunnen bacteriën minder hun gang gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarvoor zorgt oppervlakteruwheid?

A

Betere retentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarvoor worden implantaten in zijdelingse (partieel dentate) delen toegepast?

A

Vooral voor herstel van occlusie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Tandvervanging in de zijdelingse delen lijkt misschien minder lastig omdat de esthetische eisen minder hoog zijn. Wat maakt het toch lastig?

A

De bereikbaarheid en het zicht zijn moeilijk en de occlusale krachten kunnen hoog zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat valt er onder de eerste algemene onderzoeksfase bij de behandelplanning enkeltandsvervanging in de zijdelingse delen? (6)

A
  1. anamnese
  2. algemene gezondheid
  3. extra-oraal onderzoek
  4. intra-oraal onderzoek
  5. röntgenonderzoek,
  6. diagnose en voorlopig behandelplan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat wordt er gevraagd tijdens de anamnese? (2)

A
  1. aard van de klachten
  2. wensen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Bij welke ASA score zal met over het algemeen niet implanteren?

A

vanaf categorie 3 en 4

  • rokers worden ook overwogen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Waarom is een goede gezondheidsanamnese van essentieel belang?

A

Omdat het gezondheidsrisico van een bepaalde behandeling moet worden afgezet tegen het gewenste resultaat.

Bepaalde ziekten of medicatie kunnen misschien interacties hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn mogelijke medische contra-indicaties het implanteren de zijdelingse delen? (3)

A
  1. Aangeboren of verworven afwijkingen van hart of grote vaten, stollingsstoornissen
  2. Verminderde weerstand tegen infecties (diabetes, immunologische afwijkingen, gebruik van immunosuppressiva, corticosteroïden of bisfosfonaten)
  3. Radiotherapeutische behandeling in het hoofd-halsgebied
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Waar wordt bij het extra-oraal onderzoek bij partieel dentate patiënten naar gekeken? (2)

A
  1. Zichtbaarheid van het extractiediasteem of de positie van het element dat verloren zal gaan
  2. Functioneren van het kaakgewricht (afwijking huid, lymfeklieren?)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Waar wordt bij het intra-oraal onderzoek bij partieel dentate patiënten naar gekeken? (3)

A
  1. parodontale situatie van de overige
    elementen
  2. de kwaliteit van de aanwezige
    restauraties in de dentitie
  3. occlusie en articulatie en de intermaxillaire en
    mesiodistale ruimte voor de toekomstige
    prothetisch voorziening
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Waarom wordt er röntgenonderzoek gedaan?

A

Om inzicht te krijgen in de resorptiegraad en mogelijke
pathologie in restdentitie en overige anatomische structuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

De eerste algemene onderzoeksfase wordt afgesloten met een diagnose en een voorlopig behandelplan. Wat gebeurt er hierbij?

A

Voorlopig voorstel en behandelplan met patiënt bespreken

Uitleg geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

De tweede specifieke onderzoeksfase bevat aanvullend onderzoek, waarna specifieke voorlichting wordt gegeven en een definitief behandelplan wordt voorgesteld. Wat gebeurt er precies in deze fase? (4)

A
  • aanvullend medisch onderzoek;
  • aanvullend röntgenologisch onderzoek;
  • studiemodellen en proefopstelling;
  • implantaatplanning (lengte, diameter, positie en asrichting)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat is een voorbeeld van aanvullend medisch onderzoek?

A

Bijvoorbeeld contact met huisarts bij bloedverdunners (tijdelijk stoppen week voor behandeling)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Waarom worden er aanvullende röntgenologisch onderzoek gedaan? (3)

A
  1. Om een goede indruk te krijgen van (hoeveelheid) bothoogte en breedte
  2. De aanwezigheid van belemmerende structuren (sinus maxillaris, canalis mandibularis, radices relictae en cysten)
  3. Staat van buurelementen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Welke rontgenprogramma’s worden gebruikt bij aanvullende rontgenonderzoek?

A

intra-orale opname (BW) en de Cone Beam Computed Tomogram (CBCT)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Waarin geeft een proefopstelling inzichten? (5)

A
  1. in de lengte
  2. de diameter,
  3. de positie en de asrichting van het implantaat
  4. beschikbare ruimte voor de kroon
  5. de occlusale verhouding met antagonisten

Kan ook geheel digitaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

De derde fase; Fase van overeenstemming tussen
patiënt en behandelaar(s) en informed consent. Wat gebeurt hierbij?

