10. Parodontale nazorg Flashcards
Wat zijn 2 doelen van parodontale nazorg?
- Handhaving van infectie-controle:
Dynamisch evenwicht tussen bacteriële agressie en effectieve gastheerreactie - Handhaving klinisch gezonde situatie:
‘Ondiepe, niet bloedende pockets’
Wanneer wordt er gesproken van disbalans?
Als de aanval en afweer verstoord is
Probleem in aanval: agressieve bacterie
Probleem in afweer: genetisch, lifestyle, stress
De weegschaal die weer in balans is, wil je in balans houden. Op welke manier kan je dit doen?
Zelfzorg op peil houden, ondersteunen door lastige plekken schoon te maken + tst
Uit welke 7 onderdelen bestaat het tijdpad parodontale therapie?
- Intake
- Initiële behandeling
- Tussentijdse controle (6 weken na de laatste initiële behandeling)
- Evaluatie (3 maanden na de laatste initiële behandeling)
- Chirurgie (eventueel)
- Postoperatief
- Evaluatiechirurgie (6 maanden na de vorige evaluatie)
Wat gebeurt er bij de intake van parodontale therapie?
Anamnese status, rontgenfoto’s maken, parodontiumstatus maken, diagnostiek uitvoeren, misschien microbiologisch, behandelplan opstellen + zorgdoel, andere factoren? Psychosociaal, motivatie?)
Wat is heel belangrijk voor je een initiële behandeling start
Motivatie van de patiënt
Waaruit bestaat de initiële behandeling? (3)
- Vaak in 4 zittingen van een uur (kan meer of minder zijn)
- Behandelaar: scalen en rootplanen
- Patient: nadruk op dat de patient het zelf moet doen: gemotiveerd, goede instructies gekregen = samenwerken
Waar zorgt de mh voor?
Voor een schone basis (niet toveren), patiënt moet die basis schoonhouden
Wanneer vindt de tussentijdse controle plaats en wat is het doel?
6 weken na initieel > focus op zelfzorg, blijven motiveren (mhg controleren)
Eventueel ragers opnieuw passen
Hoeveel pocketreductie mag je verwachten bij;
- Pockets 4-6 mm:
- Pockets > 6 mm
- 1 mm
- 2 mm
Wanneer vindt de evaluatie plaats en wat wordt er gedaan?
3 maanden na initieel
Nieuwe parodontiumstatus maken + beoordelen therapie en resultaat
Welke 4 opties kunnen tijdens de evaluatie parodontale therapie worden aangedragen?
- Paro-preventietraject: pockets minder van 3 mm
wanneer het parodontale beeld sterk is verbeterd binnen 3 maanden is het niet nodig voor de patiënt om de nazorgfase in te gaan - Nazorgfase
- Succescriteria niet-chirurgische fase beoordelen en kijken of er redenen kunnen zien dat de therapie niet is geslaagd.
- Chirurgie nodig –> wanneer de therapie goed is uitgevoerd maar er restproblematiek overblijft
Welke pocketreductie kan je na chirurgie verwachten? (3)
Pocketreductie na chirurgie:
- Open flap = 0,58mm reductie
- Chirurgie in combinatie met Emdogain =1,2mm extra reductie t.o.v open flap
- Angulaire defecten met Emdogain =0,9mm reductie
Wat is het doel van therapie?
Reductie pockets, bloeding, plaque
Wat moet de patiënt direct post-operatief doen?
- 2x daags spoelen met chloorhexidine
- CTM beleid: 0.12% CHX+CPC, zonder alcohol (PerioAid®) - Normale mechanische MHG bij de niet-geopereerde gebieden
Wat moet de behandelaar post-operatief doen?
Bij RESECTIEVE chirugie (5)
- Hechtingen verwijderen: 1 week postoperatief
- 1e postoperatieve zorg: 3 weken postoperatief
- 2e postoperatieve zorg: 6 weken postoperatief
- Tussenevaluatie -
- Post-operatieve evaluatie: 3 maanden postoperatief (=herbeoordeling)
Wat doet de behandelaar 1 week post-operatief? (8)
(resectief)
- Ervaringen/bevindingen patiënt bespreken
- Anamnese algehele gezondheid controleren
- Beoordelen van de wondgenezing
- Verwijderen hechtingen (en evt. wondverband)
- Optimaliseren van de (mechanische) MHG
- Gebruik ragers aangeven
- (Zonodig) verwijderen van supragingivale plaque en chloorhexidine-aanslag
- Blootliggende worteloppervlakken: patiënt geruststellen mbt gevoeligheid
Waarmee kunnen de genezen gebieden eventueel worden gepoetst?
