Woordenlijst Thema 8 - Gezondheidszorg Flashcards

1
Q

de bui

A

1) korte periode van hevige regen sneeuw of hagel
(短期間の)雨、雪、雹

2) humeur, stemming
気分
‘een boze bui’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

creëren

  • creëerde
  • hebben gecreëerd
A

(iets nieuws) maken, doen ontstaan
作成する

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

douchen

  • douchte
  • hebben gedoucht
A

je wassen onder de douche
シャワーを浴びる

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de grootte

A

hoe groot iets is
大きさ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

het hormoon

A

stof in je lichaam die lichaamsprocessen regelt
ホルモン

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

kalmerend

A

iets of iemand tot kalmte brengend
落ち着かせる

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

de meditatie

me-di-a-‘tie (Frans)

A

bemiddeling
調停

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

mentaal

A

als het met denken en voelen te maken heeft
メンタル

synoniemen: psychisch, geestelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de nadruk

A

extra aandacht
重点、強調

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ongeremd

A

zonder dat iets je tegenhoudt of afremt
抑制のない
‘Het ongeremd uiten van emoties kan tot sociale problemen leiden.’ 抑制のきかない感情表現は、社会的な問題を引き起こす可能性がある。

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

opkrullen

  • krulde op
  • hebben opgekruld
A

丸くなる? 曲がる?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

piekeren

  • piekerde
  • hebben gepiekerd
A

onrustig en zorgelijk nadenken
不安で落ち着かない思考
‘piekeren over hoe het nu verder moet’ これからどうしようか悩む
synoniem: tobben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

pijnstillend

A

wat de pijn doet ophouden
痛みを抑える

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

het ritueel

A

reeks handelingen met een speciale betekenis
儀式

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

schateren

  • schaterde
  • hebben geschaterd
A

hard lachen

大笑いする

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

de sessie

A

keer dat mensen bij elkaar komen
セッション

synoniemen: bijeenkomst, vergadering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

strekken

  • strekte
  • hebben gestrekt
A

(iets) zo ver mogelijk uitrekken in de lengte
伸ばす

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

vatbaar

A

gevoelig ziektes, bederf en andere (negatieve) dingen
影響を受けやすい
‘erg vatbaar voor ontstekingen zijn’ 炎症を起こしやすい
antoniem: immuun

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

zelfverzekerd

A

(van iemand) met veel zelfvertrouwen
自信がある
‘zelfverzekerd antwoorden’ 自信のある答え

antoniem: onzeker
synoniem: zelfbewust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

de aanhanger

A

wagen die achter een auto hangt
トレーラー

21
Q

de diabetes

A

afwijking in je stofwisseling waardoor je te veel suiker in je bloed hebt
糖尿病

22
Q

overgaan op

  • ging over
  • zijn overgegaan
A

na iets anders beginnen met
〜に切り替える
‘overgaan op een nieuw e-mailprogramma’ 新しいメールプログラムに切り替えてください。

23
Q

de plantage

A

groot landbouwbedrijf in een tropisch land waar één gewas worst verbouwd
プランテーション

24
Q

voorheen

A

in het verleden
以前は、過去には
‘Voorheen was het niet mogelijk om zonder visum te reizen.’ 以前はビザ無しで旅行することは不可能だった。

antoniem: tegenwoordig
synoniem: vroeger

25
Q

de welvaart

A

toestand dat het economisch goed gaat met een gebied en zijn bewoners
繁栄
‘De welvaart is toegenomen, maar het milieu is vervuild.’ 繁栄したが、環境が汚染された。

26
Q

het woud

A

groot (oud) bos met hoge bomen die dicht op elkaar staan

27
Q

de analyse

A

onderzoek naar hoe iets in elkaar zit
分析、アナライズ

28
Q

baseren op

  • baseerde
  • hebben gebaseerd
A

uitgaan van bepaalde informatie om je mening, conclusie enz. te vormen
〜に基づいて
‘een conclusie baseren op onjuiste informatie’ 誤った情報に基づいた結論

29
Q

de buiging

A

keer dat iemand buigt
お辞儀

30
Q

draaien om

  • draaide
  • hebben/zijn gedraaid
A

1) een ronde beweging geven of maken
回転する、回す、周回する
‘De aarde draait om de zon.’ 地球は太陽の周りを周回している。

31
Q

de evolutie

A

geleidelijke ontwikkeling
進化

32
Q

het gewricht

A

lichaamsdeel waar twee botten kunnen bewegen ten opzichte van elkaar
関節

33
Q

in hart en nieren

A

[idioom] Met volledige toewijding en passie
心も魂も=自分の意見を完全に確信している
根っからの
‘Hij is een voetbalfan in hart en nieren.’ 彼は根っからのサッカーファンです。

34
Q

het inzicht

A

1) toestand dat je iets begrijpt
洞察、理解
‘onvolledig inzicht hebben’ 洞察が不足している。

2) wat je over iets denkt
見解
‘Zij verschillen van inzicht.’ 彼らは異なる見解を持っている。

35
Q

neerkomen

  • kwam neer
  • zijn neergekomen
A

1) omlaag komen, omlaag vallen
落ち込む、倒れ込む

2) neerkomen op: uiteindelijk betekenen
要するに

36
Q

de opname

A

1) vastgelegd geluid of beeld
録音または収録したもの

2) plaatsing in een ziekenhuis
入院

37
Q

overtuigd zijn van

A

zeker weten
確信している
‘Ik was ervan overtuigd dat ze Frans sprak, maar dat viel nogal tegen.’ 彼女がフランス語を話すと確信していたが、かなり残念だった。

38
Q

het patroon

A

日本語でパターンと言われるものすべて

1) regelmatige structuur
規則的な構造(パターン)

2) modeltekening voor een kledingstuk
衣服のモデル図(パターン)

3) tekeningetje dat steeds wordt herhaald in een ontwerp
デザインの中で何度も繰り返される図面(パターン)
synoniem: motief

39
Q

de piek

A

1) hoog voorwerp met een puntig uiteinde
頂点

2) moment of situatie met de grootste intensiteit
ピーク

40
Q

de proefpersoon

A

iemand die meedoet aan een onderzoek of een experiment
被験者

41
Q

spenderen

  • spendeerde
  • hebben gespendeerd
A

geven of uitgeven aan (iets)
費やす、与える
‘veel geld spenderen aan je hobby.’ 趣味にたくさんのお金を費やす。
‘te veel aandacht spenderen aan details.’ 細部にこだわりすぎる。

synoniem: besteden

42
Q

de trilling

A

keer dat iets trilt
振動

synoniemen: beving, rilling

43
Q

afstaan

  • stond af
  • hebben afgestaan
A

(iets van jezelf) geven
(自分自身のなにかを)与える
‘als donor een nier afstaan voor een ziek familielid.’
病気の家族のドナーとして、腎臓を提供する。

antoniem: houden
synoniem: afstand doen van

44
Q

bezwaar maken tegen

A

wat je zegt om aan te geven dat je niet wilt dat iets gebeurt
反対する
‘bezwaar maken tegen de overname.’ 買収に反対する。

45
Q

de donatie

A

1) wat je aan iemand schenkt, vooral geld
寄付
synoniemen: gift, schenking

2) het afstaan (van een orgaan of weefsel) voor iemand die dat nodig heeft
臓器提供

46
Q

de donor

A

iemand die iets van zijn lichaam geeft voor een ander (meestal een zieke)
ドナー

47
Q

een rol spelen

A

役割を果たす

48
Q
A