A

Overeenstemming en opstelling informed consent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Waaruit bestaat informed consent? (4)

A
  1. informeren over de voorgestelde
    behandeling
  2. alternatieve behandelingen
  3. eventuele risico’s, nabezwaren
  4. kosten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Welk soort implantaat wordt gebruikt bij het plaatsen van kronen (zijdelings)?

A

Een bone level implantaat met platform-switching of een aangepast tissue level implantaat eindigend halverwege de biologische afstand (geen randspleet zichtbaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Welke implantaten dienen te worden gebruikt in de esthetische regio?

A

Bone level + platform-switching

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Waar hangen de reacties van omliggende weefsels verlopen of een implantaat uiteindelijk vastgroeit van af? (3)

A
  1. implantatieprocedure
  2. de wondgenezing
  3. de osseointegratie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Waar komt in het kort het chirurgische principe op neer (hoe verloopt de procedure)? (6)

A
  1. Incisie
  2. Voorbereiden implantaat bed
  3. Het implanteren
  4. Esthetische overwegingen
  5. Eén- en twee fasen systemen/implantaat
  6. Hechten
  7. Osseointegratie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Wat wordt er bij twee-fasensystemen gedaan?

A

De implantaten worden met de hals op bothoogte
ingebracht (bone level) en met een mucoperiostlap bedekt (eerste fase).

Na de osseointegratieperiode worden ze vrij
gelegd (tweede fase) en van healing abutments voorzien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Wat is een voordeel van een in één fase geplaatst
implantaat?

A

Dee patiënt hoeft slechts één operatie te ondergaan = minder belastend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Wat zijn healing abutments?

A

De metalen schroefjes, welke boven het tandvlees uitsteken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Chirurgische procedure voor het aanbrengen van een implantaat. Benoem alle 18 onderdelen:

A

a. operationeel maken van de behandelkamer
b. geven van anesthesie
c. kamincisie (één-fase implantaten), vestibulaire incisie of palatinale incisie
(twee-fasen implantaten)
d. afschuiven van het mucoperiost
e. zo nodig lokalisatie van de vaatzenuwstreng (nervus mentalis)
f. beoordeling van het botvolume en ondersnijdingen
g. correctie van de kaaktop
h. bepalen van plaats en richting van het implantaat (zo nodig met boorsjabloon)
i. prepareren van het implantaatgebied
j. plaatsen van de implantaten en controleren van de stabiliteit
k. wondtoilet, hechten van de weke delen en eventueel aanpassen van de prothetische voorziening
l. explicatie nazorg, receptuur en tussentijdse controles
m. revisie na 7-10 dagen voor verwijderen van de hechtingen, wondcontrole en eventueel aanpassen van de prothetische voorziening
n. regelmatige controle van het wondbeeld, de mondhygiëne (één-fase implantaten) en de initiële belasting door de prothetische constructie
o. eventueel vrijleggen van de implantaten (tweefasen implantaten)
p. controle op mobiliteit
q. plaatsen van healing abutment
r. aanvang van de prothetische fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Wanneer vindt de korte-termijn nazorg plaats en hoe lang duurt het?

A

De eerste nazorgperiode begint vanaf het moment van plaatsing van de definitieve kroon op het implantaat en duurt tot één maand daarna

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Eén maand na plaatsen van de kroon is een eerste controle gepland. Wat controleer je hierbij? (6)

A
  1. Patiënt de eerste ervaringen laten vertellen
  2. Controle/beoordelen mobiliteit
  3. Beoordeling occlusie en articulatie (zo nodig corrigeren)
  4. De hygiëne van de peri-implantaire zachte weefsels en de kroon controleren
  5. Soms extra instructies
  6. Intra-orale röntgenfoto maken: dient als nulmeting om het marginale botniveau rond het implantaat vast te leggen aan het begin van de functionele periode
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Waarom maak je een röntgenfoto in de eerste nazorgperiode (korte-termijn)

A

Het dient als nulmeting om het marginale botniveau rond het implantaat vast te leggen aan het begin van de functionele periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Na de korte-termijn nazorg begint een levenslange nazorgperiode (lange-termijn). Wanneer vindt dit plaats?

A

Nazorg van de implantologische behandeling vindt plaats tijdens het periodiek preventief onderzoek van de gehele mondholte (tenminste eenmaal per jaar).

