Woordenschat 20 (adjectief) Flashcards
1
Q
Pluralisme
A
Pluralistisch
2
Q
Decreet
A
Decretaal
3
Q
Prominenten
A
Prominent
4
Q
Repressie
A
Repressief
5
Q
Imperialisme
A
Imperialistisch
6
Q
Pariteit
A
Paritair
7
Q
Recessie
A
Recessief
8
Q
Protectionisme
A
Protectionistisch
9
Q
Alternatief
A
Alternatief
10
Q
Federalisering
A
Federalistisch
11
Q
Speculatie
A
Speculatief
12
Q
Offensief
A
Offensief
13
Q
Infrastructuur
A
Infrastructureel
14
Q
Delinquent
A
Delinquent
15
Q
Masochisme
A
Masochistisch
16
Q
Homeopaat
A
Homeopatisch
17
Q
Opportunisme
A
Opportunistisch
18
Q
Reactionair
A
Reactionair