Woordenlijst Thema 3 - Bedrijven Flashcards

1
Q

aanpakken

  • pakte aan
  • heeft aangepakt
A

maatregelen nemen tegen
行動を起こす

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de brochure

A

blaadje of boekje met informatie
パンフレット

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de dwang

A

wat je doet om iemand iets laten doen wat hij of zij niet wil
強制、脅迫

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

evalueren

  • evalueerde
  • heeft geëvalueerd
A

een situatie achteraf beoordelen
評価する

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

het hulpmiddel

A

ding waarmee je iets makkelijker kunt doen
道具

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

in gang zetten

A

in beweging gezet, beginnen
行動を起こす

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

inspelen op

  • speelde in
  • heeft ingespeeld
A

actief reageren op (iets)
積極的に反応する

  • Een winkelier moet inspelen op de behoefte van zijn klanten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

het is mooi meegenomen dat …

A

het is een prettig extra voordeel dat…
それは嬉しい追加特典です

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de norm

A

1) manier van doen die geldt als normaal
規範

2) precies vastgelegde waarde als referentieput
基準
synoniemen: criterium, standaard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

toekomen aan

  • kwamen toe
  • zijn toegekomen
A

tijd hebben om (iets) te doen
時間がある、(なにかに)手が回る

  • Ik had het vandaag willen doen, maar ik ben er niet aan toegekomen.
    今日やりたかったけど時間がなかった(手が回らなかった)。
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

uitvoeren

  • voerde uit
  • heeft uitgevoerd
A

1) (handelswaar) naar het buitenland verkopen
輸出
anoniem: invoeren
synoniem: exporteren

2) doen of maken op een van te voeren bepaalde manier

3) aan een publiek laten zien of horen
披露する

4) bezig zijn
実行中である、取り組んでいる

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

verzuimen

  • verzuimde
  • heeft verzuimd
A

(iets wat je hoort te doen) niet doen
怠る、やるべきことをやらない

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

voldoen aan

  • voldeed
  • heeft voldaan
A

1) voldoende of van voldoende kwaliteit zijn
十分(な品質)である
synoniem: toereikend zijn

2) betalen
支払う
- Ik ben helaas niet in staat het bedrag in één keer te voldoen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de winst

A

geld dat je overhoudt als je van de opbrengst de kosten aftrekt
純利益

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

het bestand

A

1) verzameling geordende (computer)gegevens
(コンピューター上の)ファイル

2) afspraak die twee partijen maken om niet meer te vechten
休戦

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

concurreren

  • concurreerde
  • heeft geconcurreerd
A

proberen hetzelfde te bereiken als anderen, waardoor je last van elkaar hebt
競争する

synoniem: wedijveren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

de inventaris

A

alle spullen in een gebouw, of een lijst daarvan
在庫(リスト)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

inzien

  • zag in
  • heeft ingezien
A

1) (een tekst) bekijken od oppervlakkig lezen

2) begrijpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

de maandlast

A

caste hoeveelheid geld die men iedere maand moet betalen
月額料金

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

overnemen

  • nam over
  • heeft overgenomen
A

1) (iets) kopen dat van een ander was
(ものを)引き継ぐ

2)(taken van iemand anders) voortaan gaan doen
(仕事を)引き継ぐ

3) kopiëren
コピーする

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

zich specialiseren

  • specialiseerde zich
  • heeft zich gespecialiseerd
A

erg veel kennis opdoen over een specifiek onderwerp of onderdeel van een groter vakgebied

〜が専門

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

de teleurstelling

A

1) gevoel dat je hebt als je bent teleurgesteld
がっかりする
synoniem: domper

2) iets wat je teleurstelt
残念に思う
- Zijn afwezigheid was een grote teleurstelling
synoniem: tegenvaller