45
Q

Wanneer wordt aangeraden de frequentie van de lange-termijn nazorg te verhogen? (3)

A

Indien er sprake is van risicofactoren:
1. voorgeschiedenis van parodontitis
2. rookgedrag
3. een moeilijk reinigbare suprastructuur

46
Q

Wat omvatten de lange-termijn nazorgonderdelen tijdens het consult? (9)

A
  1. Beoordeling hygiëne peri-implantaire zachte weefsels en kroon met eventueel herinstructie;
  2. Sondering met lichte kracht en aan-of afwezigheid van bloeding/pus
  3. Bij plaque of tandsteen: herinstructie en professionele supra-mucosale reiniging m.b.v. niet-metalen
    instrumenten, rubber polijstcupjes en air-polishers, al dan niet met speciaal ontwikkeld glycine poeder (25 μm);
  4. Beoordeling tonus en kleur van peri-implantaire weefsels;
  5. Vervaardigen röntgenfoto (vergelijking met nulmeting); een röntgenfoto wordt niet bij elk periodiek preventief onderzoek gemaakt
  6. Beoordeling mobiliteit van implantaat of kroon;
  7. Beoordeling occlusie en articulatie;
  8. Beoordeling slijtage van occlusale vlakken;
  9. Controle op fractuur van onderdelen.
47
Q

Wat gebruik je om implantaten te reinigen (3)

A
  1. reiniging m.b.v. niet-metalen instrumenten
  2. rubber polijstcupjes
  3. air-polishers (airflow) al dan niet met speciaal ontwikkeld glycine poeder (25 μm)
48
Q

Hoe heet de poeder die in de air-polischers gaat (Airflow)

A

Glycine

49
Q

Wanneer maak je röntgenfoto’s bij implantaten?

A

Als onderdeel van de lange-termijn nazorgfase wordt aanbevolen om een röntgenfoto te maken 1 jaar na het plaatsen van de definitieve kroon en vervolgens iedere 5 jaar

50
Q

In welke gevallen dient altijd een röntgenfoto gevaardigd te worden? (3)

A
  • Een toename van de pocketdiepte in een periode tussen 2 metingen met ≥ 2 mm;
  • Pijn
  • Vermoeden van mobiliteit van een implantaat.
51
Q

Na het plaatsen van implantaten en suprastructuur kunnen, ondanks een goede uitgangssituatie, complicaties optreden. In welke 2 soorten complicaties kan het worden gedeeld?

A
  • biologische complicaties
  • technische complicaties
52
Q

Wat zijn biologische complicaties?

A

Dit zijn complicaties die worden veroorzaakt door een peri-implantaire ontsteking van bot en/of weke delen.

53
Q

Wat zijn de belangrijkste biologische complicaties? (4)

A
  • Peri-implantaire mucositis;
  • Peri-implantitis;
  • Recessie labiale mucosa;
  • Ontsteking mucosa door cementresten.
54
Q

Wat zijn technische complicaties

A

Dit zijn complicaties die worden veroorzaakt door falen van de kroon of verlies van connectie tussen kroon en implantaat

55
Q

Is peri-implantaire mucositis (ontstekingsreactie van de weke delen rondom imp.) wel of niet reversibel?

A

Wel reversibel

56
Q

Wanneer is er sprake van peri-implantaire mucositis?

A
  1. Bloed en/of pus bij sonderen
  2. Zichtbaar röntgenologisch peri-implantair botververlies (ten opzichte van de referentiefoto) kleiner dan 2 mm
57
Q

Wat zijn de klinische verschijnselen van peri-implantaire mucositis? (4)

A
  1. matig tot duidelijke roodheid van de mucosa
  2. zwelling in combinatie met hyperplasie van de
    marginale weefsels
  3. een glanzend aspect
  4. matige tot uitgebreide bloeding bij sonderen (met gecontroleerde druk) in de sulcus soms gepaard gaand met pusafvloed en pocketvorming
58
Q

Waardoor wordt peri-implantaire mucositis veroorzaakt? (3)

A
  1. in de meeste gevallen veroorzaakt
    door pathogene micro-organismen in de
    sulcus, rond de hals van het implantaat.
  2. De belangrijkste factoren zijn ontoereikende
    mondhygiëne (plaque en tandsteen)
  3. cementresten subgingivaal op abutment en/of implantaat bij gecementeerde kronen
59
Q

Wat is de behandeling van peri-implantaire mucositis? (4)

A
  1. het controleren van de aansluiting van de suprastructuur op het implantaat (zo nodig corrigeren)
  2. cementresten aanwezig? Verwijderen
  3. aanwezig tandsteen en plaque verwijderen
  4. gerichte mondhygiëne-instructie geven
60
Q

Wat is peri-implantitis?