(resectief)
Met een surgical brush = extra zacht
Waar moet je goed aan denken en ook melden aan patiënten als het gaat om herstel en esthetiek
Vaak zijn er meer recessies van voorheen
Wat doe je bij de 1e postoperatieve zorg na 3 weken
(resectief)
Ragers nameten, instructies, niveau mh, wondgenezing
1 á 2 weken post-operatief worden de hechtingen verwijderd. Wat ga je nog meer doen?
Je luistert naar de patiënt, heeft de patiënt last gehad. Is er zwelling of gevoeligheid (hoort zo), stel de patiënt gerust. Is het gebied gezond? Goede wondgenezing?
Wat doe je 3 / 6 weken post-operatief? (7)
(resectief)
- Controleren van de wondgenezing
- Controleren van de mondhygiëne
- Geven van uitgebreide herinstructie mondhygiëne en zonodig instructie over mondhygiëne vervangende maatregelen
- Aanmeten van ragers+instructie
- (Zonodig) verwijderen van plaque en tandsteen
- (Zonodig) verwijderen van chloorhexidine-aanslag
- (Zonodig) behandelen gevoelige tandhalzen, bijv. Duraphat, Gluma, advies tandpasta
Wat moet de behandelaar post-operatief doen?
Bij REGENERATIEVE chirugie (5)
Hechtingen verwijderen 1 week postoperatief
1e postoperatieve zorg 3 weken postoperatief
2e postoperatieve zorg 8 weken postoperatief
Tussenevaluatie 4 maanden postoperatief
Post-operatieve evaluatie 6 maanden postoperatief
(=herbeoordeling)
Bij regeneratieve chirurgie vindt na 6 maanden de Post-operatieve evaluatie plaats. Wat wordt hier precies gedaan?
Vaststellen baseline:
Er wordt gekeken waar we nu staan. Is het resultaat bereikt wat je wilde bereiken? (effect therapie)
Nieuwe meting.
9 maanden na initiële behandeling
Hierna pas verder met het parodontale nazorgtraject!
Is het mogelijk om een klinisch gezonde situatie te handhaven als er nog restproblematiek aanwezig is na de paro behandeling (patiënt wil geen chirurgie)
Nee, dit is dan niet mogelijk
Wat voor herstel mag je verwachten bij een enkelwortelig element?
Wat voor herstel mag je verwachten bij een meerwortelig element?
Wanneer heb je het eerste jaar na parodontale therapie een interval (nazorg). Waarom is dit er wat doe je hierbij (4)?
Je hebt een interval van 3 maanden.
Dit wordt gedaan om de plaque, bloeding goed te beheersen en zo blijf je de patiënt motiveren. Bij de behandeling ligt de focus op:
1. gebitsreiniging + pol
2. herinstructie
3. diagnose
4. verslag
Na het eerste jaar kan ervoor gekozen om het interval aan te passen. Waarvan is dit afhankelijk en wat is het?
Het risk-level
individuele inschatting van risico op herinfectie / progressief aanhechtingsverlies
Hoe wordt het risk-level bepaald?
Door een risicoanalyse
Als het goed is hoeft er na een jaar minder tijd te worden besteed aan de gebitsreiniging. Waarop ligt de focus? (6)
- gebitsreiniging + pol
- herinstructie,
- diagnose (op element-niveau)
- verslag,
- interval
- risicoanalyse
Waarom is diagnose een belangrijk onderdeel van de nazorg/recall?
Omdat hier wordt gelet op de diagnose op element-niveau
Waarop wordt gelet bij de diagnose per element?
