Woordenlijsten Thema 1 - Veiligheid Flashcards

1
Q

neerzetten

  • zette neer
  • heeft neergezet
A

1)plaatsen
- een doos op tafel neerzetten

置く

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

doorkomen

  • kwam door
  • is doorgekomen
A

1) van begin tot eind door iets heen komen
何かを最初から最後までやり遂げる

  • Er zijn zo veel files, er is geen doorkomen aan.

2) tevoorschijn komen
出現する、〜による

  • Mijn verstandskies komt door.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

voorziening

synoniem: faciliteit

A

iets nuttigs waarvan je gebruik kunt maken
規定、施設、提供されるもの、デバイス…???

  • voorzieningen en hulpmiddelen voor mensen met een beperking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

uitbreiden

  • bereidde uit
  • heeft uitgebreid
A

meer of groter maken
拡大する

  • De crisis breidt zich uit.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

het voertuig

A

auto of ander vervoermiddel dat rijdt
自動車などの交通手段

  • De politie kreeg een melding van een verdacht voertuig.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

massaal

synoniem: in groten getale

A

met heel veel tegelijk
いっぺんに、大量に

  • De mensen kwamen massaal naar het gratis concert.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de ergernis

synoniem: irritatie

A

iets wat je heel vervelend vindt
非常に迷惑だと思うこと

  • De vele treinvertragingen zijn een bron van ergernis voor de reizigers.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

geregeld

synoniem: 1) regelmatig, 2) ordelijk

A

1) op geregelde tijden
定期的に

  • voor je gezondheid geregeld naar de sportschool gaan.

2) als er orde is
規則正しい

  • Weinig studenten hebben een geregeld leven.

antoniem: ongeregeld 無秩序

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de menigte

A

grote groep mensen
群衆

  • de hele menigte stond mee te klappen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

geduldig

A

met veel geduld
辛抱強い

  • geduldig wachten tot je aan de beurt bent
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

inhalen

  • haalde in
  • heeft ingehaald
A

1) (wie of wat langzamer gaat) voorbijgaan
追い越す

  • een auto inhalen op d e snelweg

2) (iets) later doen dat dan de bedoeling was
意図したより遅れて(何かを)する

  • door ziekte een tentamen moeten inhalen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

gedwongen

(dwingen)

A

1) tegen je wil
意志に反する、強制的

gedwongen opname in een psychiatrische instelling

antoniem: vrijwillig 自発的
synoniem: onvrijwillig

2) zo dat je kunt zien dat het niet natuurlijk of echt is
それが自然なものでも、本物でもないとわかるようなもの

  • een gedwongen lach die overgaat in een spontane schaterlach

antoniem: ongedwongen
synoniemen: gekunsteld, gemaakt, geforceerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

uitkijken

  • keek uit
  • heeft uitgekeken
A

1) goed opletten
注意を払う

  • goed uitkijken als je een drukke straat oversteekt

2) tot het einde bekijken
最後まで見る

  • de film helemaal uitkijken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de overtreding

A

het overtreden van een regel of wet
規則や法律を破ること、違反

  • verkeersovertreding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

bekeuren

  • bekeurde
  • heeft bekeurd
A

het opleggen van een boete voor een wetsovertreding
法律違反に対する罰金の賦課

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

verstandig

A

met verstand
賢明な

  • verstandig beslissingen nemen

antoniem: onverstandig
synoniem: wijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

tegenvallen

  • viel tegen
  • is tegengevallen
A

niet zo goed, mooi of leuk zijn als je had gedacht
(予想していたほど)よくなくてがっかりする

antoniem: meevallen
synoniem: teleurstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

meevallen

  • viel mee
  • is meegevallen
A

beter of gunstiger zijn dan je had verwacht
(予想していたより)よい

  • Het valt gelukkig mee met de schade.

