1. DNA Flashcards
Wat zijn de biochemische defenities van het Leven ? (7)
- afgescheiden
- energie-opname en -verbruik
- groei
- voortplanting
- beweging
- interpretatie van prikkels
- communicatie
Wat houdt moleculaire biologie in?
de chemische processen in levende wezens
Wat zijn genen?
informatie-bevattende elementen die coderen voor ergelijke eigenschappen
Bespreek de studies van Mendel
- waarneembare eigenschappen tot overerbare eenheden teruggebracht
- elke cel bevat 2 gekoppelde genen met meerdere allelen
- gen kan dominant, recessief of intermediar zijn
Alkaptonurie
> Garrod
= stofwisselingsziekte waarbij 1 defect gen zorgt voor 1 defect enzym
* zeldzame aandoening met uiteenlopende symptomen :
* urine van baby’s is zwart na contact met lucht
* hogere concentraties homogentisinezuur die normaal afgebroken zouden worden mbv enzyme
* recessief kenmerk
Op welke 2 manier kunnen we componenten zuiveren van een cel?
- homogeniseren : weefsel of cellen in detergent op te lossen - membraan gaat gedeeltelijk oplossen OF sonificatie waardoor celwanden breken door hoge intensiteit van ultrasoon geluid
- fracties oplossen door centrifugatie : differentiële centrifugatie of densiteitscentrifugatie
Hoe werkt het princiepe van differentiële (ultra)centrifugatie ?
- detergenten of mechanisch breken
- homogenaat filteren
- filtraat met lage rotatiesnelheid centrifugeren : grote organellen zinken naar bodem = pellet / bovenste oplossing = supernatans
- pellet in nieuwe buffer en supernatans met hogere snelheid centrifugeren (ultra = hoge toerental = hoge g-krachten)
Hoe werkt het princiepe van densiteitscentrifuge ?
- verschillende lagen sucrose met verschillende dichtheid in proefbuis met dalende concentratie
- bovenop wordt celhomogenaat gebracht
- centrifuge op hoog toerental : organellen migreren naar laag met gelijke densiteit als hen (opwaartse druk = neerwaartse druk)
Welke stoffen kan je gebruiken voor densiteitscentrifuge ?
- sucrose
- cesiumcloride : goed voor zeer kleine verschillen in densiteit
Wat houdt het experiment van Griffith in ?
- 2 stammen Streptococcus pneumoniae vergelijken
- S-stam : gladde (smooth) vorm die longontsteking veroorzaken
- R-stam : ruwe (rough) vorm die geen longontsteking bij muizen veroorzaken
! Als S-stam wordt toegevoegd aan R-stam, veroorzaakt het longontsteking !
BESLUIT : bacteriën kunnen genen uit omgeving opnemen door transformatie - DNA kon R-stam transformeren naar S-stam - Erfelijke eigenschappen zitten in DNA !
Wat houdt het experiment van Hershey-Chase in ?
Men gebruikte 1 faagpartikel met nucleïnezuurmoleculen in eiwitmantel
* E. Coli werd eerste keern geïnfecteerd met P32 (radioactief en werd in DNA ingebouwd)
* E. Coli werd in ander experiment met S35 geïnfecteerd (radioactief en dat enkel in eiwitten van nieuwe bacteriofagen inbouwd)
* centrifugatie : E. Coli in pellet en fagen in supernatans
* in eerste experiment zat P32 in de pellet en werd dus ingebouwd in nieuw geproduceerde fagen
* in 2de experiment werd S35 niet teruggevonden in pellet maar bleef het in supernatans achter
CONCLUSIE : fosfaat zit enkel in DNA dus DNA brengt info over van fagen
Wat is een nucleoside ?
Nucleïne base is verbonden aan een ribose
* de C1 van de suikerrest is verbonden met de N9 van de purine/N1 van de purimidine
Wat is een nucleotide ?
Een fosfaat die aan de C5 van een nucleoside is verbonden
Wat zijn dNTP’s ?
= deoxyribonucleoside-tri-fosfaten
3 fosfaatgroepen in serie aan de C5 van nucleoside gebonden
Wat zijn NTP’s ?
= nucleotide-tri-fosfaten
de ribose is hier niet gedeoxyleerd zoals bij dNTP’s
* voornaamste overdragers van biochemische energie
* vb. ATP / ADP