werkwoorden en -re fra - ned Flashcards
1
Q
conduire
A
Rijden, leiden, besturen
2
Q
Construire
A
Bouwen
3
Q
Cuire
A
Koken, braden
4
Q
Détruire
A
Vernietigen
5
Q
Instruire
A
Opleiden, onderrichten
6
Q
Introduire
A
Inleiden
7
Q
Produire
A
Produceren, maken
8
Q
Séduire
A
Verleiden
9
Q
Traduire
A
Vertalen
10
Q
Nuire
A
Schaden