WPO 1: experimentele methode Flashcards
Wat is een hypothese?
Een te testen verklaring voor een fenomeen
Wat is een belangrijke eigenschap van een hypothese?
Ze moet falsifieerbaar zijn
Wat moet er met concepten gebeuren voor je hypotheses kan beginnen testen?
Concepten moeten geoperationaliseerd worden
Wat betekent operationaliseren?
De meting definiëren van niet-rechtstreeks meetbare fenomenen
Welke 2 hypotheses vinden we binnen de statistische hypothesetoetsing?
De nulhypothese en de alternatieve hypothese
Wat is statistische hypothesetoetsing?
hypothesetoetsing aan de hand van de nulhypothese en de alternatieve hypothese
Wat is de nulhypothese?
De kans om onder de nulhypothese een verschil van minstens de omvang als het verschil in deze steekproef te vinden
Wat is de alternatieve hypothese?
de nulhypothese valt niet vol te houden: dit patroon is onwaarschijnlijk (p<.05)
Wat is specifiek aan de experimentele methode?
De mogelijkheid om causale verbanden na te gaan
Hoe werkt de experimentele methode?
1 of meerdere variabelen worden doelbewust gemanipuleerd. De rest wordt zoveel mogelijk constant gehouden. Verschillen tussen condities zijn dan enkel aan gemaipuleerde variabelen te wijten
Welke soorten manipulatie zijn er?
Between/within
Wat is een verwarrende variabele?
Bijkomende variabele die samen met de OAV varieert en de AV beïnvloedt.
Hoe kun je verwarrende variabelen vermijden?
- Willekeurige verdeling van proefpersonen tussen groepen
- Willekeurige volgorde van experimentele condities binnen het experiment per proefpersoon
Wat is counterbalancing?
Willekeurige volgorde van experimentele condities binnen het experiment per proefpersoon
Wat zijn de 5 stappen van de empirische cyclus?
- Observatie
- Inductie
- Deductie
- Toetsen
- Evaluatie