Plaquescore
- Locatie
- Percentage
(Welk percentage is acceptabel < 20% op CTM)
Wat doe je bij de diagnose IN het eerste jaar NA therapie?
vaststelling parodontale conditie na succesvolle therapie = nieuwe baseline
Waarop wordt klinisch gelet bij de diagnose per element? (8)
- Bloedingsscore (≤ 25%=acceptabel) op CTM 20%
- Pocketdiepte
- Aanhechtingsniveau
- Furcatie-analyse
- Overhangende restauraties
- Occlusie en articulatie, mobiliteit
- Evaluatie van bestaande constructies
- Inspectie op wortelcariës
Waarop wordt röntgenologisch gelet bij de diagnose per element? (7)
- Botniveau t.o.v. glazuur-cementgrens
- Vorm van botdefect
- Furcatie-analyse
- Breedte parodontaalspleet
- Geïmpacteerde elementen
- Evaluatie van bestaande constructies
- Apicale conditie
Waardoor is de kans op reductie van het tandvlees groot?
Omdat na therapie de zwelling afneemt
Wat is de prevalentie van wortelcariës? (2)
Na 2 jaar: 50-72%
Na 12 jaar: ±90%
Waardoor ontstaat wortelcariës en gevoeligheid?
Dit ontstaat doordat na de behandeling of chirurgie, het pocketepitheel terugtrekt doordat de zwelling afneemt. Hierdoor komt een groter deel van de tandhalzen bloot te liggen. Dentine is zachter dan glazuur en daardoor ook kwetsbaarder voor cariës. Door de tubuli (uitlopers odontoblasten) in dentine kan er ook tandgevoeligheid optreden
Waardoor wordt het risk-level beïnvloed? (3)
Aanval factoren, afweer factoren, BOP
De aanval factoren bestaan uit kwalitatief en kwantitatief.
Wat is kwaliteit?
De microflora, bacteriesoort
Afgebeeld staan Aa (stervorm) en Pg
De aanval factoren bestaat uit kwalitatief en kwantitatief.
Wat is kwantiteit en waar hangt dit vanaf (6)?
- De baterial load (hoeveel er zijn)
- compliance aan de afspraak
- mondhygiëne (15% plaque = acceptabel?)
- hoeveelheid en diepte van de restpockets
- furcatieproblematiek
- overhangende restauraties
Wat valt er onder afweerfactoren? (12)
- Systemische factoren:
- Diabetes
- Medicijngebruik
- Zwangerschap
- HIV
- Ziekte van Crohn
- Syndroom van Sjögren
- Bestralingspatiënten
- Menopauze - Genetische aanleg?
- Leeftijd
- Lifestylefactoren
Welke lifestyle factoren spelen een rol? (4)
- roken (> 10 sigaretten per dag > risico)
- stress
- alcohol
- obesitas (lifestyle + systeem)
Hoe komen alle factoren klinisch tot uiting?
BOP
Bij hoeveel procent BOP is het risico verhoogd?
> 25%
Bij hoeveel procent BOP is het risico verlaagd?
< 10%
‘Risk level’ op patiënt-niveau wordt vastgesteld door spectrum van risico-factoren/indicatoren.
Welke 3 risico-factoren zijn er?
- Mondhygiëne
- Bacterieflora
- Compliance
‘Risk level’ op patiënt-niveau wordt vastgesteld door spectrum van risico-factoren/indicatoren.
Welke 5 risico-indicatoren zijn er?
Spinnenwebdiagram
- Bloedingsscore (BOP)
- Aantal pockets ≥5 mm
- Verloren elementen (excl. 3e molaren)
- BL/Age (Botverlies/leeftijd)
- Systemische problematiek/genetische aanleg
- Lifestyle
Aan hoeveel millimeter staat 10% botverlies gelijk?
1 mm
Naar welke pocket kijk je in het risk-level
de diepste
Reken uit:
Een patiënt van 25 jaar heeft 40 % botverlies. Wat is het risico en waarom?
40/25 = 1,6 (% delen door leeftijd)
alles boven de ratio van 1 = hoog risico
0,75 = gem
0,36 = laag
Omdat er 1 mm botverlies per 10 jaar is
Hoe wordt BL/Age (Botverlies/leeftijd) vastgesteld?
Röntgenologisch, op de meest aangedane plek
Waardoor wordt het interval op patientniveau bepaald?
(benoem in verslaglegging)
Doormiddel van een risico-analyse, spinnenweb diagram
Hoeveel maanden interval?
Laag risico =
Gemiddeld risico =
Hoog risico =
- 6 maanden
- 4 maanden
- 3 maanden
Wanneer spreek je van een laag risico bij het spinnenweb diagram?