antoniem: tegenvallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

gelijktijdig

A

op hetzelfde moment
同時に

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

openslaand portier

A

車のドア

  • Een fietster valt door openslaand portier
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

barsten

  • barstte
  • is gebarsten
A

een barst krijgen
亀裂が入る

  • De spiegel is gebarsten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

hurken

  • hurkte
  • heeft gehurkt
A

op je hurken gaan zitten
しゃがむ

  • Ik hurkte om mijn pen op te tillen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

benutten

  • benutte
  • heeft benut
A

gebruik maken van (iets)
利用する

  • je tijd goed benutten
  • een ruimte optimaal benutten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

overdoen

  • deed over
  • heeft overgedaan
A

opnieuw doen
もう一度やる

  • Omdat ik geen back-up gemaakt had, moest ik na de stroomstoring al het werk overdoen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

het criteria
(criterium)

A

datgene waarop je je beoordeling baseert
評価の根拠となるもの、基準

  • voldoen aan alle criteria om te worden toegelaten tot de opleiding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

de verdediging

A

keer dat je (je) verdedigt
防衛

  • in de verdediging zijn

synoniem: defensie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

de vergunning

A

officiële toestemming ergens voor
正式な許可、許可証

  • verblijfsvergunning
28
Q

loeien

  • loeide
  • heeft geloeid
A

(van een koe of een sirene) geruid maken
(牛やサイレンの)音を出すこと

  • Met loeiende sirene kwam de ambulance de hoek om
29
Q

krabben

  • krabde
  • heeft gekrabd
A

met je nagels op iets scherps op je lichaam krassen
ひっかく

  • Ik heb jeuk op mijn rug. Wil jij even krabben?

synoniem: krabbelen

30
Q

oogsten

  • oogstte
  • heeft geoogst
A

(gewassen, landbouwproducten) van het land haken om op te eten of te verwerken
(作物、農産物を)収穫する

  • Door het natte weer kon er pas laat worden geoogst dit jaar.
31
Q

bevorderen

  • bevorderde
  • heeft bevorderd
A

1) proberen te zorgen dat iets beter, groter enz.
(何かをよくしよう、大きくしようと)推進する

  • een schoner milieu bevorderen

2) hoger maken in rang
ランクの上昇

  • bevorderd tot kaptein
32
Q

vernielen

  • vernielde
  • heeft vernield
A

helemaal kapotmaken
完全に破壊する

  • De storm vernielde hele dorpen.
33
Q

samenhangen (met)

  • hing samen
  • heeft samengehangen
A

in verband staan met
〜に関係している

  • Zijn depressie hangt samen met liefdesproblemen.
    彼のうつは恋愛問題に関係している。
34
Q

de indeling

A

verdeling in onderdelen
パーツに分けたレイアウト

  • de indeling van een woning
35
Q

onderkennen

  • onderkende
  • heeft onderkend
A

opmerken en het belang inzien van
〜の重要性に気づき理解する

  • de risico’s tijdig onderkennen
  • Zo lang het niet als een probleem wordt onderkend, kan er niet aan een oplossing worden gewerkt.
36
Q

vermoedelijk

A

zoals vermoed wordt
おそらく

  • Hij komt vermoedelijk één uurtje later.
37
Q

vermoeden

  • vermoedde
  • heeft vermoed
A

denken dat iets waarschijnlijk zo is
おそらく事実だと思う

  • Ik vermoed dat hij een uurtje later komt.
38
Q

jongstleden

A

vorig

  • Jongstleden maandag was ik nog bij mijn ouders.

synoniem: afgelopen

39
Q

opvallen

  • viel op
  • is opgevallen
A

aandacht trekken door bepaalde kenmerken
目立つ

40
Q

betrappen

  • betrapte
  • heeft betrapt
A

iemand verrassen als hij stiekem iets doet ??
秘密に気づくこと??、(犯罪などを)目撃する

EN: catch

41
Q

de aanmaning

A

waarschuwing dat je nog niet betaald hebt
未払いに対する警告

  • een aanmaning van de belastingdienst krijgen
42
Q

aantreffen

  • trof aan
  • heeft aangetroffen
A

(toevallig) vinden
(偶然)見つける

43
Q

de deurwaarder

A

iemand die als beroep ervoor zorgt dat mensen hun schulden betalen
借金を確実に返済できるようにすることを職業とする人、執行官

