VO week 4 Flashcards

1
Q

waaruit ontstaan wervels

A

somieten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wanneer begint de botvorming van de wervels

A

botvorming vanaf 9 weken; begint cervicothorocaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

indicaties voor uitstrijkje

A

abnormale fluor zonder duidelijke oorzaak;
contactbloedingen;
intermenstrueel bloedverlies;
postmenopauzaal bloedverlies;
afwijkingen van de cervix bij lichamelijk onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waaruit bestaat de endocervix

A

eenlagig cilindrisch slijmvormend epitheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waaruit bestaat de ectocervix

A

meerlagig, niet verhoornend plaveiselepitheel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is het meest voorkomend type cervixcarcinoom

A

plaveiselcelcarcinoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe heet de transformatiezone bij de cervix

A

squamocolumnar junction

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

classificatie pap smear

A

pap 0; niet beoordeelbaar
pap 1; normaal
pap 2; minimale afwijkingen
pap 3a1; matige cel afwijkingen
pap 3a2; ernstige celafwijkingen
pap 4; carcinoma in situ
pap 5; kankercellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waarvoor staat KOPAC-B

A

kompositie
ontstekingsverschijnselen
plaveiselepitheel
andere afwijkingen endometrium
cilinderepitheel endocervix
beoordeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

gradering cervicale intra-epitheliale neoplasie

A

CIN I; geringe dysplasie
CIN II; matige dysplasie
CIN III; ernstige dysplasie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Behandeling vanaf CIN II

A
  • lisexcisie
  • Imiquimoid (zalf)
  • conisatie
  • Laser
  • vaccinatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

oorzaken postmenopauzaal bloedverlies corpus uteri

A
  • atrofie endometrium
  • endometriumpoliep
  • hyperplasie (EIN)
  • endometriumcarcinoom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

oorzaken postmenopauzaal bloedverlies andere organen

A
  • cervixafwijkingen
  • vagina; ulcus door prolaps/ pessarium
  • vulva; carcinoom/ lichen sclerosus/ fissuur
  • ovarium; hormoon producerende tumor
  • urethra carcuncula/ blaascarcinoom
  • darm; tumor/ hemorroïden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

risicofactoren endometriumcarcinoom

A
  • vroege menarche
  • nullpariteit
  • late menopauze
  • anovulatie
  • obesitas
    -PCOS
  • tamoxifen
  • HST
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is de afkapwaarde van endometrium dikte

A

4 mm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

3 typen endometrium carcinoom

A
  • sereus
  • endometroid
  • clear cell
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

soorten urine incontinentie

A

Stress incontinentie
▪ Urge incontinentie
▪ Gemengde incontinentie
▪ Overloop incontinentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

oorzaken stress urine incontinentie

A

Hypermobiliteit van de urethra
▪ Intrinsieke Sfincter Deficiëntie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

risicofactoren voor stress incontinentie

A

▪ Vaginale Bevalling
▪ > BMI
▪ Leeftijd
▪ Hysterectomie
▪ Obstructief long lijden
▪ Roken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

diagnostiek bij urine incontinentie

A

▪ Gevalideerde vragenlijsten
▪ Mictiedagboek
▪ PAD test
▪ Lichamelijk onderzoek (stress test)
▪ Urinesediment
▪ Echoscopie
▪ Urodynamisch onderzoek
▪ Cystoscopie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

naar welke aspecten kijk je bij urodynamisch onderzoek

A

Vullingsfase:
▪ Capaciteit blaas
▪ Hoesten: stress incontinentie
▪ Detrusor overactiviteit
▪ Compliantie van de blaas
Mictie fase:
▪ Mictie patroon
▪ Residu
▪ Contractie kracht blaas

22
Q

Behandeling non-operatief stress incontinentie

A

Geen
▪ Lifestyle veranderingen (mn gewichtsverlies)
▪ Bekkenfysiotherapie

23
Q

Behandeling stress incontinentie operatief

A

Minimale invasieve technieken:
▪ Urethra suspensie: transobturator/ retropubisch
▪ Para-urethrale injecties
▪ Colposuspensie volgens Burch
▪ Fascie sling

24
Q

Behandeling overloop/ urge incontinentie

A

▪ Lifestyle: mn caffeine houdende dranken soms tgv medicatie
▪ BekkenFysiotherapie
▪ Medicamenteus: anticholinergica
▪ Botox
▪ Neuromodulatie

25
Q

definitie prolaps

A

Verplaatsing van de organen uit het kleine bekken
door de hiatus genitalis van de vrouw

26
Q

risicofactoren prolaps

A

▪ Vaginale bevalling
▪ Groot kind ( > 4000 gram)
▪ > Pariteit
▪ > BMI
▪ Positieve familie anamnese
▪ Zwaar lichamelijk werk
▪ Hysterectomie
▪ Eerdere prolaps chirurgie
▪ Obstructief long lijden
▪ Roken

27
Q

uit welke spieren bestaat de m. levator ani

A

▪ M. pubococcygeus
▪ M. puborectalis
▪ M. iliococcygeus

28
Q

symptomen prolaps

A

▪ Zwaar gevoel
▪ Zichtbare prolaps
▪ Toename aan het eind van de dag
▪ Dyspareunie
▪ Lage rugpijn
▪ Stress incontinentie
▪ Urine/Faecale urgency
▪ Incomplete lediging blaas/darmen

