Zuur-base balans Flashcards
Buffer bicarbonaat
- hoge concentratie: kan veel bufferen
- HCO3- en CO2 kan je onafhankelijk van elkaar reguleren
Hoeveelheid HCO3- wordt bepaald door GFR en houdt die rond de 24 mM
pCO2 wordt gereguleerd door de longfunctie, setpoint = 40 mmHg
Buffers in plasma
- HCO3-/CO2
- HPO4 2-/H2PO4-
- eiwit-/Heiwit
Uitscheiding niet-vluchtig zuur: H+
zuurproductie -> meer CO2 en minder HCO3- -> ademhalingscentrum zorgt voor een pCO2 van 40 mmHg -> pH nog te laag -> ademhaling neemt toe -> setpoint veranderen zodat meer CO2 wordt uitgeblazen -> juiste pH -> buffercapaciteit is afgenomen: minder HCO3- en CO2 -> nieren gaan HCO3- aanvullen
Uitscheiding vluchtig zuur: CO2
Spieren vertonen meer activiteit -> meer CO2 geproduceerd -> pH omhoog -> ademhaling neemt toe -> CO2 uitademen -> pH weer 7,4
CO2 wordt omgezet in HCO3- in de ECV om getransporteerd te worden -> H+ komt vrij -> zuur -> in longen als CO2 uitgeademd
Acidose
teveel H+ -> emfyssem, diabetes, diarree, renale tubulaire acidose
- toevoeging H+
- verlies van HCO3-
- verhoging pCO2
Alkalose
tekort H+ -> hyperventileren, overgeven
- verwijdering van H+
- toevoeging HCO3-
- verlaging pCO2
Metabole acidose
pH laag: oorzaak verlaging HCO3-, CO2 wordt ook verlaagd
Respiratoire acidose
pH laag: oorzaak hoge pCO2, HCO3- neemt ook toe
Base excess BE
Feitelijke zuurbelasting verantwoordelijk voor zuur/base stoornis
BE<0: extra zuur aanwezig -> metabole acidose
BE>0: extra base aanwezig -> metabole alkalose
BE=0: meer of minder CO2 aanwezig -> respiratoir
Als BE meer negatief is dan het tekort in actueel HCO3- komt dat door andere buffers
Anion gap
= tekort aan negatief geladen ionen tov positief geladen
Normaalwaarde anion gap
12 mmol/L, voornamelijk toe te schrijven aan negatief geladen eiwitten, verhoogd bij aanwezigheid van organische anionen