A

een ontstekingsreactie van de weke delen die het implantaat omgeven, waarbij tevens sprake is van een irreversibel verlies van peri-implantair bot

61
Q

Is peri-implantitis wel of niet reversibel

A

Niet reversibel = irreversibel > het botverlies

62
Q

Wanneer is er sprake van peri-implantitis (2)

A
  1. Bloed en/of pus bij sonderen
  2. röntgenologisch peri-implantair botververlies (ten opzichte van de referentiefoto) groter of gelijk is aan 2 mm
63
Q

Waar komt pocketvorming vandaan bij peri-implantitis?

A

Het is nog niet duidelijk of peri-implantitis het
gevolg is van een bacteriële kolonisatie, die leidt tot pocketvorming zoals bij parodontitis, of dat het een kolonisatie betreft van een al aanwezige pocket (gevormd na overbelasting of tijdens het plaatsen van het implantaat).

64
Q

Door welke 3 factoren neemt de subgingivale pathogeniciteit toe?

A
  1. pocketdiepte
  2. oppervlakteruwheid van het implantaat
  3. de duur van de belasting
65
Q

Waarop richt de preventie van peri-implantitis zich?

A

Op de preventie van een bacteriële kolonisatie door een goede mondhygiëne.

66
Q

Indien er sprake is van peri-implantitis, waar bestaat de eerste behandeling dan uit? (2)

A
  1. een mechanische reiniging van supragingivale en subgingivale delen van suprastructuur en implantaat
  2. in combinatie met een herinstructie van de zelfzorg
67
Q

Een systemische antimicrobiële behandeling wordt vaak aanbevolen maar het effect is nog onvoldoende onderzocht. Waar bestaat deze therapie uit?

A

Combinatietherapie van amoxicilline en metronidazol

68
Q

Hoe kunnen recessies van het labiale deel van het peri-implantaire weefsels ontstaan?

A

Dit kan deels een gevolg zijn van een natuurlijke fysiologische resorptie en maturatie van onderliggend bot en mucosa in de beginperiode na de behandeling

69
Q

Wat is een effect van hoe uitgebreider de botaugmentatie en chirurgische procedure met betrekking tot de mucosa?

A

Meer onvoorspelbaarheid van het uiteindelijke botvolume en labiale mucosaniveau

70
Q

Wanneer spreken we van een complicatie van een voortschrijdende recessie?

A

Als het mucosaniveau niet meer in harmonie is met natuurlijke buurelementen en als storend wordt ervaren
(en soms zelfs het implantaat zichtbaar wordt)

71
Q

Waardoor wordt de recessie in alle gevallen veroorzaakt?

A

doordat de mucosa niet meer wordt ondersteund door bot

72
Q

Wat zijn 2 veel voorkomende oorzaken van botresorptie bij recessies?

A
  • Resorptie van bot rond de hals van het implantaat door onvoldoende pasvorm kroon op implantaat;
  • Resorptie van labiaal bot door onvoldoende doorbloeding.
73
Q

Hoe dik moet de labiale botdikte zijn voor plaatsen implantaat (voorkomen recessie)

A

Tenminste 2 mm

Botlamel verloren > irreversibel

74
Q

Hoe kan een ontsteking van de mucosa door cementresten ontstaan?

A

Oorspronkelijk werden kronen op verschroefde abutments gecementeerd. Dit ontwerp geeft het nadeel dat bij het cementeren van een kroon het risico op doorpersen van cement in het gebied van de peri-implantaire biologische breedte bestaat

75
Q

Waarom is de overmaat van cement slecht te verwijderen?

A

omdat het diep in het submucosale gebied kan doordringen door de afwezigheid van aangehechte bindweefselvezels

76
Q

Waarom reageert het lichaam op deze cementresten?

A

Dit cement is niet biocompatibel en zorgt voor ontsteking. Deze ontsteking treedt niet direct op maar tijdens de lange-termijn nazorgperiode.

77
Q

Hoe uit een ontsteking van de mucosa door cementresten zich klinisch?

A
  1. roodheid
  2. bloeding
  3. fistelvorming ongeveer 3 mm apicaal vanaf het mucosaniveau.
78
Q

Wanneer zijn cementresten niet te zien op röntgenfoto’s?