29
Q

types prolaps

A

▪ Cystocele
▪ Topprolaps/Descensus uteri
▪ Enterocele
▪ Rectocele

30
Q

classificatie prolaps (POP Q)

A

▪ Stadium 0 = geen prolaps
▪ Stadium I = distale punt prolaps > 1 cm boven het hymen
▪ Stadium II = distale punt ≤ 1 cm boven het hymen en ≤ 1 cm beneden
het hymen
▪ Stadium III = distale punt van de prolaps > 1 cm beneden het hymen
▪ Stadium IV = volledige eversie van de uterus en vagina

31
Q

aanvullend onderzoek prolaps

A

▪ Cysto - Colpo - Defaecogram
▪ Transperineale echografie (2D/3D/4D)
▪ MRI
(Cystoscopie/Recto/Sigmoidoscopie)

32
Q

conservatieve behandeling prolaps

A

▪ Bekkenfysiotherapie
▪ Pessarium

33
Q

chirurgische behandeling prolaps

A

▪ Klassiek (met lichaamseigen materiaal)
▪ Met mesh

34
Q

voor- en nadelen pessarium

A

Voordelen:
▪ Kwetsbare oudere
▪ geen OK wel afname klachten
▪ tijdswinst tot OK gewenst is

Nadelen:
▪ ringtoilet
▪ meer fluor
▪ decubitus
▪ Uitstellen ok, hierdoor op oudere leeftijd alsnog OK

35
Q

opties klassieke vaginale behandeling prolaps

A

▪ Voor/achterwand plastiek
▪ Portio-amputatie met Manchester plastiek
▪ Vaginale Sacrospinale fixatie
▪ Implanteren mesh
▪ Colpocleisis

36
Q

complicaties chirurgie prolaps

A

▪ Pijn
▪ Dyspareunia
▪ Erosie
▪ De novo prolaps
▪ Stress/Urge incontinentie
▪ Anale incontinentie
▪ Blaas/darm ontledigings stoornissen

37
Q

oorzaken cyclusstoornis (PALM COEIN)

A
  • Poliep
  • Adenomyosis
  • Leiomyoma
  • Maligniteit uterine body
  • Coagulatie stoornis
  • Ovulatoire dysfunctie
  • Endometrium afwijkingen
  • Iatrogeen: (antistolling; IUD)
  • Niet gespecificeerd
38
Q

DD intracavitaire afwijking / verdikt endometrium

A
  • Endometriumpoliep
  • Myoom
  • Hyperplasie
39
Q

aanvullend onderzoek cavum

A

▪ GIS echo
▪ Hysteroscopie
▪ Pipelle (endometriumsampling)
▪ MRI

40
Q

waar moet je altijd op letten bij hevig menstrueel bloedverlies

A

Van Willebrand factor

41
Q

welke klachten bij een myoom

A

Bloedverlies
▪ Dikker worden van de buik
▪ Mictie / defaecatie klachten
▪ Pijn bij het vrijen
▪ Infertilieit
▪ Problemen bij de zwangerschap

42
Q

medicamenteuze behandeling myoom

A

▪ Orale anticonceptiepil
▪ Mirena
▪ Progestagenen ( Orgametril/Visanne)
▪ GnRH analogen
▪ NSAID
▪ Tranexaminezuur

43
Q

chirurgische behandeling myoom

A

▪ Hysteroscopische resectie
▪ Emboliseren
▪ Myoomenucleatie
▪ Uterusextirpatie

44
Q

Wat is adenomyose

A

Eilandjes endometrium die in het myometrium gelegen zijn en uit epitheliaal en stromaal weefsel bestaan

45
Q

wat is endometriose

A

Functionerend endometrium dat buiten de baarmoederholte is gelegen en een chronische
(steriele) ontstekingsreactie veroorzaakt

46
Q

klachten endometriose

A

▪ Dysmenorroe: Pijn bij de menstruatie
▪ Dyspareunia: Pijn bij het vrijen
▪ Dyschezia: Pijn gerelateerd aan de defaecatie
▪ Dysurie: Pijn gerelateerd aan de mictie
▪ Buikpijn
▪ Infertiliteit
▪ Hevig menstrueel bloedverlies

47
Q

locatie endometriose

A

▪ Buiten het kleine bekken
▪ In sectiolittekenLocatie endometriose
▪ Rond de organen in het kleine bekken
▪ Oppervlakkig
▪ Ovaria
▪ Ligamenten sacrouteriena
▪ Cavum douglasi
▪ Diep
▪ Darm
▪ Blaas
▪ “Frozen pelvis”
▪ Buiten het kleine bekken
▪ In sectiolitteken

48
Q

Behandeling endometriose medicamenteus

A

Orale anticonceptie
▪ Continu progestagenen
▪ Aromatase remmer
▪ GnRH analoog
▪ Pijnmedicatie: paracetamol/NSAID/morfine preparaten/amitryptiline

49
Q

behandeling endometriose chirurgisch

A

▪ Laparoscopie
▪ Laparotomie

50
Q

vanaf wanneer spreken we van hevig menstrueel bloedverlies