Werkcollege 8 - Residuen, contaminanten en radionucliden in de voedselketen Flashcards
Wat zijn de gevaren van residuen en contaminanten?
- Toxiciteit (frequentie van blootstelling & cocktail effecten)
- Mutagene en carcinogene eigenschappen
- Teratogeniteit, fertiliteitseffecten
Immunosuppressief - Neiging tot ophoping (persistentie ih lichaam)
- Resistentie inducerend
- Hypersensitiviteit: allergie
- Effect op darmflora
- Milieutoxisch
- Smaakveranderingen, of technologische effecten…
- antibiotica verstoren fermentatieprocessen
Is het gevaar nou dat er resistente bacteriën vanuit het dierlijk reservoir naar de mens toe kunnen komen, of de resistentie-inductie in het MDK van mensen door het residu in het vlees?
Resistente bacteriën vanuit het dierlijk reservoir naar de mens toe
Meest voorkomende diergeneesmiddelen die je vaak zou aantreffen
De grote drie en de rest: 1. Antibiotica 2. Corticosteroïden 3. Tranquillizers Bestrijdingsmiddelen Anthelmintica Hormonen Anabolica / groeibevorderaars Anticoccida en pyrethroïden NSAIF (niet steroïdale anti-inflammatoire farmaca)
Welke stoffen kun je als contaminant aantreffen?
Milieucontaminanten; biocontaminanten; verontreinigingen door ver- en bewerking transport of bereiding; residuen
Voorbeeld milieucontaminanten
In NL PCBs en dioxinen grootste probleem.
- Pesticiden
- PCBs
- dioxinen: komen vrij bij slechte verbranding
- zware metalen: overstromen rivier –> slib –> vervuild met cadmium –> van bepaalde dieren organen niet meer van eten
- radionucliden
- -> krachtvoeders… In NL bodembelasting vooral cadmium…
Voorbeeld biocontaminanten
- Fytotoxinen (planten)
- fycotoxinen (algen)
- bacteriën
- mycotoxinen (schimmels)
Vooral mycotoxinen (krachtvoeders en soms ruwvoer –> zeranol beschimmelde klavers). Ander mycotoxine: Aflatoxinen –> warm en vochtig –> concentratie alfatoxines kan erg hoog worden
Voorbeeld verontreinigingen door ver-/bewerking, transport of bereiding
Nitrosaminen! / desinfectantia / weekmakers / bisfenol A / semicarbazide (SEM)
Voorbeeld residuen
Diervoederhulpstoffen / bestrijdingsmiddelen / dierbehandelingsmiddelen
In welke situaties verwacht je diergeneesmiddelen contaminatie/residuen?
- niet eerbiedigen wachttijd (tellen vanaf dag 0)
- parenterale toediening (sc en im; niet zelden steriele ontsteking/spuitplekken)
- long-acting formulations
- voer (zeldzaam): versleping
- off-label use (cascade = preventie)
Is er een verschil qua biologische en reguliere dierhouderij mbt tot de verwachtte resten?
biologisch: eerder milieucontaminanten dan dgm; langere wachttijden; mogen minder verschillende soorten middelen gebruiken; parasieten; vaker longproblemen dan MDK problemen
regulier: vaker dgm (grotere infectiedruk etc.); mag meer medicatie gebruiken; binnen; vaker medicatie
Wat zijn radionucliden?
zijnisotopenvanelementen met een onstabieleatoomkerndie door radioactief vervalovergaan in andere elementen, of andere isotopen van hetzelfde element, die al dan niet stabiel zijn.
Wat zijn isotopen?
kernen van hetzelfde element, maar met een andermassagetal.
Wat is ioniserende straling?
straling die wordt uitgezonden wanneer een element instabiel is, de straling wordt uitgezonden om een balans tussen protonen en neutronen in de kern te bereiken.
Wat voor soorten straling zijn er?
Alfa (heliumkernen) groot ioniserend vermogen; Bèta (elektronen) minder gevaarlijk; Gamma (fotonen) minst gevaarlijk – Röntgen…
Wat zijn de gevolgen van ioniserende straling op moleculair niveau?
- DNA wordt aangetast
- Enzymen veranderen
- celdood/ongecontroleerd delen van de cel
Voorbeelden van radionucliden:
- cesium: gedraagt zich in het lichaam als kalium
- strontium: gedraagt zich in het lichaam als calcium
- jodium: inbouw in schildklier
Wat is ADI en TDI?
ADI= Aanvaardbare Dagelijkse Inname TDI= Toelaatbare Dagelijkse Inname
Wat is wachttijd?