A

Indien de cementresten zich labiaal of palatinaal/linguaal bevinden

79
Q

Waarom hoeft cementeren nu niet meer plaats te vinden?

A

Door een ontwikkeling richting een rechte of gehoekte
verschroeving van de kronen,

80
Q

Wat moet er gebeuren als en cementresten aanwezig zijn en wat kan het gevolg zijn?

A
  1. Direct diagnosticeren en verwijderen
  2. Chirurgische procedure vervelend > kans op recessie
81
Q

Wat zijn 2 technische complicaties bij implantaatgedragen kronen?

A
  • Chipping van porselein;
  • Mobiele kroon.
82
Q

Uit welke stoffen bestaan kronen?

A

een basis van zirconia en met opgebakken porselein

5-jaars overleving van 97%.

83
Q

Waar komen fracturen in kronen (porselein) het meest voor?

Wat zou hier een oplossing voor kunnen zijn?

A

Vooral in de zijdelingse delen

Monolitische zirconia kronen in plaats van opbakken van porselein op een zirconia kap zou een oplossing kunnen zijn in de zijdelingse delen

Herhaaldelijk: nightguard

84
Q

Waarom gaat de voorkeur uit naar porselein in het front?

A

Esthetisch zeer fraai

85
Q

Wat is het voordeel van Monolitische zirconia kronen?

A

Het materiaal is sterk en de iets mindere esthetiek is absoluut voldoende voor een regio die minder in zicht is

86
Q

Mobiele kroon
Hoe kan de schroefverbinding losgaan? (2)

A
  • De schroef is met onvoldoende kracht vastgezet: de schroef dient met een bijbehorende momentsleutel
  • Er zijn geen originele implantaatonderdelen gebruikt:
    niet-originele onderdelen kunnen een onvoldoende pasvorm hebben waardoor de schroef los kan gaan.
87
Q

Is bij implantaten de biologische breedte groter of kleiner dan in een normale situatie?

A

Groter

88
Q

Voordat een prothese gemaakt kan worden, moet er eerst een afdruk worden gemaakt om de positie van de implantaten te bepalen. Hoe gaat dit precies? (5)

A
  1. Gebruik afdrukstiften- en pasta
  2. Afdrukken uitspuiten in gips en locatie implantaten beoordelen
  3. Verhouding BK en OK vaststellen
  4. Kleur, vorm element vaststellen > opstellen door tandtechnicus
  5. Eerste versie gemaakt in was > passen in de mond
89
Q

Waarmee moet er rekening worden gehouden bij het maken van een prosthese? (3)

A
  1. Maximale occlusie
  2. Freewayspace
  3. Gebalanceerde articulatie
90
Q

Wat zijn de meest voorkomende complicaties bij overkappingsprothetiek?

A

loskomen van clips uit het kunsthars en breuk van de
prothesebasis zelf

91
Q

Hoe worden de staven waarom de prothese komt genoemd?

A

Staafmesiostructuur

92
Q

Waarvan zijn de mogelijkheden van het reinigen (door patiënt zelf) van de suprastructuur afhankelijk?

A

Van de vormgeving van de suprastructuur en de
motorische vaardigheden van de patiënt

93
Q

Hoe kan de mesiostructuur worden schoongehouden door de patiënt?

A

Met een zachte multitufted tandenborstel met tandpasta

94
Q

Hoe kan de staafmesiostructuur worden schoongehouden door de patiënt?

A

Dm van een rager, veter of superfloss

95
Q

Waarmee dient de overkappingsprothese zelf te worden schoongehouden?

A

Dagelijks reinigen met een protheseborstel; extra is een
reinigingsvloeistof éénmaal per week.

96
Q

Wanneer is de eerste nazorgperiode bij een prothese en hoe lang duurt dit?

A

Na het plaatsen ervan, tot twee maanden

Daarna kijken hoe de eerste week bevallen is

97
Q

Implantatieprocedure

Waarmee wordt rekening gehouden bij het maken van de incisie? (3)

A
  • Bij voorkeur in één keer alle lagen klieven (epitheel, bindweefsel en periost).
  • Indien nodig, lokaliseren nervus (vaak nervus mentalis en/of foramen mentale).
  • Alternatief: door mucosa implementeren voor behoud gingiva contour. Nadeel: eventuele dehiscnetie of fenestratie kan niet worden waargenomen.
98
Q

Implantatieprocedure

Waarmee wordt rekeing gehouden bij voorbereiden implantaatbed? (4)

