ZO week 6 Flashcards

1
Q

Kenmerken normale bevalling

A

amenorroe 37 - 42 weken;
foetus in hoofdligging;
spontaan begin van de weeën;
ontsluiting en uitdrijving zonder medische interventies;
geboorte complete placenta en vliezen binnen één uur na geboorte van het kind;
totaal bloedverlies < 1000ml;
gaaf perineum óf 1e/2e – graad ruptuur óf episiotomie;
apgarscore > 7 na 5 min, neonaat behoeft geen directe zorg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

3 stadia baring

A

ontsluitingsfase, uitdrijvingsfase en nageboortetijdperk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

uitwendig onderzoek zwangere

A

hoogte van de fundus (ga altijd na of dit passend is bij het termijn van de zwangerschap!);
ligging foetus (bijvoorbeeld lengteligging of transvers);
aard voorliggend deel (bijvoorbeeld hoofd of stuit);
indaling voorliggend deel in het bekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe doe je uitwendig onderzoek bij een zwangere

A

Handgrepen van Leopold

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vaginaal toucher zwangere

A

P = portio
O = ontsluiting
V = vliezen
I = indaling
A = aard voorliggend deel
S = stand voorliggend deel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Onderzoek portio zwangere

A

De positie in het bekken (sacraal, mediosacraal of centraal)
Aanwezigheid van verstrijking
De consistentie van de portio (stug, matig week of week)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is een normaal ontsluitingsbeloop

A

1 cm per uur (bij multipara kan dit sneller zijn)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

vlakken van Hodge

A

bij indaling
Hodge 1: bovenrand symfyse
Hodge 2: onderrand symfyse
Hodge 3: interspinaallijn
Hodge 4: bekkenbodem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hij welke vlak van Hodge kan een kind als regel vaginaal geboren worden

A

als het kind Hodge 3 (interspinaallijn) is gepasseerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wanneer start de uitdrijvingsfase

A
  • volledige ontsluiting
  • reflectoire persdrang
  • bij voorkeur goed ingedaalde caput
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

spildraai baring

A

inwendig en uitwendig
- inwendig (draaiing naar voren onder de symfyse)
- uitwendig (om de schouders geboren te laten worden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

onderdelen APGAR score

A

Ademhaling
Spierspanning
Reflexen
Huidskleur
Hartslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

met hoeveel bloedverlies is fluxus postpartum?

A

1000 ml in eerste 24 uur na bevalling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

aspecten onderzoek placenta

A
  • maternale zijde; compleetheid cotelydonen, geen openstaande ruimtes
  • foetale zijde; plaats van insertie navelstreng
  • vliezen; aspect van de vliezn, compleetheid
  • navelstreng; lengte/ diameter, knopen, aantal vaten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

plekken rupturen perineum bevalling

A

Labia minora en labia majora
Vaginawand
Perineum
Rectumkringspier (sfincter ani)
Rectumslijmvlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

classificatie perineum rupturen

A

Eerstegraads: alleen de huid/vaginawand
Tweedegraads: idem als eerstegraads met onderhuids weefsel en spier
Derdegraads: idem als tweedegraads met (gedeeltelijke) ruptuur van de sfincter ani
3a Externe Anale Sfincter (EAS) voor minder dan 50% ruptuur
3b EAS voor meer dan 50% ruptuur
3c EAS en de Interne Anale Sfincter (IAS) ruptuur
Vierdegraads: idem als derdegraads, mét ruptuur van de mucosa van het rectum.

17
Q

3 fasen transitietraject

A
  • de diagnostische fase
  • de hormoonbehandeling en real life test
  • de operatieve ingrepen