Maatregel voor veiligheid:
- tijd na toediening tot de concentratie in het product beneden de MRL valt (+ veiligheidsmarge omdat ziek dier anders kan verwerken)
- afhankelijk van farmacokinetiek
- experimenteel bepaald bij gezonde dieren
Residue versus contaminant
Residue = doelbewust toegediend Contaminant = van nature voorkomend in het milieu of gemaakt als mens en dan toch onbewust
Wat is fysische halfwaardetijd?
dat de helft van de straling dan vervalt, stof wordt langzaamaan veilig
Wat is biologische halfwaardetijd?
onafhankelijk van of het radioactief is; hoe snel werk je het weer uit je lichaam; iedere stof heeft een biologische halfwaardetijd
Wat is MRL?
= maximale residu limiet = wettelijk toegestane maximale residue (=restgehalte) van een stof in of op levensmiddelen
Wat geeft de meeste DALY’s ?
ongebalanceerd dieet; microbiologische agentia
TENTAMENVRAAG: overeenkomsten kernramp en grote chemische ramp; wat zijn in grote lijnen de overeenkomsten en verschillen tussen aanpak van een chemische ramp en een kernramp?
- kernramp is een wolk die komt overwaaien;
- chemisch: wat kleiner
Maatregelen bij een kernramp
- Restricties van gebruik van besmette dierlijke producten door mensen:
o Verbod op besmette producten in de voedselketen;
o Monitoring materiaal van dierlijke producten (komt er wel vertraging als iets eerst naar lab moet);
o Dieetadvies voor de consument (vb. melk is groot risico product).
o Specifiek risico materiaal verwijderen: beenderen, melk, lever, schildklier. - Diermanagement:
o Dieren naar binnen;
o Veehouders verbieden om eigen voer nog te geven; als je toch besmet voer moet geven, wil je dit het liefst aan de jonge dieren geven; het liefst niet aan lacterende dieren geven;
o Verwijder dieren van besmet naar minder besmet land;
o Selectief grazen van beschikbare weide;
o Verander de slachttijden, vooral voor wild zoals herten;
o Verander van melk naar vleesproductie;
o Verander diersoort naar eentje in welke de transfer van radionuclides lager is. - Gebruik van hulpstoffen om besmetting van een dier te verminderen/voorkomen:
o Toediening van binders welke opname door MDK verminderen/voorkomen; vb. jodium; bentoniet/norit om proberen te voorkomen dat ze het na opeten tot zich nemen; het land bewerken door de bovenste laag om te ploegen (min. 1 meter onder de grond), zorgt voor iets minder hoge straling;
o Toediening van een stabiel element of analoog.
Vraag du jour (1): Geef aan welke van de onderstaande antwoorden op de vraag juist of onjuist zijn. Belangrijke oorzaak/oorzaken van residuen van diergeneesmiddelen boven de maximaal toegestane gehalten (MRL’s) in organen en vlees bij de slacht van een dier is/zijn.
a. Het niet eerbiedigen van de voorgeschreven wachttijd van het diergeneesmiddel (bewust of onbewust).
b. Parenterale toediening (intramusculair of subcutaan; vooral ‘long acting’ preparaten).
c. ‘Off-label use’ van diergeneesmiddelen.
d. Gebruik van orale medicatie via het voer of drinkwater.
a. juist
b. juist
c. juist/onjuist (juist als je naar theorie kijkt; onjuist als je naar onderzoek kijkt)
d. onjuist
Vraag du jour (2):
Resistentie ontwikkeling tegen antibiotica wordt gezien als een groot volksgezondheids risico. Welke stellingen zijn in dat kader juist of onjuist?
a. Aanwezigheid van residuen van antibiotica in voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong zijn voor een behoorlijk deel verantwoordelijk voor het ontstaan van resistente bacterieen bij de mens
b. Voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong zoals kippenvlees zijn vaak een gecontamineerd met Antibioticum Resistente bacteriën.
c. Wanneer een voedingsmiddel van dierlijke oorsprong residuen van antibiotica bevat mag het niet gebruikt worden voor humane consumptie.
d. Vermindering van gebruik van antibiotica binnen de gezelschapsdieren heeft invloed op het risico van ESBL bacteriën voor mensen.
a. onuist
b. juist/onjuist: juist eerst veel ESBL op kippenvlees; onjuist na maatregelen veel minder aanwezig op kippenvlees
c. Onjuist= er mag best iets in zitten als het maar onder de MRL zit.
d. Juist= veel meer fysiek contact met hond dan met kippenvlees. Dus dit heeft wel degelijk effect.