44
Q

de voorlichting

A

keer dat je voorgelicht wordt
教育

45
Q

aanspraak maken op

A

zeggen dat je recht op iets hebt
主張する

46
Q

vertrouwelijk

A

wat niet algemeen bekend mag worden
秘密厳守

47
Q

de beloning

A

dat waarmee je beloont of waarmee je beloond wordt
報酬/褒美として与えるもの、与えられるもの

48
Q

verlichten

  • verlichtte
  • heeft verlicht
A

1) van licht voorzien
点灯する

  • het podium met felle lampen verlichten.

2) minder zwaar maken
軽くする

  • de lasten verlichten
  • de pijn verlichten
49
Q

actueel

A

momenteel belangrijk of geldig
現在重要/有効なこと

  • een actueel problem
50
Q

de opkomst

A

aantal mensen dat komt
参加者

  • een lage opkomst bij de Europese verkiezingen
51
Q

belemmeren

  • belemmerde
  • heeft belemmerd
A

ervoor zorgen dat iets niet kan gebeuren of dat iemand iets niet kan doen
妨害する

  • iemand in zijn vrijheid belemmeren
52
Q

verduren

  • verduurde
  • heeft verduurd
A

(vervelende dingen) meemaken
我慢する

53
Q

overbelast

A

als iets of iemand te zwaar belast is
過負荷な

  • Als iedereen tegelijk gaat bellen, raakt het netwerk overbelast.
54
Q

figuurlijk

antoniem: letterlijk

A

(van een woord of uitdrukking) met een andere betekenis die je begrijpt als je de letterlijke betekenis kent
比喩的な

55
Q

het comité

A

groep mensen met een bepaald doel of belang
委員会

56
Q

de plicht

A

wat je moet doen
義務

57
Q

de reputatie

A

hoe er door anderen over iets of iemand wordt gedacht
評判

  • een uitstekende reputatie hebben
58
Q

verstoren

  • verstoorde
  • heeft verstoord
A

onderbreken of hinderen wat niet onderbroken of gehinderd had moeten worden
邪魔する

59
Q

de confrontatie (met)

A

onaangename of vijandige ontmoeting
(敵対的な、国家間、思想などの)対立

60
Q

beledigen

  • beledigde
  • heeft beledigd
A

iets zeggen of doen waardoor je iemands eergevoel kwetst
侮辱する

61
Q

zich gedragen

  • gedroeg zich
  • heeft zich gedragen
A

op een bepaalde manier handelen
振る舞う

62
Q

de aanpak

A

hoe je iets gaat doen of oplossen
アプローチ

63
Q

op je gemak

A

(rustig)

  • Omdat ik nog tijd genoeg heb, loop ik op mijn gemak naar het station.

antoniem: haastig

64
Q

levendig

A

1) druk, vrolijk en vol afwisseling
活気がある

2) als je iets nog helder in je gedachten voor je ziet
鮮明に

65
Q

verbaal

A

wat betrekking heeft op het spreken
口頭で

66
Q

durven

  • durfde
  • heeft gedurfd
A

niet bang zijn om risico’s te nemen
リスクを恐れない、勇気がある、あえてする

  • Ik durf dat niet.
    そんな勇気はない。
  • Durf je daar echt aan te beginnen?
    本当にそれをやる勇気がありますか?
  • Ik heb niet durven kijken.
    あえて見なかった。/見る勇気がなかった。
67
Q

vertegenwoordigen

  • vertegenwoordigde
  • heeft vertegenwoordigd
A

1) de waarde of betekenis van iets hebben
何かの価値や意味を持つこと

  • Het nieuwe model vertegenwoordigt een doorbraak op het gebied van computers.

2) optreden in naam van iemand
誰かの代わりに行動する