VO week 6 Flashcards

1
Q

wat zijn voorbeelden van abnormale placenta’s

A
  • placenta praevia
  • placenta bilobata
  • velamenteuze insertie van de navelstreng
  • Marginale insertie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke cellaag binnen de placenta grenst aan het maternale bloed

A

de syncytiotrofoblast; heeft transportsystemen
en vormt de barriere met het bloed van de moeder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is een goede marker voor syncytiotrofoblastcellen en waarom

A

hCG, zij maken deze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Functies extravilleuze cytotrofoblastcellen

A
  • zij onderdrukken de afweer van de moeder
  • zij prepareren spiraal arteriën
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verschil placenta 17 en 40 weken

A
  • toename villi oppervlak
  • meer bloedvaten in de villi
  • kernen syncytiotrofoblasten clusteren
  • cytotrofoblastlaag verdwijnt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Aanpassingen spiraalarteriën door cytotrofoblasten

A
  • afbraak gladde spiercellen
  • vervangen endotheel door cytotrofoblastcellen
  • aanleg extracellulaire matrix met fibronectine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wanneer komt de utero-placentaire circulatie op gang

A

week 9-11
daarvoor diffussie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Intra-uteriene infecties; hoe en voorbeelden

A
  1. opstijgend vanuit de cervix
    - chlamydia, Neisseria, Steptococcen (beta- hemolytisch)
  2. Hematogeen
    - Listeria, lues, HIV, hepatitis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

kenmerken intra-uteriene infectie

A
  • koorts
  • gestegen infectieparameters in het bloed
  • pussige vaginale afscheiding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is een funiculitis

A

ontstoken navelstreng

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is een chorio-amnionitis

A

ontstoken vliezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is negatieve discongruentie bij een zwangerschap

A

de ‘hoogte’ en omvang van baarmoeder is te klein voor de zwangerschapsduur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe heet de normale bloedstroom van de placenta (en 2 afwijkende)

A

positieve eind diastolische flow
- einddiastolische nul flow (slecht)
- reversed eind diastolische flow (heel slecht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

criteria pre-eclampsie

A
  • Hypertensie
  • proteinurie
    -oedeem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Haardvormige afwijkingen op placenta

A
  • Infarcten
    mag een bepaald deel van de placenta zijn, teveel artefacten en het wordt een probleem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke vaatafwijkingen bij pre-eclampsie

A

Atherose (‘dichtgroeien’ van de arteriën) in spiraalarteriën in de wand van de uterus