A
  • Bij opening: bindweefselresten verwijderen en scherpe randen/richels verwijderen.
  • Kaakwal afgevlakt tot niveau met voldoende breedte voor plaatsen implantaten.
  • Niet geheel vlak plateau prepareren! Risico: te veel corticaal bot weg (initiële stabiliteit). Leidt bovendien tot geringe kaakhoogte (vooral zijdelingse delen) voor aanbrengen implantaat van voldoende lengte gezien beperkende anatomische structuren > nervus alveolaris inferioris en desinus maxillaris.
  • Dikte van buccaal bot moet minimaal 2mm front(vervanging), 1 mm zijdelings zijn na implanteren.
    Als bot minder is moet veelal botaugmentatie plaats vinden.
99
Q

Waarom het plateau niet geheel vlak geprepareerd te worden?

A

Risico: te veel corticaal bot weg (initiële stabiliteit). Leidt tot langere kaakhoogte (vooral zijdelingse delen) voor aanbrengen implantaat van voldoende lengte gezien beperkende anatomische structuren > nervus alveolaris inferior en de sinus maxillaris.

100
Q

Wanneer moet botaugmentatie plaatsvinden?

A

Dikte van buccaal bot moet minimaal 2mm front(vervanging),

1 mm zijdelings zijn na implanteren.
Als bot minder is moet veelal botaugmentatie plaats vinden.

101
Q

Hoe verloopt het implanteren zelf? (7)

A
  1. Ronde boor: plaats voor implanteren aangeven.
  2. Pilot boor: eerste schacht boren.
  3. Oplopende diameter boren: schacht steeds breder maken.
  4. Tap boor: schroefdraad aanbrengen bij sprake van sterk gedemineraliseerd bot.
  5. Wrijvingswarmte niet te hoog: botcellen irreversibel beschadigd boven 48 graden Celsius > 1 min.
  6. Scherpe boren, weinig druk en goede koeling voorkomen te hoge wrijving/temperatuur.
  7. Na plaatsen wordt een afdekschroef of abutment geplaatst.
    - Afdekschroef: laag afdekken: mucosa erover heengehecht.
    - Abutment: hoger afdekken: verschillende lengtes. Dient als permucosale doorgang (zichtbaar in de mond).
102
Q

Wat gebeurt er als de warmte (boren) boven de 48 graden komt?

A

De botcellen worden irreversibel beschadigd

103
Q

Wat is een etsbrug?

A

Een etsbrug of een element met composiet
vastgezet aan de buurelementen vinden
patiënten een comfortabele tijdelijke
voorziening.

104
Q

Wat is het voordeel van een etsbrug of element die vastzit aan het andere element en wat is het nadeel?

A
  1. Operatiegebied wordt niet belast
  2. Arbeidsintensief (etsbrug iets fijner weg te halen als het buurelement niet met etsvloeistof behandeld wordt)
105
Q

Wanneer wordt er een tijdelijke kroon geplaatst (esthetische regio) en hoe lang?

A

Tijdelijke kronen worden veelvuldig toegepast bij enkelvoudige fronttandvervanging, gedurende 3 maanden na de laatste operatieve procedure

106
Q

Er is een aantal redenen waarom het is aan te bevelen om in het frontgebied niet in eerste instantie een definitieve implantaatgedragen kroon te vervaardigen, maar eerst een tijdelijke kroon. Waarom is dit? (4)

A
  1. Verandering van vorm van de peri-implantaire mucosa (er treedt altijd recessie op)
  2. Genezing van de peri-implantaire mucosa tegen een anatomische vorm.
  3. Evaluatie van papilontwikkeling: definitieve kroon meer in harmonie
  4. Optimalisering van de buurelementen.
107
Q

Welke eisen worden er gesteld aan tijdelijke kronen? (6)

A
  • Goede pasvorm en een stevige bevestiging op het implantaat;
  • Esthetische vormgeving en kleur;
  • Voldoende sterk materiaal;
  • Mucosavriendelijk door gladde afwerking;
  • Gemakkelijk te verwijderen en te herplaatsen;
  • Gemakkelijk te corrigeren.
108
Q

Wat is een nadeel van het ontwerp: individueel ontworpen zirconia, abutment waarop een kroon werd gecementeerd (bestaande uit een zirconia kap met opgebakken porselein)?

A

bij het cementeren bestaat het risico op doorpersen van cement > peri-implantaire mucositis