Renale zuur-base regulatie Flashcards
Verwijdering niet-vluchtig zuur door de nier: in de cel
Neutralisatie van H+ door HCO3- buffer gevolgd door CO2 uitademing
H+ A- + Na+HCO3- -> Na+A- + CO2 + H2O (HCO3- omlaag, buffercapaciteit omlaag)
Verwijdering niet-vluchtig zuur door de nier: in de nier
- filtratie Na+A- door de glomerulus -> tubulaire vloeistof
- secretie H+ in nierfiltraat gekoppeld van ‘nieuw’ HCO3- in bloed.
H+ gaat binden aan buffers - 40% fosfaat»creatinine (titreerbaar zuur)
- 60% NH3 (niet titreerbaar zuur)
Voordelen ammoniak (NH3) als buffer
- pH in nierfiltraat = 4,5-6,8 -> 99% NH3 is geprotoneerd (NH4+) -> efficiënte buffer
- geen calcium precipaten, zoals met P kan optreden
- NH3 productie in de PT kan ~100x stijgen bij chronische acidose
Handhaving zuur-base evenwicht door de nier
- terugresorptie van bicarbonaat uit het nierfiltraat: 80% PT, 15% TAL
- excretie vd dagelijkse productie van niet-vluchtige zuren in de urine
Uitscheiding H+ via HPO4 2-
12 Na+ HPO4 2- + H+ -> Na+ H2PO4- + Na+: proton geneutraliseerd.
Protonenpomp en NHE brengen H+ in de urine. Protonen komen uit CO2 en H2O wat via CA omgezet wordt in H+ en HCO3-, bicarbonaat wordt aan bloed afgegeven
Voordelen en beperkingen aan uitscheiding H+ via HPO4 2-
Voordelen: - winst van 1 HCO3- per H+ - reduceert Na+ verlies in urine Capaciteit beperkt door: - concentratie fosfaat - maximale pH gradiënt
Uitscheiding H+ via NH4+ vorming
Glutamine wordt omgezet tot glucose -> NH4+ komt vrij -> wordt omgezet in NH3 en H+ -> NH3 diffundeert vrij over het apicale membraan, H+ via NHE3 -> buiten omgezet in NH4+
Terugresorptie NH4+ in TAL
NKCC2 en een K+-kanaal gebruiken als 1 van hun ionen K+, maar zijn niet helemaal selectief en kunnen ook NH4+ transporteren -> weer in cel -> afgegeven aan basolaterale kant in interstitium
Excretie NH4+ van het interstitium in de verzamelbuis: ammonium trap
Protonpomp wordt geactiveerd bij zuurbelasting, gaat protonen pompen -> pH in urine omlaag -> ammoniak uit interstitium gaat naar de plek die het zuurst is via diffusie -> bindt aan proton -> NH4+, kan niet meer terug. HCO3- wordt hierbij ook geproduceerd en wordt afgegeven aan het bloed
Protonpomp wordt gereguleerd door de intracellulaire pH en aldosteron:
Acidose -> protonpomp omhoog -> NH4+ val omhoog -> H+ excretie als NH4+
Alkalose -> protonpomp omlaag -> NH4+ val omlaag -> NH4+ naar lever, vorming ureum
Acidose compensatie
pCO2 omlaag, pH omlaag -> NAE omhoog
In PT: meer ammoniak synthese
In verzamelbuis: protonpomp meer geactiveerd en fusie
alfa-intercalair cellen
Cellen van de verzamelbuis, bevatten protonpompen
Alkalose compensatie
pCO2 omlaag, pH omhoog -> NAE omlaag
In verzamelbuis: geen activatie en fusie
NAE
= net acid excretion
= Vurine * { [NH4+] + [titreerbaar zuur] – [HCO3-]} urine
Volume depletie compensatie
Baroreceptoren -> RAAS omhoog -> Na+ retentie omhoog -> NAE omhoog: zuur excretie gaat samen met Na retentie
In PT: AngII, noradrenaline stimuleren NHE3 en NBCe1
In verzamelbuis: in aIC stimuleert aldosteron de protonpomp