10. In de praktijk ✔ Flashcards

1
Q

Factoren voor een ‘gezond gewicht’:
Weegschaal

A

Gewicht meten

Meeting in vergelijkbare omstandigheden!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Factoren voor een ‘gezond gewicht’:
BMI

A
  • *Body mass index (gewicht/lengte2)**
  • > houdt geen rekening met de vetmassa en de spiermassa
  • > enkel geldig bij volwassenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Factoren voor een ‘gezond gewicht’:
Vetpercentage

A

Mee bepalen hoe fit sporter is voor hij aan seizoen begint

Te hoog?
=> langere periode voor sporter terug niveau bereikt van voordien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vetpercentage bepalen:
BIA

A

Bio-elektrische impedantie analyse
=> adhv. weegschaal of electroden

  • *Contra-indicaties**
  • zwangere vrouwen
  • personen die vocht ophouden
  • Pacemaker
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vetpercentage bepalen:
Huidplooimeting

A

Meet het subcutaan vet op verschillende plaatsen

Meting op vastgelegde plaatsen:
De kuit – De bovenarm – De buik – De rug

  • *Nadelen:**
  • arbeidsintensief
  • slecht reproduceerbaar
  • ervaring vereist

Moeilijk uitvoerbaar bij sterk gespierde personen /een laag vetpercentage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Interpretatie vetpercentages

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gemiddelde vetpercentage bij mannen & vrouwen

A

Mannen
=> 10-20%

Vrouwen
=> 20-30%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Evolutie vetpercentage doorheen jaren

A

Stijgt naarmate de leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer ondergewicht bij mannen & vrouwen?

(op vlak van vet)

A

Mannen
=> minder dan 5%

Vrouwen
=> minder dan 14 %
=> hormoonproductie stopt -> tijdelijk onvruchtbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gevaar van visceraal vet:
Hoe nagaan?

A

Te veel vet rond ingewanden is gevaarlijk

Middelomtrek / taille omtrek
=> meten tussen laatste zwevende rib & heup

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

WHR

A

Waist Hip Ratio
= omtrek taille gedeeld door omtrek heup

Ratio bij mannen
= 0,9

Ratio bij vrouwen
= 0,85​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wegen spieren meer dan vet?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Afvallen:
Energiebeperking

A

Energie (huidig gewicht) – 500kcal = energiebeperking

Evalueren met streefgewicht
=> energiebeperking > Energie (streefgewicht)

Totale behoefteberekening hoger dan behoefteberekening het streefgewich?:
=> energie van het streefgewicht – 250kcal !

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Afvallen:
Macronutriënten

A

Eiwit
=> 1-1,2g eiwitten per kg streefgewicht, per dag
Minimum 75g eiwitten/dag

Vetten
=> 30- 35 En%
Minimum van 20En%

Koolhydraten
=> bij gezonde voeding: 55 En%
=> bij energiebeperking: overgebleven deel van energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Afvallen adhv beweging

A

Verbruik verhogen
=> Meer spierkracht = rustmetabolisme stijgt

Te lage inname vertraagt het rustmetabolisme

Vetpercentage verlagen?

  • Duurinspanning 50-60% hfmax
  • Ervaren sporter? Intensieve intervaltraining
    => combinatie duurtraining en krachtsport
    => door voldoende spierkracht daalt het vetpercentage
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Gewicht bijkomen:
Spiermassa

A

Tijdens training
=> calorieverbruik aanvullen

Herstel
=> Koolhydraten + eiwitten, binnen de 30min

Eiwitbehoefte bij spieropbouw
=> 2g/kg Lg

Totale energie inname behouden
=> toename in spiermassa -> stijging BMR -> stijging totale behoefte

Resultaat
=> toename van max 2kg spiermassa per maand (in ideale omstandigheden)

17
Q

Gewicht bijkomen:
Vetpercentage

A

Calorie inname verhogen