Laag risico:
Alle categorieën laag of max. 1 parameter in categorie gemiddeld
Wanneer spreek je van een gemiddeld risico bij het spinnenweb diagram?
Tenminste 2 parameters in categorie gemiddeld, en max. 1 parameter in categorie hoog
Wanneer spreek je van een hoog risico bij het spinnenweb diagram?
Tenminste 2 parameters in categorie hoog
Wanneer gaat een patiënt opnieuw het paroprotocol in kijkend naar het spinnenweb diagram?
Als er 4 items in risico hoog zitten.
Ze gaan ook het paroprotocol in als ze langer dan 6 maanden niet geweest zijn
Herinstructies in de nazorg zijn belangrijk. Wanneer kan je het beste een herinstuctie geven en waarom?
Voor de gebitsreiniging. Na de gebitsreiniging is een patiënt minder gefocust, dan zijn de herinstructies niet effectief (ze nemen minder op)
De instructies herhalen kan wel
(evalueren handelingen, voordoen poetsen: tell-show-do, mh op optimaal niveau krijgen
Te tong wordt vaak vergeten tijdens de zelfzorg. Soms ligt het probleem alleen op de tong. Hoe kan dit verholpen worden? (2)
- tongschraper
- eventueel spoelmiddel
(nazorg, maar ook initieel)
Waarom draait het voornamelijk bij de gebitreiniging (nazorg)
Het verstoren van de biofilm en het reinigen van lastige plekken
Pas op met te grondig reinigen (te invasief, slijtage = overbehandeling, ook met ragers)
einde = polijsten > verschillend in grofheid
Waarom is vastlegging van de nazorg van belang (vooral in CTM)
Er zijn veel verschillende behandelaars, noteer alles wat je hebt gezien en gedaan hebt.
In praktijk kan er ook ziekte zijn
Wat is het doel van nazorg en hoe wordt dit bereikt?
Het handhaven van de infectie-controle!!
Door een goede gestructureerde kwalitatieve nazorg !
de patient wordt hier zelf ook enthousiast van
Nazorg op langer termijn.
- Hoe vaak maak je een nieuwe parodontiumstatus?
- Hoe vaak maak je een nieuwe röntgenstatus?
- 1x per 2 jaar
- 1x per 5 jaar
Ook als het zodanig verbeterd is nieuwe status maken > overweging uit nazorg (T-codes)
Hoe wordt de duur van de behandeling bepaald?
(benoem in verslaglegging)
Door risicoanalyse op elementniveau
Bij welke elementen zien we de meeste pocketreductie?
éénwortelige elementen
Therapie kan worden aangevuld met antibiotica (let op resistentie) hoeveel extra pocketreductie heb je dan?
- bij 4-6 mm = 0,27 extra
- bij > 6 mm = 0,35 extra
De mate van reductie van de pocketdiepte wordt beïnvloed door 3 factoren, welke zijn dit?
- Anatomie
- Uitgevoerde behandeling
- Patiënt factoren (medische conditie en gedrag)
Wat valt onder anatomische factoren? (3)
- (Ernstige) furcatieproblematiek
- Angulaire botdefecten
Wanneer is pocketreductie nog meer hoger?
Bij patiënten met een plaquescore < 10%
Vergeleken met > 50%
Het einddoel van parodontale therapie is het behoud van het gebit in een gezonde en functionele staat. Waarvan is het behalen van dit doel afhankelijk?
Het bereiken, en vervolgens het handhaven van een balans tussen de mondbacteriën en het afweersysteem van de patiënt.
Wanneer is het zorgdoel behaald?
Wanneer sprake is van een parodontium met ondiepe (≤ 5 mm), niet-bloedende, pockets
Op basis van het voorgaande kan niet-chirurgische parodontale behandeling (inclusief ondersteuning met antibiotica) tot gemiddeld 2,5 mm reductie van de pocketdiepte leiden bij pockets dieper dan 6 mm vóór de behandeling. Het doel van de behandeling is alle om pockets ≤ 5mm te krijgen.
Wanneer is de kans klein dat dit gebeurt zonder een chirurgische ingreep?
Bij patiënten met multipele pockets dieper dan 8 mm. De kans is nog kleiner als deze pockets gerelateerd zijn aan furcatieproblemen en/of angulaire botdefecten
Welke extra reductie is er na chirurgie te verwachten?
0,58 mm bovenop wat er al verkregen is