prefixes reversed Flashcards
niet, geen, zonder
a-, an-
weg van, van…. Af
ab-
top, uiteinde, uitstekende lichaamsdelen
acro-
ernaartoe
ad-
lucht, gas
aer-, aero, aëro
ander, anders
allo-
(bloed)vat
angio-
ongelijk
aniso-
voor,
ante-
tegen
anti-
gewricht
arth, arthro, artro
tot eigen lichaam behorend, op zichzelf gericht
auto
tweemaal, tweevoudig
bi-,di-
ooglid
blefar(o), blephar-
kort
brachy-
langzaam, traag
brady-
gal
chol-, chole-
kraakbeen
chondr-, chondro-
kleur
chrom-, chromo-, chromato
schede, vagina
colp-, colpo-
tegen, tegenovergesteld
contra
ontlasting
copr-, copro
schedel
cranio
koud
cry-, cryo-
verborgen, onzichtbaar
crypt, crypto-
blauw
cyan
blaas
cyst
cel
cyt
vinger
dactyl, dactylo
wegnemen, scheiden, ont-, ophouden van bepaalde werking
de-,des-
huid
dermato-, dermo-
moeilijk, slecht, niet, verkeerd
dis, dys-
lang
dolicho-
ligging aan de buitenkant
ecto
hersenen
encefal-, encephalo-
binnen in
endo-
darm, ingewand
enter-, entero-
op, boven, over
epi-
arbeid
ergo-
rood
erythro-, erytro
goed, wel, prettig
eu
uit, weg van, ontdaan van, aan de buitenzijde
ex-
naar (van) buiten
exo-
buiten, behalve, bovendien
extra-
licht
foto
maag
gastr-, gastri, gastro-
vrouw
gyn, gynaeco
bloed
haema-, hema, hemato, hemo
half
hemi-, semi-
lever
hepat-, hepatico, hepato-
een ander, anders geaard, de ander, verschillend, ongelijksoortig
hetero
zweet
hidr-, hidro-
weefsel
histio-, histo-
gelijk
homo-
water
hydr-, hydro-
boven, over, overmatig
hyper-
onder, te weinig, tekort
hypo-
slaap
hypn-, hypno-
baarmoeder
hyster-, hystero-
niet, in, binnen
in-, im-
onder
infra-
tussen
inter-
binnen, in
intra-
gelijk, behorend tot, gericht op de eigen soort
iso-
wit
leuko-
steen
litho-
groot
macro-, macr-
klein
micro-, micr-
slecht, kwaad, ziekte
mal
midden
medio
groot
mega-, megalo-
baarmoeder
metra-, metro-
één, eenheid, enig
mono-
vorm
morfo-
slijm
muco-
veel
mult-, multi-
schimmel
myc-,mycet-,myco-
merg
myelo-
spier
myo-
verdoving
narco-
nier
nefr, nephr-
nieuw
neo-
zenuw, pees, zenuwcel
neur-
oog
oftalm, ophtalm-,
weinig
oligo-
recht, rechtop
ortho-
been, bot
osteo-
oor
ot-, oto-
naast, anders
para-
ziekte, gevoel, lijden
patho-
kind
ped-,peda-, pedi-,pedo-
rondom
peri-
meer
pluri-
(pneuma = lucht, pnoe = adem)
pneuma-,pneumo-
grijs
polio
dikwijls
pollakis
veel
poly-,multi-
na, achter
post-
voor, voorafgaand
prae-, pre, pro-
vals, onecht
pseud-, pseudo-
geest
psych-
vier
quadri-
achterwaarts, achter, na
retro-
neus
rhino, rino
wervel
spondyl
onder, onvolledig, bijna
sub-
boven, over
supra-
snel
tachy-
vergif
tox-, toxico-
dwars door, doorheen
trans-
drie
tri-
haar
trich-
één
uni
vat
vas-
vreemd
xen-, xeno-