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

uitrekenen

  • rekende uit
  • heeft uitgerekend
A

het resultaat vaststellen door te rekenen
計算して答えを出す

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

zich vestigen

  • vestigde zich
  • heeft zich gevestigd
A

gaan wonen
住み着く、定住する

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
de vestiging
gebouw waar een bedrijf gevestigd is 支店、(会社の入っている)建物
26
zodoende
op dit manier このようにして - Het regende, zodoende ben ik met de tram gekomen. synoniemen: daardoor, vandaar, daarom
27
bekwaam
goed in je vak of je werk 熟練の、腕利きの - Hij heeft heel bekwaam gehandeld. antoniem: onbekwaam synoniemen: kundig, capabel
28
de beoordeling
een uitspraak over de hoedanigheid van iets of iemand レビュー
29
bevorderen - bevorderde - heeft bevorderd
1) proberen te zorgen dat iets beter, groter enzo. wordt 促進する - een schoner milieu bevorderen 2) hoger maken in rang 昇進、進級する
30
gaan voor
je ergens helemaal voor inzetten なにかに打ち込むこと
31
de geit
ヤギ
32
heilig geloven in
〜に信念を持つ
33
iets maken van
34
de netheid
het netjes, goed verzorgd zijn 清潔さ
35
het rund
36
uitwerken - werkte uit - heeft uitgewerkt
iets dat al in grote lijnen bestaat, nauwkeuriger maken 改良/改善する
37
het vakgebied
onderdeel van een bepaald vak 規律 synoniem: discipline
38
de vaklieden (mv)
39
het vakmanschap
vaardigheid in een beroep of handel, de vaardigheid om hoog kwalitatief werk af te leveren 職人技
40
aannemen dat
1) ontvangen wat je aangeboden wordt (差し出されたものを)受け取る antoniem: weigeren synoniemen: accepteren, aanpakken 2) goedkeuren 承認する antoniem: afkeuren synoniem: aanvaarden 3) denken dat iets juist is 何かが正しいと思う - Ik neem aan dat hij goed thuisgekomen is. synoniem: veronderstellen
41
de benadering
1) beweging in de richting van iets 2) manier waarop je iemand behandelt アプローチ、態度
42
de concurrentie
situatie dat er concurrenten zijn 競争
43
coördineren
(menen en taken) zo organiseren dat alles goed loopt (人やタスクを)調整する/コーディネートする
44
er is sprake van
het gaat om (iets) 〜について - Hier moet sprake zijn van politieke spelletjes. synoniem: er is (iets) aan de hand
45
doen aan
in je vrije tijd doen 暇なときにやる - Wij doen niet aan liefdadigheid. synoniem: beoefenen
46
gaan om
tot doel hebben 目指すこと - Het gaat er vooral om dat je plezier hebt.
47
Het punt is ...
48
Het zal wel.
49
de loopbaan
al je beroepbezigheden op een rij キャリア
50
motiveren - motiveerde - heeft gemotiveerd
1) zorgen dat iemand zin heeft om te doen wat gedaan moet worden モチベーションがある 2) uitleggen waarom je iets doet of wilt やる気/理由がある
51
de ontvanger
iemand aan wie iets overhandigd, besteld of gegeven wordt 受信者
52
de strategie
plan om te bereiken wat je wilt 戦略
53
toelichten - lichtte toe - heeft toegelicht
uitleg geven over 説明する
54
verantwoord(e)
goed overwogen en veilig 責任
55
afleiden - leidde af - heeft afgeleid
(iemand) met iets anders bezighouden dan daarvoor 気が散る
56
afzonderlijk(e)
elk op zich 個々の synoniem: apart
57
het archief
verzameling oude teksten, documenten enz. アーカイブ
58
continu
zonder ophouden 継続的に synoniemen: voortdurend, doorlopend
59
focussen - focuste - heeft gefocust
(een camera) richten en scherp stellen (カメラ)フォーカスする
60
het gemoed
wat je innerlijk voelt 心 synoniem: gevoel
61
Het is je gegeven.
62
kunstmatig(e)
als iets niet op een natuurlijke manier ontstaan is of gebeurt 人工的な
63
nadien
na een gebeurtenis (formeel) その後 synoniemen: daarna, later
64
opkrikken - krikte op - heeft opgekrikt
verbeteren door gebruik te maken van een bepaald hulpmiddel 高める - je conditie opkrikken
65
productief
als je veel maakt 生産的
66
het ritme
regelmaat waarmee iets zich herhaalt, vooral van geluid リズム
67
de rotzooi
1) allerlei dingen zonder orde bij elkaar ごちゃごちゃ synoniem: rommel 2) waardeloze spullen bij elkaar 無価値な、ジャンク synoniemen: troep, rommel, zooi
68
stilstaan bij - stond stil - heeft stilgestaan
niet (meer) voortgaan 静止する antoniem: voortgaan
69
verspillen - verspilde - heeft verspild
(tijd, geld) bestanden zonder dat het resultaat oplevert 無駄にする synoniemen: verkwisten, verknoeien
70
het verwijt
wat je iemand verwijt 非難
71
de buffer
wat bedoeld is om een tegenslag op te vangen 緩衝材
72
doorbetalen - betaalde door - heeft doorbetaald
blijven betalen 支払い続ける - Tijdens je vakantie wordt je loon doorbetaald.
73
eigen baas zijn
自営業?
74
in loondienst zijn
situatie dat je tegen een vast inkomen voor iemand anders werk doet 雇用されている状態、雇われ
75
ondernemen - ondernam - heeft ondernomen
(iets) gaan doen 行動を起こす
76
voor jezelf beginnen
een eigen bedrijf opzetten 起業する
77
zonder werk zitten
失業